vereenzaming

Graag gezien en toch ongemerkt gestorven: “Markus trok zich volledig terug”

Vorige week vond de Antwerpse politie het lichaam van zestiger Markus V. in zijn herenhuis in Antwerpen. De man, een bourgondiër en graag geziene vrijwilliger, was al een jaar overleden. “Markus kon zich volledig terugtrekken. Zo is hij ook gestorven.”

Heleen Debeuckelaere

“Markus was mijn schildpad. Om de zoveel tijd kroop hij weg, in de grond, voor zijn winterslaap. De laatste jaren deed hij dat steeds vaker. Maar hij kwam altijd terug, ­behalve deze keer.” In een kille ­Onze-Lieve-Vrouw Geboortekerk in Lint weergalmen de woorden van Melissa. Ze is het petekind van Markus V., die vorige week dood werd teruggevonden in zijn herenhuis aan de Amerikalei in Antwerpen.

Vrijdagmiddag kwam een vijftigtal mensen samen om hem een laatste groet te brengen, in de kerk waar de zestiger gedoopt was en waar hij afscheid had genomen van zijn vader en moeder. Petekind Melissa werd voorafgegaan door het gezang van Ramses Shaffy, die het publiek toezong dat ze “hem zijn ­eigen gang moeten laten gaan”.

Markus V. was al een jaar overleden toen ze hem vonden. De politie stond samen met een deurwaarder klaar om zijn inboedel in beslag te nemen, want hij had geen rekeningen meer betaald. Samen met een slotenmaker braken ze de deur open. Op de eerste verdieping troffen ze hem aan.

De zestiger was een natuurlijke dood gestorven. Het leek een verhaal van verregaande eenzaamheid te zijn, van een leven dat zo klein was geworden dat niemand nog omkeek naar die excentrieke man met puntschoenen en een sik. Dat was niet het geval.

Meestal dringt het gemis van de overledene pas enigszins door tijdens de begrafenis. Maar de vrienden en kennissen van Markus misten hem al lang. “Markus was niet eenzaam. Er was altijd een plaats voor hem bij ons,” vertelt Johan, een dichte vriend, “maar hij had moeilijke periodes waarin je hem gewoon niet te pakken kon krijgen.”

Barokke man

Markus werd geboren in 1962 in Mortsel als zoon van Gerda en Frans. Zijn vader was de baas van een ­natiebedrijf in de haven. Het gezin kwam geen geld tekort. Ze kochten grond in Lint en hun zoon, die opgeleid was als architect, zou er voor hen een huis bouwen.

“Frans was een aimabele en intellectuele man, ik was dol op hem”, vertelt Patrick Smeets, voormalig OCMW-voorzitter uit Lint. De zoon, Markus, was moeilijker te doorgronden. “Als wij bij Frans op bezoek gingen en Markus was thuis, verstopte hij zich soms in zijn kamer. Hij kon zich volledig ­terugtrekken. Zo is hij ook gestorven.”

Markus V. was groots, “een barokke man” zegt priester Philip Debruyne, die hem kende van de jezuïetenorde waar hij in de jaren 80 in- en weer uittrad. Een man met een haast eindeloze kennis – zo leek het toch – van muziek, van kunst, van geschiedenis en religie. Hij bouwde voor de jezuïeten een nieuw altaar en een preekstoel en ontwierp de nieuwe vloer van de Onze-Lieve-Vrouw van Leliëndaalkerk in Mechelen in 1995. Eerder verzorgde hij ook de inrichting van de kapel van het Sint-Barbaracollege in Gent.

Markus V. was een bourgondiër, spirituele man en graag geziene vrijwilliger.© rr

V. was een bourgondiër, een spirituele man met een oog voor de mooie dingen in het leven. Jaren van zijn leven wijdde hij aan reizen. Eerst vooral in Zuid-Azië als reisbegeleider. Later met een vriend op de trein van Damascus naar Teheran, toen dat nog kon. Of met de boot van Jordanië naar Egypte. Hij doorkruiste continenten. Aan het einde brachten de reizen hem vooral naar India, waar hij zijn toevlucht zocht in ashrams (spirituele leefgemeenschappen, red.). “We hebben de voorbije dagen zijn vrienden in India op de hoogte moeten brengen van wat er is gebeurd”, vertelt Sylvie, een vriendin. “Ze begrijpen niet hoe dit kon gebeuren. Ze zeggen dat zoiets daar nooit zou voorvallen. Maar ze weten niet hoe het hier was.”

Waaklicht

Hier, in Antwerpen en Lint, vervaagde Markus. De zoekende man zocht naar een uitlaatklep in vrijwilligerswerk. Bij De Ark, een Antwerpse leefgemeenschap voor mensen met een mentale beperking, was hij een graag geziene vrijwilliger. Zijn tweede huis in Gent stond altijd open voor vluchtelingen of mensen die het wat moeilijker hadden.

Maar de grootse Markus had een teer hart. Na het overlijden van zijn vader in 2015, voor wie hij had gezorgd tot de dood, besloot Markus dat hij weg wilde uit Lint. Zijn moeder Gerda was al een tiental jaar eerder overleden. “Hij nodigde ons uit voor een afscheidsmaal met een aantal ander dichte vrienden uit Lint. Daar kondigde hij aan naar Antwerpen te zullen verhuizen,” vertelt Smeets. “We konden een uitnodiging verwachten als hij zijn nieuwe huis in orde had gebracht. Het is de laatste keer dat ik hem heb gezien.” Smeets voelt zich er schuldig over. Had hij meer moeten doen? Maar zijn berichten aan Markus bleven onbeantwoord. En zo verging het de andere vrienden ook.

De laatste jaren van Markus’ leven blijven vaag. In zijn herenhuis in Antwerpen, dat ooit nog het hoofdkwartier van de hare krisjna in België was geweest, ging de deur haast nooit meer open. Voor zijn buren leek het alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Misschien was hij op reis, of waren ze hem toevallig niet tegengekomen. Op de eerste verdieping brandde tot vorige week een waaklichtje, zo leek er altijd iemand thuis.