Direct naar artikelinhoud
Reportage

Meubels voor gen Z en interieurs die geheel de papierversnipperaar in kunnen: vijf trends op de designweek in Milaan

Interieurontwerp met lichtgevend wolkendek van Marangoni Superstudio, een afdeling van de Italiaanse designschool Istituto Marangoni.

De Design Week in Milaan is méér dan een spullenbeurs waar trends worden geboren. Twee vragen stonden dit jaar centraal: wat hebben we echt nodig? En hoe maken we die dingen op een duurzame manier?

Op de Design Week van Milaan presenteren tweeduizend fabrikanten en individuele ontwerpers van over de hele wereld hun nieuwe meubels, elektronica en andere producten. Tijdens de editie 2024, die zondag is geëindigd, spelen twee vragen een centrale rol: aan wat voor producten bestaat echt behoefte, en wat is een zinvolle manier om ze te maken? Er staan immers grote veranderingen voor de deur op het gebied van klimaat, digitalisering en schaarste aan energie en grondstoffen. Dat noopt tot bezinning. Deze zoektocht naar betekenisvollere producten vertaalde zich in vijf trends.

Over de auteur
Jeroen Junte schrijft voor de Volkskrant over grafische vormgeving, productdesign en interieurarchitectuur.

Neuro-esthetisch comfort

Het buzzwoord dit jaar is neuro-esthetica. Hierbij wordt wetenschappelijk onderzoek gebruikt om te bepalen waarom bepaalde vormen, kleuren, materialen of composities aantrekkelijk worden gevonden. Dat is de heilige graal voor ontwerpers en fabrikanten: weten welke producten onweerstaanbaar zijn. Het onlinedesignmagazine Dezeen wijdt dan ook een debat aan dit fenomeen. In het zalencomplex van de meubelbeurs Salone del Mobile staan bovendien twee installaties waar bezoekers vrijwillig hun reacties op uiteenlopende meubelontwerpen kunnen testen aan de hand van oogmeting, hartslag en huidtemperatuur.

Hoe ziet dat eruit, een interieur gebaseerd op neuro-esthetica? Het antwoord komt van het Deense meubelmerk Muuto, dat in de Milanese binnenstad een compleet appartement heeft ingericht in samenwerking met wetenschappers van de vooraanstaande John Hopkins University in de VS. Het resultaat oogt inderdaad behaaglijk – veel lentefrisse tinten en ronde vormen. Stoffen zijn zacht en pluizig, kastjes en tafels glanzen. De verdonkerde kamers bieden een fraai contrast tussen warm licht en donkere schaduwen. De symmetrie tussen de meubels is bijna verstikkend. Het is een optelsom van comfortabel minimalisme en stijlvolle truttigheid. Inderdaad precies wat veel mensen mooi vinden, al heb je voor die conclusie dan weer geen wetenschap nodig.

Modelinterieur van het Deense meubelmerk Muuto, gebaseerd op inzichten uit de neuro-esthetica.

Meubels voor gen Z

De nieuwste doelgroep voor interieurmerken is generatie Z, de jongvolwassenen die grofweg zijn geboren tussen 2000 en 2010 en nu zelfstandig gaan wonen. Een generatie van digital natives die moeiteloos schakelt tussen de online- en offlinewerkelijkheid. Dat vraagt om een ander soort meubels en interieuraccessoires. Onder de noemer No Code presenteren studenten van de prestigieuze designschool Istituto Marangoni – zelf behorend tot gen Z – dertien innovatieve producten waarin technologieën als AI en virtual reality zijn geïntegreerd. Op een lichtpaneel aan het plafond beweegt een rustgevend wolkendek dat met AI is gegenereerd. Al even kalmerend is een tafelblad vol aangeharkt zand dat oogt als een zentuintje. De geometrische patronen kun je zelf in het zand tekenen door met je smartphone-app een magnetisch balletje aan te sturen.

Opvallend is dat de gen Z-ontwerpers technologie gebruiken om de balans tussen de digitale en de fysieke wereld te herstellen. Een bankje bestaat uit geschakelde luchtcompartimenten. Gaat er iemand naast je zitten, dan veer je iets omhoog waardoor je vanzelf even opkijkt van je telefoon en contact maakt. Deze innovatieve prototypes zijn vervaardigd met behulp van niemand minder dan Giulio Cappellini, de ontwerper die met zijn spraakmakende designlabel Cappellini al eerder heeft laten zien trends haarscherp te signaleren.

Alledaagse schoonheid

Wat moeten we met kunstmatige intelligentie? Die vraag houdt ook de interieurindustrie bezig. Het Italiaanse meubelmerk Kartell lanceerde de AI Chair van Philippe Starck, een ranke stoel met sierlijke krullen zoals de Franse veteraan ze al decennia produceert. Wat de pijnlijke vraag oproept: hoe fris en origineel is je werk als AI hetzelfde trucje zo eenvoudig kan imiteren?

Ontwerpen moeten hun inspiratie daarom niet zoeken in kunstmatige intelligentie maar juist in tastbare objecten, is de boodschap van de Londense ontwerpstudio Blond. Het verzamelde zeven objecten van rommelmarkten, zoals een ouderwetse kurkentrekker en een bamboe pollepel. Vervolgens vroeg Blond zeven topontwerpers om een nieuw ontwerp dat op een van deze objecten is geïnspireerd. Een juwelenkistje werd zo een innovatieve bureaulamp, een garde een kandelaar. De collectie is een ode aan de menselijke creativiteit.

