Direct naar artikelinhoud
Analyse

Israël en Iran vinden geitenpaadje uit escalatie, geen grote vergeldingsaanval

Een anti-Israël spandoek op straat in Teheran, 19 april.Beeld ANP

Israël heeft in de nacht van donderdag op vrijdag kleine, gecalculeerde luchtaanvallen uitgevoerd op Iraanse bodem. In Iran werd er zelfs nauwelijks aandacht aan besteed. Israël noch Iran heeft er belang bij de zaak nog hoger op te drijven.

Een moment van opluchting voor het Midden-Oosten: de grote Israëlische vergeldingsaanval op Iran waar sommigen voor vreesden, is er niet gekomen. In de nacht van donderdag op vrijdag koos het kabinet van premier Benjamin Netanyahu voor een gecalculeerde aanval op onder meer een Iraanse luchtmachtbasis. Voor zover bekend zijn daarbij geen slachtoffers gevallen. Tegelijkertijd werden meerdere militaire bases in zuidelijk Syrië bestookt, een gebied waar Iran eveneens militair aanwezig is.

Iraanse staatsmedia meldden drie explosies nabij de stad Isfahan, nadat het luchtverdedigingssysteem een aantal drones uit de lucht zou hebben geschoten. Volgens bronnen vanThe New York Times werd een luchtmachtbasis voor F-14-gevechtsvliegtuigen geraakt, zonder dat duidelijk is wat de schade is. Een aantal nucleaire installaties in dezelfde omgeving bleef volgens het internationale atoomagentschap IAEA onbeschadigd. Ook boven de stad Tabriz zou een aantal drones zijn neergehaald.

Over de auteur
Jenne Jan Holtland is correspondent Midden-Oosten voor de Volkskrant. Hij woont in Beiroet. Hiervoor was hij correspondent Centraal- en Oost-Europa.

Om de boel te bedaren deed het Iraanse regime zijn best de aanval publiekelijk zo klein mogelijk te houden. Er werd nadrukkelijk niet naar Israël gewezen. Wie geen dader aanwijst, hoeft immers niet te vergelden. Binnenlandse ‘infiltranten’ kregen de schuld. Tijdens een speech maakte de Iraanse president Ebrahim Raisi zelfs helemaal geen woorden vuil aan de aanval. Intussen zond de staats-tv beelden uit van de kalme ochtendspits in Isfahan en van Iraniërs die de aanval vanaf hun balkon grappend nadeden met papieren vliegtuigjes.

Witte Huis ingelicht

Ook Israël hield zich stil. Een formele erkenning dat het achter de aanval zat, kwam er vrijdag niet, maar daarover bestaat eigenlijk geen twijfel. Een anonieme Israëlische functionaris zei tegenThe Washington Post dat de luchtaanval bedoeld was om Iran te laten zien dat Israël in staat is op Iraanse bodem toe te slaan. Het Witte Huis zou twee dagen van tevoren zijn ingelicht over het feit dat er een aanval ophanden was. Het ging om een reactie op de grootschalige luchtaanval van Teheran op Israël, vorige week zaterdag, met ruim 300 drones en raketten.

Mocht Israël het hierbij laten en de Iraniërs verder met rust laten, dan ligt er voor beide landen een welkom geitenpaadje om uit de geweldsescalatie te stappen. Vooral het Iran van opperste leider Ali Khamenei is daarbij gebaat: net als de VS heeft Teheran sinds de terreuraanval van Hamas op 7 oktober te kennen gegeven dat het niet op een grote, regionale oorlog met Israël zit te wachten. De Hamas-leiding vroeg Khamenei meermaals om meer militaire hulp, maar kreeg telkens een nee te horen.

Tussen Israël en Iran kunnen de verhoudingen nu terugkeren naar die van vóór 1 april, toen Israël het Iraanse ambassadecomplex in Damascus raakte en daarmee de ‘spelregels’ van de oorlogsvoering in het honderd hielp. Een topgeneraal van de Iraanse Revolutionaire Garde kwam daarbij om het leven. Alom werd gevreesd voor een bloedige kettingreactie, waarbij de ene luchtaanval de andere zou uitlokken. De Iraanse wraakaanval van vorige week viel te lezen als een waarschuwing én uitnodiging tegelijk. Vrij vertaald: je speelt met vuur, laten we teruggaan naar de oude spelregels.

Afdalen op escalatieladder

Dat aanbod lijkt te zijn aangenomen. Israëls beperkte aanval biedt beide partijen de mogelijkheid af te dalen op de escalatieladder. Bij scherpslijpers binnen Netanyahu’s oorlogskabinet leidt dat grote woede. ‘Zwakte!’, twitterde de rechts-extremistische minister Itamar Ben-Gvir, die tevergeefs had gepleit voor een keihard optreden. Of er alleen drones in het spel waren, wordt overigens betwist. Volgens Israëlische media zijn er ook raketten afgevuurd.

Premier Netanyahu zal mogelijk hopen dat hij met de afgemeten aanval enig krediet terugwint bij de Amerikaanse president Joe Biden, met wie de verhoudingen totaal verzuurd zijn geraakt. Biden had eerder laten weten dat hij een grote Israëlische tegenaanval op Iraanse bodem niet zou steunen, en kan nu tevreden zijn dat het nachtmerriescenario is afgewend.

De hamvraag is nu wat Israël met dat krediet gaat doen. Een toonaangevende Qatarese krant suggereerde donderdag dat er tussen Washington en Tel Aviv een ietwat cynische uitruil zou zijn bekokstoofd: géén grote aanval op Iran, in ruil voor Amerikaans groen licht voor het uiterst omstreden Israëlische plan om Rafah in het zuiden van Gaza binnen te vallen.

Lang niet iedereen is overtuigd van het bestaan van zo’n uitruil (de Amerikanen ontkennen), aangezien Netanyahu al maanden zijn eigen plan trekt – met of zonder steun van het Witte Huis. Op zijn kruistocht richting een ‘totale overwinning’ op Hamas dreigt hij aanhoudend met een grondinvasie in Rafah (waar Hamas zich met een aantal brigades zou ophouden), ondanks waarschuwingen uit zowel Arabische buurlanden als het Westen om dat niet te doen. In en rond Rafah bevinden zich zo’n 1,4 miljoen Palestijnen die geen kant op kunnen.

Het gevaar van een regionale escalatie mag voor nu geweken zijn, maar aan de directe aanleiding, de terreurdaad van 7 oktober en de daaropvolgende verwoesting van Gaza, is niks veranderd. Er is bovendien een tweede front, aan de grens met Libanon, waar Israël nog steeds een uitputtingsoorlog voert met de pro-Iraanse groepering Hezbollah. Zolang die beide fronten verstoken blijven van een staakt-het-vuren, blijft het risico van een bredere, regionale uitbarsting bestaan.