Direct naar artikelinhoud
Energietransitie

Wetenschappers waarschuwen: ‘Keuzes voor het klimaat maken altijd wel iemand kwaad’

Wetenschappers waarschuwen: ‘Keuzes voor het klimaat maken altijd wel iemand kwaad’

Een klimaatneutrale samenleving in 2050, dat klinkt rooskleurig voor wie het belang van duurzaamheid inziet. Maar om dat te bereiken kunnen we in Nederland niet om controversiële technieken heen, waarschuwt het Planbureau voor de Leefomgeving. Vier voorbeelden.

CO2-opslag

Broeikasgassen verminderen kan met zon, wind en bodemenergie. Maar die groene bronnen kunnen in 2050 lang niet alle benodigde energie leveren, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In de vooruitblik van het adviesorgaan speelt afvang- en opslag van broeikasgassen (CCS) daarom een ‘serieuze’ rol. Daarbij worden broeikasgassen van fabrieken met een filter gevangen, nog voor ze de lucht in kunnen vliegen. Via buizen wordt die CO2 vervolgens in lege gasvelden onder de zeebodem gepompt. In de Rotterdamse haven is vorige week de aanleg van het eerste grote Nederlandse CCS-project begonnen, Porthos.

CO2-opslag in de zeebodem is mogelijk in leeggepompte gasvelden.Beeld ANP / ANP

De techniek is omstreden. Milieuorganisaties spreken van een schijnoplossing. De ‘fossiele’ industrie kan op oude voet doorgaan, moffelt de CO2-vervuiling slechts weg en pakt die niet bij de bron aan.

Maar CO2-opslag is nu eenmaal een van de ‘werkpaarden’ waar Nederland het van moet hebben, stelt het planbureau, deels om vervuiling in de landbouw te compenseren. Zou die optie geschrapt worden, dan lukt het ook niet om industrie en chemie CO2-neutraal te krijgen en de duurzame brandstof te produceren die de transportsector nodig heeft. Een relatieve meevaller, voor wie CO2-opslag vergelijkt met het onder het tapijt vegen van vuil in huis: het PBL ziet genoeg ruimte in de zeebodem, dus broeikasgas onder woonwijken stoppen is niet nodig.

Kerncentrales

Om een klimaatneutraal land te worden, zoals Nederland in het Parijs-akkoord (uit 2015) heeft beloofd, is heel veel elektriciteit nodig. Voor stekkerauto’s, warmtepompen, inductiekookplaten, elektrische fabrieken, en ga zo maar door. Kernenergie is ‘nuttig’ om een deel van al die stroom te leveren, concludeert het PBL. De onderzoekers gaan ervan uit dat het haalbaar is om twee grote nieuwe kerncentrales te openen, tussen 2030 en 2050. Meer nucleaire reactoren, zoals de Tweede Kamer graag wil, is niet uitgesloten, maar het PBL vindt heel veel kernenergie niet realistisch. Het vinden van een locatie, de aanleg van energiekabels en maatschappelijk draagvlak creëren voor kerncentrales is knap lastig, stelt het PBL.

De koeltoren van Tihange in België.Beeld Belga

“Dat maakt niet iedereen even vrolijk”, zegt PBL-directeur Marko Hekkert over de omstreden, maar volgens hem onmisbare keuzes. Hoewel het maatschappelijk draagvlak toeneemt, lijkt nucleaire energie een van de meest omstreden energievormen. De aanwezigheid van gevaarlijk hoogradioactief afval en de niet uit te sluiten risico’s zijn aanleiding voor verzet bij een deel van de bevolking. Maar Nederland kan er nu eenmaal niet omheen, zoals ook de nu formerende partijen PVV, NSC, VVD en BBB zeggen. “Alles is nodig, we hebben nu eenmaal weinig speelruimte”, zegt Hekkert.

Biomassa

Energiewinning uit takken en planten is een must. Het planbureau stelt dat dit op grote schaal moet gebeuren, vooral om er biobrandstoffen mee te produceren. Die alternatieve brandstoffen kunnen benzine, olie en kerosine vervangen. Door die biobrandstof in hun tank te doen zouden vrachttransport en lucht- en scheepvaart onderdeel kunnen worden van de klimaatneutrale toekomst. De benodigde takjes, restproducten uit de landbouw en snelgroeiende gewassen kunnen volgens het PBL ‘voor het leeuwendeel’ uit andere EU-landen komen. De biofabrieken die van bijvoorbeeld olifantsgras of bietenpunten een brandstof gaan maken, kunnen de broeikasgassen binnen hun installatie al afvangen en vervolgens opslaan, CCS dus.