De Nederlandse succesontwerper Sabine Marcelis tapt feitelijk uit eenzelfde vaatje met haar stoel voor de vernieuwde entree en het café in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De Stedelijk Chair van producent Barcelona Design heeft geen kunstmatige krullen of digitale opsmuk en is bovendien stapel- en schakelbaar. Zulke specifieke ontwerpopdrachten zijn te complex voor AI-programma’s die gelikte plaatjes genereren.

Het aluminium frame verwijst naar de Navy Chair, de torpedoproof stoel in 1940 ontworpen voor de Amerikaanse marine. De achterpoot die uit de zitting lijkt gesneden citeert onder meer de Stripstoel (1974) van Gijs Bakker. Zo bouwt Marcelis voort op wat goed is en ontwerpt ze niettemin een stoel die onderscheidend is. Ook leuk: als je nu bestelt heb je de stoel al in juni en nog vóór het Stedelijk in huis.

Stoel ‘Stedelijk Chair’ van ontwerper Sabine Marcelis.

Biculturele mix van oud en nieuw

Design uit Saoedi-Arabië – verrassen doet het niet. De rijke oliestaat zoekt voortdurend naar nieuwe inkomstenbronnen. Is na voetbal en Formule 1 nu design aan de beurt? De Saoedische ambities zijn in elk geval groot. Het historische woestijngebied Al Ula wordt ontwikkeld tot een culturele hotspot met een filiaal van het Centre Pompidou, immense landschapskunst van James Turrell en boetiekhotels. Geschatte kosten: minimaal 17 miljard euro.

Om ook de lokale ambachten en grondstoffen te regenereren is een designer-in-residenceprogramma uitgerold. Ontwerpers uit alle windstreken werken in Al Ula met eeuwenoude materialen en technieken. Dat resulteert in grillige stoelen in de kleur van de Arabische woestijn of een golvende sofa die een zandduin nabootst. Ronduit spectaculair is de reusachtige kubusbank geïnspireerd op de kring van kussens rond een kampvuur.

De interieurwereld globaliseert, wat goed uitpakt. Ook ‘nieuwe’ designlanden als Vietnam en Thailand tonen meubels die met een been in het Westerse design staan en met het andere de eigen tradities volgen. Een sierlijke chaise longue is gevlochten van rotan. Een chic behang bestaat uit een delicaat weefsel van palmbladeren. Dit biculturele design is een originele mix van hippe kleuren en stijlvolle details met lokale ambachten en natuurlijke en dus duurzame materialen. Kortom, meubels die misschien wel meer van deze tijd zijn dan een glossy stoel ontworpen met AI.

Buitenbank geïnspireerd op de kring van kussens rond een kampvuur van ontwerpbureau Hall Haus.Beeld Lorenzo Arrigoni

3D-printen voor de massa

In de aanloop naar de Olympische Spelen lanceerde Nike deze maand met veel bombarie een sportschoen met een 3D-geprinte zool. Toch heeft Nike niet de primeur met dit industriële 3D-printen. In Milaan presenteert Signify, de voormalige lampendivisie van Philips, een 3D-geprinte hanglamp van ontwerper Basten Leijh. Het is een transparante bol waarover losjes twee halfronde stroken in verschillende kleuren hangen. Door deze stroken over of van elkaar te schuiven, kun je verrassende kleur- en lichteffecten creëren. Het vrolijke lampje valt daarnaast op door de duurzame productiemethode. Bij 3D-printen wordt niet meer materiaal gebruikt dan nodig is, zodat er geen afval is.

3D-printen zal het produceren en consumeren voorgoed veranderen, was vijftien jaar geleden al de gedachte. Iedereen zou immers zijn eigen spullen maken op zolder. Dat blijkt niet zo te zijn, maar wel werkt een op de twintig Nederlandse bedrijven op de een of andere manier met 3D-printen. Zo hangen de lampen van Leijh in een showroom die volledig is 3D-geprint door de Amsterdamse startup Aectual. De decoratieve panelen, de bar en de krukken zijn vervaardigd van gerecyclede tetrapakken. Na afloop van deze designweek kan het zo de versnipperaar in, om er vervolgens een nieuw interieur van te printen. Bijvoorbeeld voor Nike, waarvoor Aectual al drie winkels inrichtte.

Lampen van ontwerper Basten Leijh in een showroom die volledig is 3D-geprint door het Amsterdamse ontwerpbureau Aectual.

Grootmeesters

Italiaanse designgrootmeesters staan volop in de belangstelling. Gaetano Pesce (1939-2024) overleed twee weken voor de Milan Design Week, waar als eerbetoon een omvangrijk bloemlezing uit zijn oeuvre werd getoond. Van Alessandro Mendini (1931-2019) staat nu een overzichtstentoonstelling in designmuseum Triennale in Milaan. Het Designmuseum in Londen toont een retrospectief van Enzo Mari (1932-2020). Hun inventieve kleur- en materiaalgebruik is een blijvende inspiratie; Pesce werkte net zo makkelijk met gebrandschilderd glas als gebatikt doek. Net als hun radicale ideeën, Mari was een overtuigd anti-kapitalist. Maar vooral de originaliteit en expressie – Mendini creëerde geen zielloze spullen maar levendige personages.