Onrust in de atletiekploeg? NOC-NSF-baas André Cats wil er niets over zeggen

De teller van de opnamerecorder wijst precies 42 minuten en 55 seconden aan als het ‘informele persgesprek’ met André Cats, directeur topsport van sportkoepel NOC-NSF, een andere wending neemt. De aanleiding om vertegenwoordigers van de Nederlandse media uit te nodigen op Papendal is een heuglijke: deze woensdag is het precies honderd dagen voor de start van de Spelen van Parijs.

Op de dag dat de olympische vlam in Griekenland is ontstoken, verzamelen de nationale media zich om te horen hoe de sportieve baas van Nederland vindt dat ‘we’ ervoor staan. Kort samengevat: prima. Cats noemt ‘de uitgangspositie van Team NL goed’ en is ook tevreden over de voorbereidingen van de Franse organisator van het evenement.

De terreurdreiging? Cats erkent dat er een veiligheidsrisico is, maar heeft alle vertrouwen in de aanpak van de Franse overheid. Hetzelfde geldt voor de waterkwaliteit van de vervuilde Seine, waar straks de triatleten en openwaterzwemmers doorheen moeten.

Prachtige locaties, veel publiek

Bijna drie kwartier lang geeft hij – in een sfeer die uiterst gemoedelijk is – antwoord op uiteenlopende vragen. Het atletendorp is ‘fantastisch mooi’. Ongeveer de helft van de Nederlandse delegatie zal daar slapen. Een deel van de staf verblijft in hotels in de stad en een aantal sporters, onder wie de roeiers en zeilers, zit in een accommodatie dichter bij hun sportlocatie.

Ook over de grootte van de ploeg is Cats tevreden. “We koersen af op 280 atleten.” Dat is naar verwachting en vergelijkbaar met Tokio. Groot verschil met de corona-Spelen van toen is de aanwezigheid van publiek. Er zijn al 194.000 tickets verkocht aan Nederlanders en de verkoop van entreebewijzen voor het Team NL-huis, waar de medaillewinnaars gehuldigd zullen worden, ‘gaat als een tierelier’.

Op hoeveel feestjes hij rekent? Daar doet Cats geen uitspraak over. Hoe ze dan bij NOC-NSF over verwachte resultaten en prestaties spreken, wil een verslaggever weten. “Wij praten over optimaal voorbereid aan de start komen. We willen bij de beste tien landen horen. Dat is en blijft onze ambitie.”

Voor een andere journalist is dat aanleiding om het nieuws van anderhalve week geleden in Trouw aan te halen over de onrust binnen de atletiekploeg. Onder een deel van de nationale selectie heerst onvrede over de aanpak van de Atletiekunie in een zaak rond seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat is het moment waarop het gesprek een andere, minder gemoedelijke wending neemt en meerdere aanwezigen de directeur topsport bevragen op dit thema.

Baart u het zorgen?

“Jullie weten heel goed hoe belangrijk ik een veilig topsportklimaat vind en hoe ik over glanzende medailles denk en de waarde die ik daaraan hecht. Maar als het over individuele gevallen gaat, of deze case, dan heb ik daar niks op te zeggen.”

U noemt het ‘een individuele case’, maar de atletencommissie heeft er een brief over gestuurd. Want er is wel meer aan de hand natuurlijk. Ook bij de zwembond was een coach recent onderwerp van onderzoek. Dat lijkt me niet een optimale voorbereiding?

“Dan praten we over twee individuele casussen en dat ontken ik ook niet. Maar de Atletiekunie en de zwembond zijn verantwoordelijk voor de communicatie daaromtrent.”

U zou dit ook als een kans kunnen zien om duidelijk aan te geven wat uw grenzen zijn als leider op dit gebied?

“De veronderstelling is wellicht dat ik van alles wat er gebeurt van a tot z op de hoogte ben, dat is niet zo. Ik kan daar richting de pers geen gefundeerde uitspraak over doen.”

Begrijpen we het goed dat NOC-NSF dit dus aan de bonden overlaat om op te lossen? Of neemt u hier wel een rol in? Uiteindelijk bent u verantwoordelijk voor Team NL.

“Dat ik me in algemene zin verantwoordelijk voel voor een veilig topsportklimaat, dat mag duidelijk zijn. Daar voel ik me zeer, zeer verantwoordelijk voor. Op allerlei manieren helpen we bonden daarin: we adviseren ze, ontwikkelen methodieken met elkaar.”

Volgens ons was de vraag: in hoeverre moet NOC-NSF zich nu, op dit moment, bezighouden met wat er aan de hand is binnen de atletiekploeg? Want het klinkt nu een beetje alsof jullie aan de ene kant zeggen: ‘we vinden het superbelangrijk, van integriteitsmanagers kunnen we er niet genoeg hebben’. Maar aan de andere kant: als er een incident is bij de atletiekbond, dan is dat hun verantwoordelijkheid.

“Ik ga daar gewoon niet op in, want ik denk dat dat onverstandig is.”

U kunt ook niet aangeven hoe NOC-NSF als overkoepelende bond een vinger aan de pols houdt bij de Atletiekunie over hoe het daar nu verder gaat?

“Wij staan natuurlijk in contact met de directie van de Atletiekunie. Wel vanuit het feit dat zij verantwoordelijk zijn voor wat er nu binnen het atletiekprogramma gebeurt, zoals andere bonden dat ook zijn. Maar op alle vlakken staan wij in contact. Het zou raar zijn als dat op het gebied van integriteit niet zo zou zijn.”

Maar verstoort dit die beoogde optimale voorbereiding?

“Natuurlijk is het in algemene zin het beste als er geen blessures zijn en er binnen teams goede verhoudingen zijn. Daar werken we ook met de bonden iedere dag aan. Geen enkele sporter wordt daarin genegeerd, want iedereen verdient het om straks goed voorbereid en met zelfvertrouwen aan de start te staan.”

Lees ook:

Hoe de Atletiekunie onrust over een heimelijk opgenomen seksfilmpje niet kon wegnemen

De Olympische Spelen naderen, maar op het bewierookte topsportcentrum Papendal voelt een deel van de atleten zich al maanden onveilig. Het optreden van de Atletiekunie na seksueel grensoverschrijdend gedrag van een atleet heeft de onrust hierover niet kunnen beteugelen. Een reconstructie.