Direct naar artikelinhoud
AnalyseSolo's wielrennen

Zijn de ‘heel leuke dagen’ voor Van der Poel en Pogacar de dood in de pot voor het wielrennen?

Mathieu van der Poel tijdens zijn lange solo in Parijs-Roubaix op kasseienstrook nummer 5 van Camphin-en-Pévèle.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Het wielervoorjaar van 2024 zal beklijven als de periode waarin Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar na lange solo’s grote overwinningen boekten. Was dat saai of sensationeel?

Als één woord de voorjaarsklassiekers van 2024 vangt, is dat ‘solo’. Bij drie van de vier belangrijkste koersen kwamen Mathieu van der Poel (2x) en Tadej Pogacar alleen als eerste over de streep. De zes langste winnende solo’s van het jaar komen op naam van de twee liefhebbers, toch al vermaard om hun eenzame voorstellingen.

Die roepen wel de vraag op of we naar saaie sport hebben gekeken of naar de schoonheid van dominantie van mogelijk twee van de grootste renners aller tijden – al waren ze tijdens hun urenlange alleingang nauwelijks in beeld.

Over de auteur

Robert Giebels is sportverslaggever van de Volkskrant en schrijft over wielrennen en Formule 1. 

Pogacar zegevierde zondag in Luik-Bastenaken-Luik na 34,4 kilometer met tegenwind alleen op kop. Regerend olympisch kampioen Richard Carapaz probeerde aan te haken, maar moest dat bekopen met de 26ste plaats. Van der Poel kwam in de Ronde van Vlaanderen na 44,8 eenzame kilometers in hondenweer volkomen uitgewoond over de streep.

Een week later oogde de Nederlander alweer als een kind in een speeltuin en vloog hij met wind mee 59,6 kilometer solo over de kasseien van Parijs-Roubaix. Daarmee fietste hij een voorsprong van 3 minuten bij elkaar, waardoor hij zich op zijn gemak kon installeren op het middenterrein van de wielerbaan van Roubaix om de strijd om plek twee gade te slaan.

Vergeefs wachten

Dat gevecht was, zoals na al die solo’s, aanzienlijk spannender dan het vergeefse wachten op het instorten van de eenzame koploper. Pogacar en Van der Poel gaven geen moment de indruk dat ze hun solo niet winnend zouden afsluiten. Dat hadden ze immers ook niet gedaan in de Strade Bianche en de E3 Saxo Classic.

Recordsolo: 253 kilometer

De langste solo's komen op naam van renners die aan de aandacht van het peloton ontsnappen. Zoals Thierry Marie, de Fransman die in de Tour van 1991 kort na de start wegglipte en in het pre-oortjes-tijdperk 234 kilometer alleen op kop reed. De langste winnende na-oorlogse solo komt, voor zover bekend, op naam van Albert Bourlon. In de Tour van 1947 won hij de 253 kilometer lange 14de etappe door er meteen bij de start vandoor te gaan.

Op de Italiaanse ‘witte wegen’ gooide de kopman van UAE er begin maart een solo van liefst 81,1 kilometer uit – de langste sinds 2005 op het hoogste niveau. Op weg naar Harelbeke plaatste Van der Poel 43,7 kilometer voor het einde een versnelling die de rest te machtig was.

De ene liefhebber geniet, de ander mist de spanning en tv-commentatoren hebben een probleem. ‘Je hebt alles over zo’n jongen wel verteld’, zegt wieleranalist en -commentator van de NOS Stef Clement over de bijna twee uur lange solo van Pogacar in Italië.

De oud-renner bekende na Parijs-Roubaix voorzichtig dat hij er niet veel aan had gevonden, de 121ste editie van de iconische kasseienklassieker. ‘Ik wil een wedstrijd zien. Maar de grootste tegenstander van Van der Poel ontbrak en de renners die er wel waren, waren niet bij machte tegenstand te bieden.’

Clement doelt op Wout van Aert, die door een valpartij langdurig is uitgeschakeld. Net als Jasper Stuyven, die met zijn ploeg Lidl-Trek meer tegenstand had kunnen bieden. Oud-winnaars van ‘Luik’, Primoz Roglic en Remco Evenepoel, stonden ook door kwetsuren daar niet aan de start.

Unieke tijd

Wat eendagskoersen betreft, stelt Clement, leven we in een unieke tijd. ‘We hebben nu misschien wel vier van de grootste klassieker-renners aller tijden in één peloton.’ Maar door twee grote valpartijen in Dwars door Vlaanderen en de Ronde van het Baskenland fietsten slechts twee van die vier – Van Aert, Evenepoel, Van der Poel en Pogacar – alleen samen in Luik-Bastenaken-Luik. ‘Dat is het verlies van de wielersport van dit voorjaar: we zullen nooit weten of het anders was gegaan als de tegenstand niet bij voorbaat was uitgeschakeld.’

Wie Van der Poel en Pogacar solo bezig zag – ongenaakbaar, almaar doortrappend, snel afstand nemend – is geneigd te denken dat ze ook de afwezige toprenners hadden verslagen. Temeer omdat de twee het complete peloton tegen zich hadden en de concurrentie vooraf wist dat ze ervandoor zouden gaan.

Een solo onder die omstandigheden is voorbehouden aan grote renners als Eddy Merckx. Hij won in 1969 de stormachtige, verregende Ronde van Vlaanderen na 70 kilometer alleen. Later dat jaar pakte hij in de Tour 14 minuten op zijn concurrenten met een solo van 140 kilometer over de Tourmalet en de Aubisque. Volgens een onbevestigd gerucht zou de Tour-directie in 1973 Merckx omwille van de spanning hebben verzocht niet aan de start te komen.

Er schuilt wat Clement betreft zonder meer schoonheid in de solo. Maar zo’n uiting van dominantie gaat bij de groten van nu wel enigszins ten koste van heroïek, oppert de voormalige tijdritspecialist. Zo had Van der Poel in Roubaix 48 kilometer per uur gereden en zei na zijn solo dat hij had genoten van een heel leuke dag. ‘Ik heb net een half uurtje in de tuin gewerkt’, zegt Clement, ‘maar ik zie er slechter uit dan Mathieu van der Poel na Parijs-Roubaix.’

Vrouwenkoersen wel spannend

In de vrouwenkoersen van het wielervoorjaar geen lange solo’s, maar razend spannende sprints in alle soorten en maten. De langste solo in de grote eendagskoersen telde slechts 500 meter. Wereldkampioen Lotte Kopecky ging er in de Strade Bianche Donne op die afstand alleen vandoor en versloeg de Italiaanse kampioen Elisa Longo Borghini.

De veruit spannendste winnende solo was van Amber Kraak, die in de vierde etappe van de UAE Tour Women op 5,7 kilometer van de streep alleen op avontuur ging. De Nederlandse van FDJ werd nét geen prooi van 86 jagers die in dezelfde tijd als Kraak finishten.

Vorig jaar won SD Worx met vooral Demi Vollering de grootste koersen op Parijs-Roubaix na. In 2024 is de verscheidenheid aan winnende rensters en ploegen veel groter en staat Vollering op nul zeges. Wel pakten Kopecky en Lorena Wiebes voor SD Worx de meeste overwinningen, met ‘Roubaix’ voor de Belgische als hoofdprijs.

Lidl-Trek won met Longo Borghini na een, achteraf, tactische meesterzet de Ronde van Vlaanderen en bij Visma-Lease a bike bleek Marianne Vos in de vorm van haar leven. Met slimme sprints dit voorjaar bracht ze haar carrièretotaal op de weg op liefst 250 zeges.