Direct naar artikelinhoud
Trainingscentrum

F-16’s voor Oekraïne: race tegen de klok

Minister Kajsa Ollongren van defensie met haar Roemeense collega Angel Tilvar woensdag, bij het overdragen van drie F-16’s aan het trainingscentrum in het Roemeense Fetesti.Beeld ANP

Luchtafweer en artilleriemunitie, daar zit Oekraïne het meest om te springen. Maar er wordt ook hard gewerkt aan levering van F-16’s.

Minister Ollongren van defensie vloog woensdag per F-16 van het Belgische Charleroi naar het Roemeense Fetesti, naar het trainingscentrum voor piloten uit onder meer Oekraïne. Nederland levert achttien F-16-toestellen aan dit in november geopende centrum, waarvan er nu elf zijn gearriveerd, waaronder drie op woensdag.

Samen met de VS voert Nederland een coalitie van landen aan die Oekraïne enkele tientallen F-16’s moeten leveren, waarvan 24 uit Nederland. Tijdschema’s over de levering zijn onzeker: vermoedelijk ergens deze zomer zullen de eerste F-16’s boven Oekraïne vliegen, is de verwachting.

Veel rond die leverantie is geheim, om Rusland niet wijzer te maken. Veel hangt ook af van onzekere factoren: de vraag is wanneer voldoende piloten en technici hun stoomcursussen hebben afgerond, en wanneer vliegvelden en hangars gereed zijn. “Maar het vordert gestaag en dat is goed”, zegt oud-luchtmachtofficier Peter Wijninga, verbonden aan denktank HCSS.

Luchtoverwicht

Toen Rusland in februari 2022 begon aan zijn grootschalige inval, was luchtoverwicht krijgen een van de Russische prioriteiten. Maar dat mislukte, hoewel de Russische luchtvloot grofweg tien keer zo groot was als de Oekraïense. Oekraïne had Rusland verrast door aan de vooravond van de inval zijn gevechtstoestellen en luchtafweerinstallaties te verplaatsen.

De laatste maanden slaagt de Russische luchtmacht er echter beter in om Oekraïense frontstellingen te bombarderen, waardoor Oekraïne steeds meer terrein moet prijsgeven. Daarbij heeft Rusland weliswaar veel toestellen verloren, maar het Russische overwicht groeit doordat de Oekraïense luchtafweer uitgeput raakt.

Massale Russische aanvallen met drones, ballistische en kruisraketten op steden en militaire stellingen, plaatsen Oekraïne voor de lastige keuze waar het zijn luchtafweersystemen moet plaatsen: aan het front, bij militaire opslagplaatsen en vliegvelden in het achterland, in de haven van Odessa, in steden of bij elektriciteitscentrales? Oekraïne kampt met te weinig installaties, en moet door schaarste ook bezuinigen op raketten voor de systemen.

Oekraïne kan de F-16’s goed gebruiken ter ondersteuning van zijn door munitietekorten benarde grondtroepen. Ze zullen ook een schakel vormen in de luchtafweer. De toestellen kunnen lanceerinstallaties op de grond treffen en ook raketten uit de lucht halen.

Door hun wendbaarheid en betere radar- en raketsystemen zijn ze meer opgewassen tegen de moderne Russische gevechtsvliegtuigen dan de verouderde, op Sovjet-leest geschoeide gevechtstoestellen waarover Oekraïne nu beschikt. Maar de F-16’s worden, net als andere westerse wapensystemen, uit angst voor escalatie geleverd op voorwaarde dat Oekraïne ze niet inzet op (of boven) Russisch grondgebied.

Glijbommen

De F-16’s zullen weinig kunnen uitrichten tegen de ‘glijbommen’ waarmee Rusland sinds enige maanden met groot succes Oekraïense stellingen bestookt. Deze ‘domme’ vliegtuigbommen zijn aangepast met vleugels en een geleidesysteem. De zwaarste bommen verpulveren Oekraïense versterkingen van gewapend beton en complete gebouwen.

Wijninga: “Het is bijna onmogelijk om je met een vliegtuig tegen glijbommen te verweren. Daartegen helpt alleen luchtafweer met een radar die geschikt is om kleinere objecten te signaleren. De zwaarste bommen van 3000 kilo merkt een radar wel op, maar hun vluchttijd is heel kort, dus je hebt maar weinig tijd ze te onderscheppen.”

Een makke van de F-16’s ten opzichte van de Oekraïense MiG- en Soechoj-toestellen is dat hun motoren al gauw rondslingerende takjes en andere ongerechtigheden opzuigen. De landingsbanen moeten heel schoon zijn, en ook heel vlak. Iedere F-16 vergt een team technici van al gauw tien personen.

Denemarken levert naar verwachting als eerste land F-16’s, het heeft ook als eerste Oekraïense piloten opgeleid. Ook in de VS, Polen en Groot-Brittannië vinden trainingen voor Oekraïners plaats. Zo’n vijftig Oekraïense technici worden in Denemarken opgeleid, maar wellicht zal Oekraïne nog jarenlang buitenlandse technici moeten inhuren voor het onderhoud.

Lees ook:

Steun aan Oekraïne krijgt voorrang boven verdediging eigen Navo-gebied

De behoefte van Oekraïne aan luchtafweer is zo groot dat Navo-landen ‘grotere risico’s’ moeten nemen bij hun eigen verdediging.

Oekraïne graaft zich in langs het duizend kilometer lange front

Het Oekraïense leger graaft zich met man en macht in. Vraag is of dat op tijd is om een Russische doorbraak te voorkomen.