Europa is nu een luilekkerland voor Amerikanen

Voor Amerikaanse toeristen is Europa goedkoop, geholpen door de sterke dollar. Kan die nog sterker? Het beleid van president Biden doet steeds meer denken aan dat van zijn voorganger Reagan. En toen ging de dollar écht door het dak. Door
Animatie Anne van Wieren

De Amerikaan die afgelopen weekeind onverwacht op bezoek kwam, had nog wel wat geld over. Hij had een detour gemaakt om Amsterdam nog even te bezoeken en hello te zeggen. En het kon eraf, want Europa, zei hij, is dead cheap.

Hij is zeker niet alleen. Amerikaanse media verwachten komende zomer een voortzetting van de toeristengolf naar Europa die sinds de donkere dagen van Covid (2020 en 2021) plaatsvindt. 2022 was al een topjaar. Hoe gaat dat verder? Europabrede cijfers over 2023 zijn er gek genoeg nog nauwelijks – die komen pas in de late zomer. Maar het Centraal Bureau voor de Statistiek is wél snel. In 2023 kwamen 1,5 miljoen Amerikanen naar Nederland, waarvan 1 miljoen naar Amsterdam. Alweer een forse stijging, na 2022.

Opvallend: het aantal bezoekende Amerikaanse gasten neemt al jaren toe, in lijn met de rest van de buitenlandse vakantiegangers – zij maken samen deel uit van de dezelfde toeristenexplosie van de afgelopen tien jaar of meer. Maar het aantal Amerikaanse overnachtingen gaat sneller omhoog dan dat van andere toeristen. Ze blijven dus langer, en er is per toerist kennelijk meer te besteden. En dat heeft een reden: zoals aan de keukentafel al klonk, is Europa goedkoop.

In 2008, toen de koers van de Amerikaanse dollar erg zwak was, was het relatieve prijspeil in Nederland een kwart hoger dan in de VS. Het was de tijd dat mensen een nieuwe laptop in New York kochten, en van het prijsverschil met thuis hun vliegticket betaalden.

De laatste jaren is dat andersom: het levensonderhoud in Nederland is nu 15 procent goedkoper dan dat in de VS. De dollarkoers speelt daar een belangrijke rol in, net als onderlinge inflatieverschillen tussen Nederland en de VS – als die niet al in de wisselkoers zijn doorgesijpeld.

Planners, en zeker niet alleen in de toeristensector, zullen zich afvragen wat die dollarkoers in de toekomst gaat doen. En dat is een vrijwel onmogelijke vraag. Er werken zóveel factoren in op de wisselkoers tussen euro en dollar, dat die op de kortere termijn eigenlijk volledig onvoorspelbaar is.

Sterker kan de dollar zeker nog worden. De huidige koers van 1,07 dollar per euro is geen uitzondering. Het kan veel en veel extremer. Kijk maar mee.

Wat opvalt is vooral de eerste helft van de jaren tachtig. De rente in de Verenigde Staten was relatief hoog om de hoge inflatie eruit te stampen, terwijl de economie onder de Republikeinse president Reagan tegelijkertijd fors werd gestimuleerd met onder meer belastingverlagingen. Het hoogste tarief van de inkomstenbelasting ging van 70 procent naar uiteindelijk 28 procent. Onder Reagan steeg het begrotingstekort fors, naar een toen naoorlogs record van 5,9 procent.

De combinatie van flinke economische groei, grote tekorten die gefinancierd moesten worden en hoge rentes zorgde voor een enorme instroom van buitenlands geld, dat eerst in dollars moest worden omgezet. En dat alles gaf de wisselkoers een forse zet omhoog. In 1985 was de dollar, teruggerekend naar de euro die toen nog niet bestond, ruim 50 procent sterker dan hij nu al is.

Dat was te gortig. Er werd dat jaar in het New Yorkse Plaza-hotel een speciaal akkoord gesloten tussen de grote industrielanden, waaronder de VS, Duitsland en Japan, om de Amerikaanse munt naar beneden te dwingen. Fun fact: dat Plaza-hotel zou drie jaar later worden gekocht door een plaatselijke vastgoedjongen: Donald Trump, die het in 1994 alweer van de hand deed om een echtscheiding te financieren.

Er zijn economen die een analogie zien tussen de Reagan-tijd en nu. De regering-Biden (en Trump daarvóór al met belastingverlagingen) is bezig met een forse stimulering van de economie, met als gevolg enorme begrotingstekorten van in de 7 procent – waar het Internationaal Monetair Fonds vorige week nog voor waarschuwde. De Amerikaanse inflatie is nog lang niet voldoende gedaald, en de laatste dagen vragen steeds meer analisten zich af of er dit jaar nog wel een Amerikaanse renteverlaging komt. Of dat er zelfs een renteverhoging wordt doorgevoerd – wat een maand geleden nog volkomen ondenkbaar was.

Nu herhaalt de geschiedenis zich nooit letterlijk, maar de gelijkenis tussen nu en toen valt inderdaad op. De kans bestaat dat de VS de rentes hoger dan verwacht houden omdat de economie er zo hard draait. Intussen maakt de eurozone zich op voor de eerste renteverlaging, en sukkelt de economie voort.

Het rentebeleid aan weerskanten van de Atlantische Oceaan kan dus verder uiteen gaan lopen. En renteverschillen, gecorrigeerd voor inflatie, spelen op de middellange termijn een flinke rol in de onderlinge wisselkoers tussen dollar en euro. Dat kan je hier goed zien:

Dat kan nog spannend worden. Verliest de rest van de wereld het vertrouwen in de dollar, omdat de Amerikaanse schulden gevaarlijk hoog worden? Of vindt het Reagan-effect plaats, met grote instromen naar de VS omdat er nog steeds geen echt alternatief is voor de Amerikaanse wereldmunt? Het aantal Amerikanen in het Amsterdamse straatbeeld zou nog best een goede indicator kunnen worden.