Direct naar artikelinhoud
Reportage

Drie generaties onder één dak, dat is ‘een enorme luxe’ – maar in de praktijk nog niet zo makkelijk voor elkaar te krijgen

Felicia Vizi (72) en stiefvader Hans van Kessel (73) wonen samen met dochter Danielle Lako (37), schoonzoon Kees de Schepper (41) en kleindochters Vika (2) en Lili (4 weken).Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

De hele familie onder één dak heeft vele voordelen op de overspannen huizenmarkt. Toch loop je nog tegen allerlei regels aan als je met je (schoon-)ouders een huis wil kopen. ‘De voorbeelden die er nu in Nederland zijn, zijn allemaal initiatieven van de happy few.’

Zwoegend tillen twee mannen een wasmachine de trap af, de garage door, richting een witte bestelbus die op de oprit staat. Hun route is geen gemakkelijke, want er zijn net twee extra fietsen en een hoop tuingereedschap naar dit Arnhemse pand verhuisd. En daar moeten de twee mannen zich nu, steunend en kreunend, doorheen zien te wurmen.

DE WOONCRISIS

Het tekort aan woonruimte in Nederland groeit en groeit. Woningzoekenden staan jarenlang ingeschreven, koophuizen zijn voor steeds minder mensen betaalbaar. De Volkskrant onderzoekt de oorzaken en gevolgen van de wooncrisis en gaat langs bij mensen die een oplossing proberen te vinden. Lees hier eerdere afleveringen.

Felicia Vizi (72) en haar partner Hans van Kessel (73) wonen hier sinds een dag samen met haar dochter Danielle Lako (37), schoonzoon Kees de Schepper (41) en kleindochters Vika (2) en Lili (4 weken). Het huis in de wijk Paasberg, dat vanaf een heuvel uitkijkt over de stad, heeft een ruim souterrain waar zij hun intrek nemen. Het gezin verhuisde vier weken geleden al naar de twee verdiepingen boven hen. Vandaar dat de tweede wasmachine direct na de verhuizing kon worden verkocht.

Drie generaties onder één dak: nieuw is het absoluut niet. Maar in Nederland gold het lang als iets uit het type samenleving zoals Wim Sonneveld dat nostalgisch bezong. Dat lijkt te veranderen. Vanwege de sluiting van bejaardentehuizen en het gebrek aan ouderenwoningen neemt de belangstelling voor het zogenoemde meergeneratiewonen toe. Het biedt namelijk oplossingen voor legio maatschappelijke problemen – niet alleen voor de schaarste op de woningmarkt.

Neem deze familie in Arnhem. ‘Zij kunnen nu op de kinderen passen en wij zijn in de buurt als zij ooit zorg nodig hebben’, zegt dochter Danielle, terwijl ze naast haar moeder Felicia op de bank in ‘haar’ woonkamer zit, met haar stiefvader Hans in de fauteuil tegenover hen.

Huishoudelijke taken zoals koken, wassen, strijken en de tuin onderhouden hebben de vier volwassenen onderling verdeeld. ‘Dat is een enorme luxe, want wij hoeven doordeweeks dus niet te koken’, zegt Danielle. En, niet onbelangrijk: naast de tweede wasmachine konden ook het tweede krantenabonnement en de tweede opstalverzekering worden opgezegd, en op de oprit staat slechts één auto.

Obstakels

Je zou haast denken: hup, iedereen aan de meergeneratiewoning. Maar in de praktijk is dat niet zo makkelijk, zegt Auguste van Oppen, architect bij architectenbureau Beta. Hij weet waarover hij over praat: hij ontwierp een aantal jaar geleden zijn eigen meergeneratiewoning voor zijn gezin en zijn schoonouders. Daarna deed hij, samen met vastgoedontwikkelaar AM, onderzoek naar het fenomeen meergeneratiewonen. In juni brachten ze er een boek over uit met de titel Meer Generatie Wonen, een pleidooi voor gemengde woonomgevingen.

