Bibliotheken

De bib moet steeds meer doen met steeds minder

Bibliotheken moeten ook een ontmoetingsplek zijn.© Nick Somers

Het belang van bibliotheken is groter dan ooit, maar ze kreunen onder personeels- en geldgebrek. We hebben dringend nood aan een eenduidige visie, stelt een nieuwe studie.

Veerle Vanden Bosch

Sinds 2016 zijn steden en gemeenten niet meer verplicht om een ­bibliotheek te hebben. De middelen die de Vlaamse overheid daarvoor uittrok, kunnen gemeenten sindsdien naar eigen goeddunken aan andere dingen besteden. Hoe is het acht jaar later gesteld met de slagkracht van de bibliotheken?

Boekenoverleg, dat de gezamenlijke belangen van de boekensector behartigt, voerde in samenwerking met Universiteit Antwerpen een studie uit, waaruit blijkt dat bibliotheken meer dan ooit een sleutelrol spelen op het kruispunt van leesbevordering, welzijn en sociale cohesie. Ze stimuleren mensen om te lezen en bieden een helpende hand aan wie niet mee is met de digitale revolutie. Ook worden ze geacht aan gemeenschapsvorming te doen en een ontmoetingsplek te zijn.

Om dat allemaal te realiseren, zijn mensen en middelen nodig. Maar de bibs moeten het met steeds minder vaste werknemers doen: 42 procent kende een daling sinds 2015. Slechts 40 procent van de medewerkers die met pensioen gaan, wordt vervangen, en vaak niet door personeel met een gelijkwaardig profiel. 82,67 procent van de bibliotheken geeft aan meer vrijwilligers in te zetten. Dat is mooi op het vlak van community-vorming, maar het vraagt ook extra coördinatie. Al die fenomenen kunnen de kwaliteit van de dienstverlening negatief beïnvloeden.

85,71 procent geeft bovendien aan dat het totale budget, inflatie meegerekend, is achteruitgegaan. Bibliotheken zijn meer dan vroeger afhankelijk van de goodwill en visie van het lokale bestuur. Dat leidt tot onzekerheid. Soms is er vervaging met andere diensten, waarbij de bibliothecaris extra rollen opneemt binnen de gemeente of de bib wordt ingebed binnen bredere domeinen als cultuur of vrije tijd. Dan kan het gebeuren dat de bibliotheek niet vooraan in het lijstje met financiële prioriteiten belandt. Subsidies voor e-inclusie komen ook vaak niet bij de bibliotheken terecht, maar bij lokale welzijnsorganisaties.

Verzwakte slagkracht

Het grootste pijnpunt is dat er geen eenduidige visie is op wat een bibliotheek hoort te zijn. Dat verzwakt hun slagkracht, stelt de studie. ­Nederland kende lang een even versnipperd beeld, stelt Willem Bongers-Dek, voorzitter van het Boekenoverleg, maar maakte een omslag: “Sinds 2015 coördineert de Koninklijke Bibliotheek het netwerk van openbare bibliotheken. 653 Informatiepunten Digitale Overheid halen burgers naar bibliotheken, meer dan 6 miljoen Nederlanders gebruiken de digitale diensten van de Koninklijke Bibliotheek. De overheid werkt er aan een nieuwe definitie van een ‘volwaardige bibliotheek’ en er komt opnieuw een zorgplicht. Daarbij hoort 320 miljoen euro extra in de periode 2023-2026 boven op de jaarlijkse subsidies van 492 miljoen. Kom daar in Vlaanderen eens om, terwijl de leescrisis hier net zo groot is. Met meer taken en minder middelen is het gebrek aan overkoepelend bibliotheekbeleid een tikkende tijdbom die we ons niet kunnen veroorloven in tijden van ontlezing, desinformatie en voortdenderende digitale transformatie.”