Olifantsgras is een snelgroeiend gewas waarmee energie geproduceerd kan worden.

Zo ziet het PBL twee noodzakelijke maar relatief omstreden energietechnieken samenkomen in het Nederland van 2050. “Op de tekentafel is het vrij eenvoudig”, zegt PBL-directeur Hekkert, ter verdediging van dit toekomstbeeld. “Je kunt nu eenmaal niet één of twee grote technologieën weglaten.”

De meest omstreden vorm van biomassa, namelijk het verbranden van stukjes hout om elektriciteit mee te produceren, neemt het PBL overigens niet op in de toekomstvisies. Politiek en wetenschappelijk is er consensus ontstaan dat massale houtverbranding inefficiënt is en bos kan schaden. Onder meer de PVV is fel gekant tegen biomassa. De eigenaren van kolencentrales willen juist graag overstappen op hout als brandstof.

Windenergie

Net als over de bouw van nieuwe kerncentrales merkt het PBL over windenergie op dat die bij een deel van de bevolking een omstreden bron van duurzame stroom is. Zeker wie een windpark om de hoek krijgt, blijkt daar nogal eens bezwaren tegen te hebben – ook als zo iemand voor stevig klimaatbeleid is. Ook de windparken die op zee verrijzen zijn niet onomstreden. Critici uiten zorgen over geluidhinder voor zeedieren tijdens de aanleg, over vogels die ertegenaan vliegen, en over het blokkeren van visserij en scheepvaart.

Zonder windmolens – liefst joekels – die draaien op de Noordzee, is waterstofproductie niet mogelijk.Beeld ANP

In de staatjes die het PBL opstelde voor 2050 neemt windenergie echter een flink deel van de groene energievoorziening voor zijn rekening. De groene stroom van turbines zal volgens de onderzoekers hard nodig zijn voor zowel stroom om dorpen en steden van het gas af te halen, als voor waterstofproductie. Waterstof is een gas, dat geproduceerd kan worden met groene (wind)energie.

Zware industrie, voor de productie van staal of kunstmest, kan niet zonder een gas als brandstof. Loeizwaar bulktransport net zo min. Groene waterstof is daarom een onmisbare schakel in de duurzame samenleving, stelt het PBL. En zonder windmolens die daar grote volumes groene stroom voor aanleveren, liefst joekels die draaien op de Noordzee, zou dat niet lukken.

‘Doelen haalbaar zonder andere leefstijl’

In een dik nieuw klimaatrapport keek het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) of Nederland de klimaatdoelen van Parijs in 2050 kan halen. De onderzoekers gingen ervan uit dat de leefstijl en consumptiepatronen niet duurzamer worden.

De industrie blijft behouden in het PBL-onderzoek, de landbouw krimpt een beetje door stikstofbeleid. “Een denkexercitie”, volgens PBL-directeur Marco Hekkert, om te bekijken of de duurzame doelen kunnen slagen, zélfs als mensen niet anders gaan leven. “Wees eerlijk: ons vliegverkeer groeit bijvoorbeeld alleen maar.”

Uit een studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau bleek deze week ook: veel (rijkere) mensen passen hun levensstijl niet aan, ook al zeggen ze het klimaatprobleem heel zorgelijk te vinden. Blijken mensen wel bereid om minder te kopen en te reizen, en anders te eten en te wonen, dan worden de klimaatdoelen beter en goedkoper haalbaar. “Maar ook zonder ingrijpende wijzigingen van consumptie en productie zijn de doelen haalbaar”, zegt Hekkert. Een welkome uitkomst, vindt hij, want in termen van de energietransitie is 2050 al vlakbij.

Lees ook:

‘Klimaatkloof’ in Nederland: mensen met een krappere beurs zijn groener bezig dan rijken

Welgestelde Nederlanders die de mond vol hebben van duurzaamheid blijven vaak vervuilend leven. En omgekeerd: mensen met een krappere beurs zónder klimaatzorgen zijn vaak groen bezig. Die conclusie van SCP voedt het debat over een ‘eerlijke transitie’.