Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Dezelfde Amsterdamse plek op de foto, met een eeuw ertussen: ‘Auto’s en mensen probeer ik te vermijden, maar die zijn er nu eenmaal’

Dezelfde Amsterdamse plek op de foto, met een eeuw ertussen: ‘Auto’s en mensen probeer ik te vermijden, maar die zijn er nu eenmaal’
Beeld Stadsarchief

In het Stadsarchief Amsterdam is vanaf 26 april de gratis toegankelijke fototentoonstelling Déjà vu te zien, naar de Parool-rubriek waarin Erik Klein Wolterink de veranderende stad in beeld brengt door een archieffoto opnieuw vast te leggen. ‘Auto’s en mensen probeer ik te vermijden, maar die zijn er nu eenmaal.’

Op de keukentafel in zijn jarendertigwoning in de Hoofddorppleinbuurt in Amsterdam ligt een zwarte cassette met alle Déjà vu’s die kunstenaar-fotograaf Erik Klein Wolterink (Doetinchem, 1965) de afgelopen vijf jaar heeft gemaakt. “Plusminus 250 stuks,” zegt hij niet zonder trots. “En dit is wat ik nog moet doen,” vervolgt hij, terwijl hij een enorme stapel plastic mapjes met A4’tjes met prints, foto’s en andere informatie naar voren schuift. “Ik kom pas net op gang.”

In de zomer van 2017 liep Klein Wolterink op het fotofestival van Arles Paroolfotoredacteur Gitima van der Putten en PS van de Week-chef Judith Zilversmit tegen het lijf. Ze raakten aan de praat, na een tijdje werd hem gevraagd wat hij eigenlijk deed.

Weesperpoortstation, 1901 en 2019. Het Weesperpoortstation was een kopstation in Amsterdam en van 1843 tot 1939 in gebruik voor de verbinding met Utrecht. Het station lag op de plaats van het huidige Rhijnspoorplein en had een seinhuis op de kruising Wibautstraat met Eerste Oosterparkstraat.

“Ze vonden het wel interessant, en ik geloof dat ze me wel een prettig persoon vonden – hoewel dat een beetje gek is om over jezelf te zeggen. Later ben ik op de redactie langs geweest met mijn portfolio. Ze konden mijn werk wel waarderen, maar ze hadden niets concreets, maar als ze wél wat hadden, zouden ze zeker contact met me opnemen.”

Het duurde even, maar in mei 2019 werd Klein Wolterink opnieuw uitgenodigd op de redactie. Of hij de rubriek Déjà vu wilde overnemen, die elke woensdag paginagroot in PS, de bijlage van Het Parool, staat: een oude archieffoto gecombineerd met een nieuwe foto vanuit precies hetzelfde perspectief. “Ik kende de rubriek niet, maar ik vond het direct interessant. Het is echt ongelooflijk hoe het werkt. Ik zeg vaak: één foto is geen foto. Eén foto is saai. Eén foto kun je bekijken, maar met twee foto’s ga je het zien.”

Erik Klein Wolterink.Beeld Jonathan Herman

Klein Wolterink mocht dan nog nooit hebben gehoord van Déjà vu, het project paste hem als een handschoen. Als ‘cartograaf van het dagelijks leven’ brengt hij de driedimensionale wereld om zich heen in beeld door middel van tweedimensionale media. “Ik doe meestal wat langer lopende projecten, waarbij ik regelmatig gebruikmaak van archieffoto’s.”

Terug Thuus / Back Home is zo’n project. Daarvoor heeft hij archiefbeelden van zijn ouderlijk huis gecombineerd met beelden van hoe het er nu uitziet. Ook legde hij 200 jaar na dato de route opnieuw af (en vast) die Napoleon nam op zijn reis van Amsterdam naar Texel. In opdracht van het Stadsarchief en het Amsterdamse Fonds voor de Kunst maakte hij de serie Kitchen Portraits, waarmee hij Amsterdam in kaart bracht door middel van wat mensen in hun keukenkastje hadden staan.

Naar de kunstacademie

Wat van pas komt, is dat Klein Wolterink als landmeter heeft gewerkt. “Ik ben opgeleid tot ingenieur Land & Water Management. Ik heb jaren gewerkt in de milieubranche. Bodemverontreiniging om precies te zijn, en daarvoor moest ik ook kaarten maken, kaarten lezen, landmeten en waterpassen. Ik zat in een kantoor langs de snelweg. Tot mijn vrouw op een dag zei: ga eens wat doen met je leven, iets wat je écht leuk vindt, want het gaat niet goed zo. Toen ben ik de kunstacademie gaan doen.”

Damstraat, 1979 en 2021. Het Leger des Heils had vanaf 1952 haar hoofdkwartier aan de Damstraat 13-15. Tientallen jaren hing hier de grote lichtreclame “twijfel niet - GOD - is er”. In 1993 werd het gebouw overgenomen door hotel Krasnapolsky, gesloopt en vervangen door nieuwbouw. 

