Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Opgebrand en uitgeblust: steeds meer 60-plussers arbeidsongeschikt door hard en lang werken

Met het pensioen in zicht raken tienduizenden 60-plussers arbeidsongeschikt, en de aantallen nemen razendsnel toe. Dat is het gevolg van de stijgende pensioenleeftijd en de werkdruk, constateert het UWV, dat de grote stroom niet aankan.

Een demonstratie op de Dam tegen de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.Beeld Robin Utrecht/ANP

De vakbonden roepen al tijden dat 67 jaar voor grote groepen mensen te oud is om nog te werken, nu wordt dat ook onderbouwd met harde cijfers. Het UWV ziet steeds meer ouderen uit de zorg, het onderwijs, het openbaar bestuur, of vanuit uitzendbanen die zich na twee jaar ziekte melden voor een WIA-arbeidsongeschiktheidsuitkering. Opgebrand en uitgeblust.

“Niet zozeer omdat het werk fysiek zwaar is, vaker is het vanwege de hoge werkdruk’’, zegt bestuursvoorzitter Maarten Camps van UWV. “Hoe langer mensen doorwerken, des te groter de kans op arbeidsongeschiktheid.”

De 60-plussers worden in rap tempo de groep met de meeste arbeidsongeschikten. Eind 2023 hadden er 61.761 een WIA-uitkering, 14 procent meer dan een jaar eerder. Bij de groep 65-plussers was de stijging zelfs 30 procent. Slechts 900 ouderen stroomden weer uit de WIA, vooral omdat ze met pensioen gingen en in de WAO belandden, niet omdat ze weer aan het werk gingen.

Ook in andere leeftijdsgroepen stijgt het aantal mensen dat arbeidsongeschikt raakt. Ook daar is werkdruk de grote oorzaak, maar bij geen enkele generatie is de toename zo groot als bij de 60-plussers.

Geen beoordeling door arts

Het UWV kan de zondvloed arbeidsongeschikten niet aan. De instroom in de WIA is al jaren zó hoog dat het UWV mensen niet binnen acht weken beoordeeld krijgt. Om de lange wachtlijsten weg te werken worden 60-plussers die in de WIA komen sinds eind 2022 niet meer door een arts beoordeeld, tenzij ze erom vragen. Een arbeidsdeskundige beoordeelt tegenwoordig de aanvraag, niet zelden zonder de betreffende oudere überhaupt te zien.

Camps denkt dat die situatie nog wel twee tot drie jaar zo blijft. Het lukt domweg niet om nieuwe verzekeringsartsen te vinden. Pas in 2027 zijn de wachtlijsten voor de arbeidsongeschiktheidskeuringen mogelijk verdwenen. “Mits de instroom niet toeneemt.”

Maar het UWV constateert zelf in het donderdag gepubliceerde jaarverslag over 2023 dat de instroom juist wél toeneemt doordat mensen langer moeten werken. Tot en met 2027 is de pensioenleeftijd 67 jaar, vanaf 2028 is dat 67 jaar en 3 maanden.

Nog grotere groep uitvallers

Vakbond CNV stelde vorige maand dat bijna de helft van de werknemers ouder dan 45 jaar verwacht dat ze de pensioenleeftijd vanwege de zwaarte van hun beroep niet zullen halen. En als de pensioenleeftijd nog verder stijgt, wordt de groep uitvallers nog groter, verwacht de vakbond. De cijfers van UWV ondersteunen de aannames van CNV.

Of de pensioenleeftijd nog verder wordt opgerekt is onzeker. De PVV, de grootste fractie in de Tweede Kamer, pleit voor verlaging van de pensioenleeftijd naar 65 jaar, net als vroeger.

Het gaat Camps te ver om te stellen dat de WIA nu noodgedwongen wordt gebruikt als een nieuwe vut-regeling omdat men het niet volhoudt. In absolute aantallen valt het aantal 60-plussers dat de eindstreep niet haalt nog wel mee, vindt het UWV.

“Deze mensen zijn gewoon ziek. Daar zit ook een strenge toets op. Bij de vut was er natuurlijk helemaal geen toets. Dus nee, de WIA is geen nieuwe vut. En we moeten onszelf nogmaals de vraag stellen wat we ook al weer wilden bereiken met die verhoogde pensioenleeftijd. De doelstelling was om meer mensen beschikbaar te hebben voor de arbeidsmarkt. Onder andere door de hogere pensioenleeftijd zijn nu 9,5 miljoen mensen aan het werk. Die oudere werknemers hebben we heel hard nodig. En een deel daarvan wordt arbeidsongeschikt, omdat er nu eenmaal meer mensen werken.”

RWC is arbeidsbureau nieuwe stijl

Overal in het land opent het UWV samen met gemeentes, het onderwijs, vakbonden en werkgevers regionale werkcentra. In zo’n Regionaal Werkcentrum (RWC) kunnen werklozen en mensen die ander werk of informatie over omscholing zoeken  zonder afspraak terecht, ook werkgevers moeten op den duur het Werkcentrum gebruiken. Het moet laagdrempeliger zijn dan de huidige loketten bij het UWV en de gemeente. Inmiddels zijn er acht RWC’s, dit moeten er 35 worden, in elke arbeidsmarktregio één. 

UWV-bestuursvoorzitter Camps: “We kunnen het ons simpelweg niet veroorloven om mensen aan de kant te laten staan. Wij helpen daarom werkzoekenden en werkgevers elkaar te vinden. Hierbij hebben we extra aandacht voor mensen met een arbeidsbeperking en anderen die minder makkelijk werk vinden. Daarnaast hebben we steeds meer aandacht voor het voorkomen van baanverlies en begeleiding van werk naar werk.”

Ook dat laatste is hard nodig, stelt Camps. “Niet iedereen werkt bij een groot bedrijf met doorgroeimogelijkheden en een eigen loopbaancentrum. Een werknemer die ongelukkig is bij een klein bedrijf blijft daarom soms toch zitten. Ook voor die groep is het Werkcentrum. We moeten zorgen dat we kunnen voorkomen dat mensen werkloos worden of uitvallen door ziekte.”