Direct naar artikelinhoud
Maestro’s die zalen uitverkopen zijn in de ogen van (mannelijke) maestro-watchers per definitie verdacht
Klassiek & zo

Maestro’s die zalen uitverkopen zijn in de ogen van (mannelijke) maestro-watchers per definitie verdacht

Wat is dat toch tegenwoordig, dat bashen van maestro’s? Waarom roepen succesvolle chef-dirigenten toch zo veel misnoegen op? Ze zijn te jong, te ijdel, te geldbelust, staan te veel in de sportschool, maken te snel carrière, vliegen te vaak van hot naar her, kennen de musici die ze moeten leiden amper, zijn alleen maar bezig met hun insta-account, zijn te snel uitgekeken op een eervolle baan, en altijd op zoek naar een nóg lucratievere bok.

Het modewoord bashen betekent letterlijk: in elkaar rammen of beuken. Overdrachtelijker staat het voor iemand afkraken, afzeiken, of op iemand afgeven. Let wel, dat afzeiken komt meestal niet van de musici in het orkest. Nee, degenen die op hen afgeven, zijn vaak professionele maestro-watchers – meestal mannen. Die hebben van nature een afwachtende houding, en geven zich in de regel niet snel gewonnen, en al helemaal niet als ‘de gewone muziekliefhebbers’ massaal toestromen. Een maestro die steevast een zaal uitverkoopt, die is in hun ogen heel suspect, zo lijkt het.

Bij ons zijn het vooral Lorenzo Viotti en Klaus Mäkelä die het in de pers te verduren krijgen. Bas van Putten, die als muziekjournalist van Het Parool steevast de vloer aanveegde met Riccardo Chailly, de vijfde chef-dirigent van het Concertgebouworkest, heeft het nu gemunt op Klaus Mäkelä, de beoogde achtste chef per 2027. Hij beweerde onlangs in NRC Handelsblad dat het ‘onnozele’ Concertgebouworkest zichzelf zou degraderen tot een ‘filiaal van de Mäkelä-keten’. En wel omdat Mäkelä in hetzelfde jaar chef wordt van het Chicago Symphony Orchestra.

Bovendien betichtte hij Mäkelä ervan dat die hedendaagse muziek louter als ‘verplichte decoratie’ beschouwt. Hoezo? De Fin dirigeerde hier al muziek van Chin, López, Wolfe, Saariaho, Raskatov, Zinovjev, Beamish, Tawfiq, Jolas en Larcher. Daar komen in het volgend seizoen Reid, Chin, Oh, Goebaidoelina, Connesson en Hillborg bij.

De keizer van de klassieke juicekanalen

Van Putten heeft – veelal mannelijke – collega-Cassandra’s die langs de kant van de weg staan te schreeuwen: ‘Doe het niet’. En ze bauwen elkaar allemaal na, aangevoerd en -gevuurd door Norman Lebrecht, de keizer van de klassieke juicekanalen. Ze plukken her en der wat negatievere, internationale kritieken van het internet, en staven daarmee hun angsten.

Kom gewoon eens luisteren. Want in de zaal, daar gebeurt het. Zo is er over Viotti’s meesterlijke uitvoering van Mahlers Negende symfonie bij het Nederlands Philharmonisch Orkest afgelopen weekend helemaal niets geschreven. De derde uitvoering maandagavond in een stampvol Concertgebouw was van een verbijsterend hoog niveau. Aangrijpender hoor je deze muziek zelden.

Een aangrijpende ‘Negende symfonie’ van Mahler, die ook maestro Lorenzo Viotti zelf niet onberoerd liet.Beeld Simon van Boxtel

Viotti’s afgedwongen concentratie bewerkstelligde aan het eind een minutenlange, muisstille zaal. Vlak daarvóór, tijdens die eenzame cellosolo, keken Viotti en cellist Ilia Laporev elkaar indringend aan. Alsof ze in elkaars ziel, en die van Mahler keken. Weergaloos was het. Viotti pookte de middendelen – een duivelse wals en een helse mars – tot aan de grens van het haalbare op, met beestachtige, berlioziaanse waanzin als gevolg. Mooi tegengif voor die van pijn doortrokken, bloedmooie hoekdelen, waarin het onaards mooi van pianissimo naar pianissisimo ging.

Nog even over criticaster Van Putten. Die maakte in 2008 een opzienbarende volte-face. In een boek ter ere van het toen 120-jarige Concertgebouworkest noemde hij Chailly zo ongeveer het beste wat het orkest overkomen was. Er is dus nog hoop voor Mäkelä.

Peter van der Lint schrijft iedere week met aanstekelijk enthousiasme over de wereld van de klassieke muziek. Lees zijn columns hier terug.