Zijn eerste Déjà vu maakte hij op het Aalsmeerplein, op een steenworp afstand van zijn huis. “Daar stonden in de Tweede Wereldoorlog wegwijzers in het Duits: Kommandantur, Deutsche Polizei, dat soort dingen. Een heel bizarre foto.”

“Hij zat in mijn hoofd sinds ik voor een ander project onderzoek heb gedaan naar dit huis – er hebben in de oorlog Duitsers in gezeten. Of eigenlijk Oostenrijkers in Duitse dienst. Het waren nette mensen, heb ik gehoord van een heel oude buurvrouw.” Hij schuift op zijn stoel. “Ik begin het liefst dichtbij. Voor Kitchen Portraits heb ik ook mijn eigen keukenkastjes en de keukens van mijn buren gefotografeerd.”

Er zijn geen regels of voorschriften door de krant opgesteld voor de rubriek; Klein Wolterink heeft zichzelf ook geen beperkingen opgelegd. “Voor mij hoeft er ook geen directe aanleiding te zijn. Sterker: dat probeer ik te vermijden. Er staat elke dag al zoveel malaise in de krant, en dan sla je de pagina om en beland je bij Déjà vu en denk je: hè hè, even iets anders.”

“De titel is Déjà vu en daar gaat het me om: dat het een gevoel van herkenning oproept, met een kleine verwarring. Het kan een plek zijn die heel erg veranderd is, of juist een plek die bijna hetzelfde is gebleven, het liefst buiten de grachtengordel, waar ook iets over te vertellen valt.”

“Die tekstjes mogen maar maximaal vijftig woorden zijn. Dat is best een uitdaging, want nadat ik alle informatie heb verzameld, begin ik meestal met een ellenlang Worddocument.”

Kikkerbilssluis, 1863 en 2022. De Kikkerbilssluis ligt tussen Oudeschans en Oosterdok en bestond in 1863 uit een sluis met brug. Nu ligt er alleen een brug, van architect Piet Kramer, maar deze heet nog steeds Kikkerbilssluis, zoals is uitgebeiteld in het landhoofd. Een ‘kikkerbil’ was een speciaal stuk hout in de scheepsbouw.

Groothoek

Hij pakt een printje uit een van de mapjes en begint te vouwen. “Ik ga altijd op zoek naar exact hetzelfde standpunt. Dat is heel simpel. Ik neem het printje mee naar de locatie en vouw hem in vieren. Kijk zo. Dan weet je het midden van de foto. Op dit middelpunt richt ik straks mijn fototoestel, met wat extra groothoek voor wat speelruimte.”

“Ook zoek ik op de foto naar details in de voorgrond die in lijn liggen met punten in de achtergrond. Als ik later buiten ben dan loop ik net zolang heen en weer totdat die punten op precies dezelfde manier in lijn liggen; dan sta ik goed.”

Soms moet hij bij mensen naar binnen om op exact het juiste punt te komen. “Maar omdat het voor Het Parool is, is dat eigenlijk nooit een probleem. Soms zijn ze niet thuis, dan moet ik weer terug.”

Tentoonstelling

In de hal van het Stadsarchief Amsterdam is van 26 april tot en met 29 september de gratis toegankelijke fototentoonstelling Déjà vu te zien, waarin Erik Klein Wolterink de veranderende stad in beeld brengt door een archieffoto – vaak uit de collectie van het Stadsarchief – opnieuw vast te leggen. Het project toont de ontwikkeling van de stad, maar ook de rijke geschiedenis van de stadsfotografie.

Fotowedstrijd

Enthousiast geraakte bezoekers maken via een fotowedstrijd kans om ook deel uit te maken van de tentoonstelling. Aan het einde van de expositie zijn twee wanden gereserveerd voor nieuwe bijdragen. Bezoekers kunnen hun eigen bijdrage inzenden; de beste foto’s worden toegevoegd aan de tentoonstelling in het Stadsarchief.

Hij bladert weer door zijn mapjes en laat een foto zien van het Nederlandsch Sportpark, het eerste stadion van Nederland. “Dat stond van 1914 tot 1929 vlak bij het Olympisch Stadion. Deze foto is volgens mij gemaakt vanaf het dak van een pand dat er nog steeds staat, maar ik kan niet op het juiste punt komen. Ik ben wel in de buurt geweest, maar ik moet twee deuren verderop zijn, schat ik. Maar die mensen heb ik dus nog nooit thuis getroffen.”

Onverrichter zake terug naar huis

Normaliter fietst Klein Wolterink de hele stad door, op zoek naar interessante plekken, maar sinds een jaar heeft hij long covid, dus dat gaat nu niet. “Nu rijdt een aantal buurvrouwen mij rond. Dat is heel aardig, maar daar gaat wel wat meer planning aan vooraf.”

“Ik ploeg alle beeldbanken door, telkens weer met andere zoekopdrachten. En ik ben lid van allerlei Facebookgroepen en nieuwsbrieven: Ons Amsterdam, Erfgoedvereniging Heemschut…” Met een lach: “Het is inspiratie maar ook veel transpiratie.”