Nog niet alles heeft zijn plekje gevonden.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

‘De voorbeelden die er nu in Nederland zijn, zijn allemaal particuliere initiatieven van de happy few die dat zelf voor elkaar hebben gebokst’, zegt Van Oppen. ‘Maar voor de gemiddelde Nederlander is dit veel te ingewikkeld. Je loopt tegen allerlei obstakels aan.’ Wie bijvoorbeeld toeslagen ontvangt, kan vanwege de kostendelersnorm worden gekort op het moment dat je gaat samenwonen met iemand met een eigen inkomen. ‘Nederland is nu nog helemaal ingericht op het idee dat ieder huishouden op één adres woont.’

De familie in Arnhem heeft dat ook ervaren tijdens hun zoektocht naar een geschikte woning, vertellen ze, terwijl een pot thee wordt geserveerd. Hun idee om samen een huis te kopen, ontstond een aantal jaar geleden al. Vizi en Van Kessel woonden in een eengezinswoning in Abcoude, waar in de twee ongebruikte slaapkamers het stof zich ophoopte. Lako en haar partner woonden ondertussen in Driebergen in een ‘prima rijtjeshuis’ dat ze een paar jaar eerder hadden gekocht.

De twee koppels konden het goed met elkaar vinden. De gezamenlijke skivakanties waren een succes, en de drie sociologen van de familie (Vizi, van Kessel en Lako) voerden lange gesprekken over wat de beste manier is om kinderen op te voeden en op welke manier de huidige woningvoorraad efficiënter kon worden gebruikt.

Door dat laatste sijpelde het idee van samenwonen hun gesprekken binnen, en hun hoofden in. ‘Het idee van een opa en oma die altijd in de buurt zijn, leek me ook voor de kinderen fijn’, zegt Lako, wier dochters boven hun middagdutje doen. Zij was daarom degene die anderhalf jaar geleden zei: ‘Als we het ooit nog willen doen, moeten we het nu doen, voordat jullie beginnen met kwakkelen.’

Huizenjacht

Hun huizenjacht begon vervolgens met het idee: we kopen één grote woning en die laten we splitsen in twee adressen. Maar in grote gemeenten zoals Utrecht, waar hun zoektocht begon, bleek je speciale vergunningen nodig te hebben om met twee gezinnen in één huis te wonen.

Dat soort wetgeving is vaak bedoeld om verkamering tegen te gaan en te voorkomen dat gezinnen de stad uit worden gejaagd door arbeidsmigranten en studenten, zegt een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Maar die regels zitten dus ook deze alternatieve woonvormen in de weg.

En dan was er nog een ander obstakel: in Utrecht bleek de vierkantemeterprijs inmiddels zo hoog, dat een groot huis kopen er zelfs met vier inkomens en de overwaarde van twee koophuizen niet te doen was. Daarom kwamen ze in Arnhem uit, in dit huis van 280 vierkante meter.

Vervolgens bleek de procedure van een hypotheek verstrekken aan meerdere personen – wat de meeste hypotheekverstrekkers overigens wel aanbieden – zo ingewikkeld dat de hypotheekadviseur extra kosten rekende. ‘Terwijl die banken geen enkel risico lopen met ons’, zegt Van Kessel. ‘Door de inbreng van onze twee huizen hadden we nog maar weinig extra financiering nodig. Toch was het erg lastig.’ Dat systemen nog niet op vier kopers zijn berekend, bleek het duidelijkst bij het tekenen van de voorlopige koopovereenkomst, toen de namen van één stel plots helemaal verdwenen waren.

Belastingdienst

Om het zichzelf niet nog ingewikkelder te maken, koos de familie ervoor om hun woning niet te splitsen en dus voortaan als één huishouden te boek te staan bij de Belastingdienst. Maar dat is een oplossing die dus niet kan als je afhankelijk bent van toeslagen. ‘Of dat de beste keuze was, is een vraag waarmee ik mijn belastingadviseur nu heb opgezadeld’, zegt Van Kessel. ‘Dat hebben we maar even laten gebeuren, maar splitsen we de woning later alsnog.’

