Terug naar de krant

Derdelanders uit Oekraïne mogen uitspraak hof in Nederland afwachten

Leeslijst Nieuws

Derdelanders Derdelanders uit Oekraïne mogen voorlopig in Nederland blijven, blijkt uit een uitspraak die de Raad van State donderdag publiceerde.

Leeslijst

Derdelanders uit Oekraïne (mensen die tijdens de Russische inval in Oekraïne in dat land beschikten over een tijdelijke verblijfsvergunning) mogen voorlopig in de Nederlandse opvang blijven. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerde uitspraak van de Raad van State. Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) besloot in reactie op de uitspraak de uitzetting van alle derdelanders te bevriezen, zo liet hij donderdag in een brief aan de Tweede Kamer weten.

De afgelopen maanden is er opnieuw discussie ontstaan over of zij nog recht hebben op opvang en bescherming. Specifiek gaat het om mensen die tussen maart en juli 2022 naar Nederland zijn gekomen. Ook voor de Raad van State is het niet meer duidelijk. De Afdeling bestuursrechtspraak stelt daarom aanvullende vragen aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg over de reikwijdte van de tijdelijke beschermingsrichtlijn, die in maart 2022 werd geactiveerd voor Oekraïense ontheemden.

De Afdeling wil weten of derdelanders die zich vóór 19 juli 2022 in Nederland hebben gemeld „net zolang bescherming moeten krijgen als Oekraïners (…) of dat de bescherming eerder kan worden beëindigd als een EU-lidstaat dat wil”.

In praktijk betekent dat derdelanders, ongeveer 2.400 mensen, in afwachting van de antwoorden van het hof in de opvang mogen blijven.

550 voorlopige voorzieningen

Van der Burg is donderdag teruggekomen op een eerder standpunt, dat derdelanders die uitzetting willen voorkomen een voorlopige voorziening bij de rechter moeten aanvragen: die kan dan oordelen dat de overheid in afwachting van een rechterlijke uitspraak de betreffende persoon niet uit de opvang mag zetten. Rechtbanken worden de afgelopen maanden overspoeld met dit soort verzoeken, die allemaal werden toegewezen. De teller stond begin deze maand op ruim 550 voorlopige voorzieningen.

Van der Burg vond dat gemeenten die derdelanders uit de opvang zetten „rechtmatig en juist” handelen, zo schreef hij begin deze maand in een Kamerbrief, omdat de Raad van State in januari had geoordeeld dat de bescherming van derdelanders uit Oekraïne vanaf 4 maart zou vervallen. Die uitspraak heeft onder academici, advocaten en rechters veel stof doen opwaaien. De rechtbanken in Arnhem, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Zwolle volgden het oordeel van de Raad van State, terwijl de rechtbanken in Haarlem, Den Bosch en Roermond op een andere uitleg van de beschermingsrichtlijn kwamen. Door de ontstane onduidelijkheid besloot de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg te stellen. Dit soort vragen gaan over de uitleg en toepassing van Europese regels.

Kort na de Russische inval in Oekraïne werd de Europese Richtlijn tijdelijke bescherming ingeroepen voor Oekraïense ontheemden, die vervolgens in Europese lidstaten terecht konden voor opvang, medische zorg, onderwijs en werk.

Ook slachtoffer Russische agressie

Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) besloot indertijd dat mensen die tijdens de inval over een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning beschikten (zogeheten derdelanders) óók bescherming zouden krijgen op grond van de richtlijn. Zij waren immers ook slachtoffer van de Russische agressie, redeneerde Van der Burg. Bovendien zou de al overbelaste Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) werk bespaard worden, aangezien ontheemden uit Oekraïne geen asiel hoefden aan te vragen. Deze ‘ruimhartige’ toepassing van de richtlijn werd ook gevolgd door landen als Finland, Spanje en Ierland.

In juli 2022 kwam Van der Burg terug op zijn besluit, naar aanleiding van niet-onderbouwde signalen van misbruik. Sindsdien bestaat er juridische discussie over wat er met de groep derdelanders die zich vóór dit besluit al in Nederland had gemeld moet gebeuren. Deze vraag ligt nog altijd open. Zowel de rechtbank Amsterdam als de Raad van State hebben het Hof van Justitie om een versnelde behandeling van hun vragen gevraagd, vanwege het feit dat de tijdelijke beschermingsrichtlijn op 4 maart 2025 komt te vervallen. Een normale procedure bij het hof duurt normaal zeker een tot twee jaar.

Inmiddels is de groep derdelanders om wie deze juridische discussie gaat geslonken van bijna 5.000 naar 2.400 mensen, zegt een woordvoerder van de IND op vragen NRC.

25 april: Dit artikel is geactualiseerd naar aanleiding van de Kamerbrief van staatssecretaris Eric van der Burg.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in