Het maken van de foto zelf is nog het minste werk. In een stief kwartiertje maakt Klein Wolterink doorgaans ‘enige tientallen foto’s’ met zijn Nikon Z6, een kleinbeeldcamera. Thuis kan hij pas écht controleren of hij geslaagd is in zijn missie. Fotoshoppen doet hij ook niet. “Ik heb ooit één keer een vliegende vogel weggehaald. Die leidde af, maar daar had ik eigenlijk direct spijt van. Echt, het is de uitzondering die de regel bevestigt.”

Regelmatig keert hij onverrichter zake terug naar huis. “Dan staat een gebouw in de steigers, is de weg opgebroken, of er staat een vrachtwagen in beeld, van Beter Bed of zo. Auto’s en mensen probeer ik te vermijden, maar die zijn er nu eenmaal. Nee, ik vind het helemaal niet interessant dat je dan beter kunt zien wanneer de foto is gemaakt. Waarom zou je dat moeten zien? Het is toch veel beter als je denkt: wanneer is dit?”

Resoluut: “Mensen leiden af, het gaat om plekken. Ik houd van mensen, hoor, maar niet in deze serie. Niet te veel, althans. Terwijl het soms best lekker zou zijn als er wat mensen te zien zouden zijn. Of gezelliger. Maar gezellig, pfff, ik weet het niet. Het hoeft niet mooi-mooi of leuk-mooi, het moet interessant-mooi zijn. Dat je zelf een beetje moet zoeken.”

Aan het eind van het gesprek wijst Klein Wolterink op een zwart-witfoto die achter hem aan de muur hangt: zijn vader, gepensioneerd boer in Varsseveld. “Ik heb hem deze map ook een keer laten zien. Ik vroeg hem: ‘Pa, kijk eens, wat vind jij er nou van?’ Hij bladeren, maar het bleef maar stil. Ik zei: ‘Pa, zeg eens iets. Vind je het goed, leuk, mooi, niet mooi?’ Toen zei hij zachtjes: ‘Dit vind ik wel heel mooi.’ Hij wees op mijn naam, Klein Wolterink, die heel klein onder de foto’s staat. ‘Dat je naam eronder staat, dat vind ik wel heel mooi’.”

Déjà vu, 26 april 2024 t/m 29 september 2024 in het Stadsarchief, Vijzelstraat 32. Zie voor meer informatie de website van Erik Klein Wolterink.

10 jaar Déjà vu

De fotorubriek Déjà vu, die elke woensdag paginagroot in PS staat, is 10 jaar geleden bedacht door Floris Lok (58). Hij was destijds huisfotograaf van Het Parool en is tegenwoordig werkzaam voor De Telegraaf. “Het idee van een toen-en-nu-foto was niet nieuw, dat bestaat al zolang als de fotografie bestaat. Maar ik woon mijn hele leven al in Amsterdam en het viel me op een gegeven moment op dat de plekken op mijn eigen foto’s ook al veranderd waren. Ik dacht: misschien is dat wel een leuke rubriek voor Het Parool. Ik heb toen een paar proefjes gemaakt en hoofdredacteur Barbara van Beukering zei vervolgens direct ja.”

Lok probeerde bij zijn keuze voor een bepaalde plek zo veel mogelijk rekening te houden met de actualiteit. “Rond sinterklaas zocht ik een oude foto van de Sint, bijvoorbeeld uit de Tweede Wereldoorlog. Dat soort dingetjes. De foto’s zocht ik in de digitale archieven van het Stadsarchief, ANP, Anefo en Het Parool, en ik gebruikte ook wel eens m’n eigen foto’s, die ik eind jaren 80, begin jaren 90 heb gemaakt.”

Lok hanteerde twee stelregels. “Er moet iets veranderd zijn, maar er moet ook niet te veel veranderd zijn. De lezer moet houvast hebben. Laatst zag ik een toen-en-nu-foto van de Potsdamer Platz in Berlijn, waar werkelijk alles was veranderd. Dat is niet leuk, vind ik.”

Nog iets: in zijn eigen foto’s moest iets gebeuren, aldus Lok. “Je kon natuurlijk niet schuiven met je camera, maar ik kon wel net zo lang wachten tot er iets of iemand in het beeld liep. Ik nam daar echt de tijd voor. Dat vond ik belangrijk, want door hun kleding en kapsels geven mensen de tijd weer. Als je een gracht ziet en er lopen geen mensen, dan heb je geen idee uit welk jaar die foto komt. Een stad zonder mensen vind ik niet zo interessant.”

Lok vindt het leuk dat de rubriek nog steeds bestaat, maar er is wel een dingetje. “Heel soms komen er plekken voorbij waar ik ook al ben geweest.” Met een lach: “Maar dat kan natuurlijk, vaak is er dan alweer iets veranderd. De stad is continu in beweging.”

De Déjà vu-fotografen

Floris Lok maart 2014 - juni 2017
Eva Plevier juni 2017 - september 2018
Maarten Steenvoort oktober 2018 - mei 2019
Erik Klein Wolterink juni 2019 - nu