En dan hadden ze nog een erfrechtelijke puzzel te leggen: hoe regel je dat Vizi’s tweede dochter alsnog haar erfdeel krijgt wanneer de ouders overlijden, en het jonge gezin tegelijkertijd kan blijven waar het zit? ‘Daarvoor hebben we een iets grotere hypotheek genomen’, zegt Van Kessel. ‘Zo blijft er voldoende geld op de bank om haar uit te kopen.’

Het vereist kortom nogal wat expertise, financiële ruimte en een bepaalde durf om aan een meergeneratiewoning te beginnen. Om het concept ‘schaalbaar’ te maken, zoals architect Van Oppen het noemt, en dus toegankelijker voor meer families, is er volgens hem een denkomslag nodig bij gemeenten, banken, ontwikkelaars en verhuurders.

‘In Nederland zijn we, als het om wonen gaat, heel erg gewend om in hokjes te denken: gezinswoningen, studentenwoningen, ouderenwoningen. Maar gemengd wonen, of met meer generaties in één huis of in één blok, heeft veel voordelen. En niet alleen praktische voor de familie zelf. Het helpt ook om de samenleving draaiende te houden, terwijl we vergrijzen en de arbeidstekorten in de zorg en kinderopvang oplopen.’

Buitenwereld

Meergeneratiewonen is geen ‘revolutionair andere manier van wonen’, vindt Van Oppen. ‘Je moet alleen zorgen dat je op de lange termijn kunt sturen welke generaties je bij elkaar wilt hebben wonen.’ Dat is vooral bij sociale huurwoningen en koopwoningen lastig, zegt hij. Bij die eerste vanwege vele voorrangsregels die er al binnen de sociale huur zijn, bij die tweede omdat je weinig invloed hebt op wie in de toekomst een huis koopt.

De meeste kansen voor meergeneratiewonen op grotere schaal ziet Van Oppen daarom bij wooncoöporaties en bij midden- en vrije huursector. ‘Een belegger die in dit concept gelooft zou kunnen zeggen: ik verhuur twee woningen naast elkaar aan één familie, en als één eruit gaat, dan zoek ik iemand van dezelfde generatie ervoor terug.’ Maar zo ver is het nog niet, moet Van Oppen toegeven. ‘Het is wachten tot echt grote beleggers erin gaan geloven.’

Met z'n vijven één huis delen in Arnhem.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Ook de buitenwereld is nog niet helemaal gewend aan zo veel generaties onder één dak, blijkt uit de reacties die de Arnhemse familie krijgt. ‘Ik kreeg bijna standaard te horen: met je ouders samenwonen, wil je dat wel?’, zegt Lako. ‘Alsof ik gek was. Ik denk dan vooral: ‘Wat voor relatie heb jij zelf met je ouders, dat je dit zo erg vindt?’

Vizi gaat juist terug in de tijd door dit samenwonen. Haar Hongaarse oma woonde vroeger bij haar ouders in huis, al ging het niet altijd even soepel. ‘Mijn oma en vader waren twee sterke persoonlijkheden. Beiden waren weinig flexibel. Dus ik heb mezelf voorgenomen: als je dit wilt doen, dan moet je je eigen wensen niet altijd op de voorgrond zetten.’ Haar eerste test heeft Vizi al gehad. ‘Toen ik vannacht de kinderen hoorde huilen, dacht ik al: laten gaan, niet mee bemoeien.’

70-plussers

De behoefte aan extra zorg is een belangrijke reden voor 70-plussers om te verhuizen. 70-plussers betrekken bij een verhuizing in vier van de tien gevallen een zorgwoning, blijkt uit een nieuwe analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

In totaal betrokken in 2022 honderdduizend 70-plussers een nieuwe woning. Als er geen extra zorg nodig is, verkassen verhuizers vaak naar een gelijksoortige woning. Huurders betrekken veelal een nieuwe huurwoning. De helft van de huizenbezitters koopt een nieuwe woning. Maar bijna de helft van de ouderen die hun koopwoning van de hand doen, gaan nadien in een huurwoning wonen.