Direct naar artikelinhoud
Interview

Dwars door de Lage Landen is verslavend lome televisie: ‘We zijn niet gewend om verveling toe te laten’

De Vlaamse wandelaar Arnout Hauben, hét kijkcijferkanon van België, is terug met een nieuwe serie van Dwars door de Lage Landen. Daarin wandelt hij opnieuw van Nederland naar Vlaanderen. Onderweg knoopt hij gesprekken met passanten aan.

Dwars door de Lage Landen.Beeld VPRO

Welbeschouwd was het een gelukje. Door corona gedwongen om dichterbij te blijven kwamen Nederland en België op het spoor van de populaire televisiewandelaar Arnout Hauben. Niets Middellandse zee of nog verder weg: nee, Hauben gaat gewoon hier op voetreis. Het verslag van deze wandeling door België en Nederland, in Nederland uitgezonden door de VPRO, werd twee jaar geleden onverwacht een dikke hit.

Nu wandelt Hauben (48) daarom nóg een keer door hetzelfde gebied. Dit keer van Lauwersoog naar de zuidelijkste badplaats in Vlaanderen, De Panne. Een tocht van 1000 kilometer, opnieuw met dezelfde vrienden, cameraman Philippe Niclaes en geluidsman Ruben Callens. Uiteraard weer lopend, met de rugzakken op. “Deze reis is bijna een viering,” zegt Hauben. “Vanaf de eerste stap hebben we er intens van genoten. Ik denk dat dat ook wel van de beelden afspat.”

Onderweg knoopt u zoals altijd gesprekken aan. Wat ook dit keer opvalt: die gesprekken beginnen vaak heel bescheiden.

“Ik heb geen grotere doelen. Ik ben natuurlijk geen interviewer die op zoek is naar actualiteit. Mensen voelen zich daar veilig bij, denk ik. Veiliger dan als ik over actualiteit begin. Ik geef u een voorbeeld. We waren nog maar net vertrokken. Na twaalf kilometer wandelen door Friesland kwamen we de eerste boer tegen. Die werd héél kwaad op ons, omdat we op zijn erf stonden te filmen. Hij dacht natuurlijk: dat is een filmploeg, en de kranten staan vol over stikstof, iedereen hitst elkaar op. Het is de boeren tegen de media. Maar wij zeiden slechts: ‘Meneer, geen probleem, we zoeken alleen een plaats om te komen picknicken’.”

“We boden hem daarbij een stukje Frans brood aan. En op het moment dat hij dat Frans brood zag ontdooide hij. Volledig. Want hij had familie in Frankrijk, vertelde hij. Ons gesprek ging vervolgens over die familie. Die inmiddels niet meer Fries spreekt. En dat het dus, door de jaren heen, voor deze boer moeilijker was geworden om met hen te communiceren. Zo ontstond er een intiem gesprek. Op basis van een Frans stokbrood. Terwijl hij ons eerst als indringers zag. Wat daarbij ook scheelt: we komen natuurlijk met rugzakken op simpelweg voorbij wandelen. We zijn geen gelikte reporters die uit een busje stappen, even de mensen bevragen, hun verhaal stelen en snel terug naar de thuisbasis rijden.”

Dwars door de Lage Landen.Beeld VPRO

U kiest eigenlijk helemaal niet voor de toeristische hotspots. Waarom niet?

“Het is vaak niet naar wat je kijkt, maar de manier waarop je kijkt die belangrijk is. Voor mij hoeft het niet de grootste kathedraal te zijn, of het grootste marktplein. Ik vind het juist leuk om op minder bijzondere plaatsen iets bijzonders mee te maken. Ik heb zelf het wandelen omarmd. Ik zie het wandelen als zwerven. Ik weet vooraf wel waar ik wil uitkomen, maar evengoed kan ik dat idee intuïtief achter me laten en een zijpad inslaan. En toch aandacht hebben voor een detail, of voor iemand anders dan ik vooraf dacht. Het hoeft allemaal ook niet snel. Er zit een vertraging van het leven in dat wandelen. Ik veranker me door die trage manier van reizen met een landschap en de mensen die er wonen.”

Dat langzame klinkt ook een beetje ouderwets.

“Ja, dat is ouderwets, maar het is ook authentiek, denk ik. We zijn het niet meer gewend om iets traag te doen. Om een stukje verveling toe te laten. Het wandelen brengt ons weer terug naar die basis. Om dan toch dan toch weer verrast te worden. Ik word ook zelf graag verwonderd en geïnspireerd.”

Wat leert de kijker over de aard van mensen in uw programma’s?

“Als je dagelijks het journaal bekijkt of de kranten leest kun je niet anders dan een angstig mens worden. Maar als je gaat wandelen wordt je wereldbeeld weer helemaal bijgesteld. Dan merk je inderdaad dat je toch altijd wel een slaapplaats vindt. Dat mensen eigenlijk altijd wel de weg willen tonen. En je koffie aanbieden. Dat geeft vertrouwen in de wereld. Ik heb veel wandeltochten gemaakt, maar ik ben ook zelden echt in de problemen gekomen.”

Er staan de publieke omroep grote veranderingen te wachten. Hebben programma’s als dit nog wel toekomst?

“Ik hoop dat ze niet in gevaar komen. Een blik op de wereld en op onszelf, met wat humor en relativering, en geschiedenis: ik houd van die mix in ons soort programma’s. En ik houd van de meerstemmigheid die tv biedt. Die moeten we blijven omarmen. Als we daarin beginnen te snijden... In een democratie heeft de publieke omroep een belangrijke rol te vervullen. Juist door die meerstemmigheid en de blik op de wereld. Er moet zorgzaam worden omgegaan met het geld, dat snap ik. Maar om er de hakbijl in te zetten? Dat is de hakbijl zetten in een democratisch venster op de wereld.”

Dwars door de Lage Landen is elke zondag te zien om 20.15 uur op NPO 2.