Direct naar artikelinhoud
Lezersbrieven

Opinie: ‘Gebakken zeetongetje met een botersausje, sausje van bosuitjes – kunnen we ophouden met verkleinwoordjes in de horeca?’

Dit zijn de ingezonden brieven van vandaag. Ook een bijdrage leveren? Lees hier hoe dat kan.

Opinie: ‘Gebakken zeetongetje met een botersausje, sausje van bosuitjes – kunnen we ophouden met verkleinwoordjes in de horeca?’
Beeld Vincent Spiering

‘Ook irritant in de horeca: opsommingen met verkleinwoorden’

Ik heb weleens in een restaurant meegemaakt dat de walm parfum (Het Parool, 12 april) niet zozeer van een gast kwam, maar van het bedienend personeel. Afgebladderde nagellak, ook niet echt chic.

Onlangs in een mooie zaak met goede stoelen en stoffen servetten meegemaakt dat er, naast wat op de kaart stond, een zeker vijf minuten durende opsomming werd gemaakt van gerechten die buiten de kaart om geserveerd werden. Dit alles werd met een verkleinwoord aangeduid. ‘Gebakken zeetongetje met een botersausje, frietjes, gepofte tomaatjes, krieltjes met een sausje van bosuitjes en groene kruiden, krokantje van Parmezaanse kaas’.

Ik heb niets meegekregen van wat ze zei, hoorde alleen maar ‘tje’. I rest my case.
Julietta Poventud, Badhoevedorp

‘Oplossing voor duur terras: doe als in Parijs’

De belastingen op terrassen in Amsterdam gaan flink omhoog. Horecaondernemers vrezen dat ze straks vijf euro voor een fluitje moeten vragen. De oplossing? Doe als in Parijs. Daar moet je op het terras meer betalen voor je drankje dan wanneer je binnen zit. De innemer kan dan zelf kiezen wat hij ervoor over heeft.”
Rudi Wester, Badhoevedorp

‘Geweldig dat het Erik Scherder Huis bestaat’

Zo’n veertien dagen geleden werd ik door een jongeman aangesproken: of hij een praatje met mij mocht maken. Hij vertelde dat hij naar het Erik Scherder Huis ging (voor jongeren met niet-aangeboren hersenletsel die na hun reguliere revalidatie nergens terechtkonden, red.)

Ik wist daar niks van, mijn interesse was getriggerd omdat ik zelf na een meningeoom (goedaardige tumor) ook een heel traject moest afleggen. Zijn naam was Yuri, en nu zag ik hem in de krant (Het Parool, 23 april). Het was een fijn gesprek en ik wenste deze goedgemanierde jongeman alle goeds .

Geweldig dat dit huis bestaat, want de jonge mensen met een niet-aangeboren afwijking verdienen zo’n plek.
Yvonne Touwslager Prijn, Amstelveen

‘Hoe hufterproof optreden?’

Er reed een auto onze gracht op. Tegen het verkeer in. Ik gebaarde naar de chauffeur, die stopte en draaide het raampje open. Ik, rustig en vriendelijk: “Onze gracht is sinds kort eenrichtingverkeer mijnheer.” Hij, dertiger, felle ogen, verbeten schreeuwend: “Bemoei je met je eigen zaken bijdehandse kolerelijer!” Dot gas en door.

Mijn vrouw en ik kozen een stiltecoupé. Aan de andere kant van het gangpad een veertiger met zijn dochter van een jaar of zeven. Luidruchtig commentaar op wat op de smartphone bekeken werd. Meezingen met het Tiktokfilmpje. Ik, fluisterend, wijzend naar de raamsticker: “Mijnheer, dit is een stiltecoupé.” De vader verhief zich dreigend van zijn zitplaats: “Jij praat nu toch ook? Niet dan? F*ck you!” Verder met de herrie.

Vroeger was ik beresterk en prettig naïef. Nu ben ik 72 en kan ik hooguit een sprintje trekken. In de ogen van mijn vrouw lees ik: ‘je wordt binnenkort een keer op je bek geslagen.’

Hoe doe je dat: ­hufterproof effectief handelen in deze jungle zonder de held uit te hangen?

Ludo Grégoire, Leiden/Amsterdam