Direct naar artikelinhoud
Uit het archief

Vandaag in 1997: einde van een tijdperk, Amsterdam sluit geliefde Museumstraat

Wist je dat ‘de kortste snelweg van Europa’ ooit op het Museumplein lag? Vandaag in 1997 werd deze Museumstraat opgeheven - en zoals altijd in Amsterdam was niet iedereen het eens met de veranderingen. Lees hier terug wat Het Parool schreef over het einde van deze ‘merkwaardige klinkerbaan’.

Ineke Gulpen van de ANWB vond het jammer dat de Museumstraat werd opgeheven: “Eigenlijk was dat de enige plek die me het gevoel gaf dat Amsterdam een grote stad is,” zo tekende een verslaggever van Het Parool op in april 1997. Ook Coster Diamonds was niet overwegend positief over de veranderingen op het Museumplein: “Het nieuwe plein wordt ongetwijfeld heel fraai, maar voor de komende jaren hou ik m’n hart vast. Wij trekken 350.000 toeristen per jaar, van wie de meesten per touringcar worden aangevoerd. Waar moeten die bussen straks naartoe? Dat wordt een ramp.”

Ook omwonenden waren niet allemaal positief: ze hadden zich verzet tegen de herinrichtingsplannen van de Deense landschapsarchitect Sven-Ingvar Andersson voor het Museumplein. Zijn ontwerp omvatte naast een autovrij Museumplein, onder meer het verdwijnen van 213 van de 372 bomen, een ondergrondse supermarkt en een parkeergarage. Het Parool schreef: ‘Tot groot verdriet van menig Amsterdammer is in de plannen geen plaats ingeruimd voor de ruim veertig jaar oude verkeersader tussen Rijksmuseum en Concertgebouw.’

Op 17 april 1997 was het zover: de Museumstraat, die bedoeld was om verkeer vanuit Den Haag snel toegang te verschaffen tot de binnenstad, werd buiten gebruik gesteld. De ‘merkwaardige klinkerbaan’ van een paar honderd meter lang, bekend geworden als ‘de kortste snelweg van Europa’, werd nu voorgoed afgesloten van verkeer. Lees hieronder terug wat Het Parool op de dag van de afsluiting van de Museumstraat schreef.

Scheuren over Museumplein is verleden tijd

De kortste snelweg van Europa is niet meer. Met een vrolijke plechtigheid werd de Museumstraat vanochtend om exact 10.40 uur ten grave gedragen. De joligheid stond haaks op het gevoel van weemoed en verlangen dat iedere automobilist overvalt. Nooit meer onbekommerd scheuren van punt A naar punt B, van Concertgebouw naar Rijksmuseum of omgekeerd, nooit meer het zoete ratelen van de wielen op het klinkerdek.

De executie werd uitgevoerd door Rita Weeda, bestuurder van stadsdeel Zuid. Met een shovel lichtte ze een handjevol klinkers uit het gelid en werd de Museumstraat bijgezet in het rijkelijk gevulde mausoleum van historische vergissingen.

Een beetje navrant was het wel dat uitgerekend Weeda de eer te beurt viel als laatste de tweehonderd meter over het Museumplein te slechten. Het was immers haar stadsdeel dat de Museumstraat op 7 juli 1993, toen het masterplan van de Deense landschapsarchitect Sven-Ingvar Andersson werd aangenomen, ter dood veroordeelde. Maar sommige mensen zijn nu eenmaal voor het geluk geboren. In een slakkengang reed de taxi met Weeda en Andersson van het Rijksmuseum naar de Van Baerlestraat, waarna ze breed grijnzend het vonnis voltrok. “Ik sta hier met trots,” sprak Weeda. “Een cruciaal moment in de geschiedenis van het Museumplein. Een ommekeer in de discussie. Vanaf nu kan iedereen zien hoe het plein zal worden. Een kaalslag, riepen enkele actievoerders.

De klinkerbaan die straks wordt omgeploegd tot het uitgestrekte gazon dat Andersson in zijn oneindige wijsheid heeft bedacht, is 44 jaar oud geworden. Maar de geschiedenis van de Museumstraat gaat eigenlijk terug tot 1872. In dat jaar ontwierp stadsingenieur J.G. van Niftrik, die een paar jaar eerder ook het eerste plan voor het Museumplein had gemaakt, het stratenplan voor het gebied tussen het Vondelpark en de Boerenwetering.

Van Niftrik projecteerde een weg in het verlengde van de Spiegelstraat die de braakliggende terreinen in tweeën zou delen. Hoewel zijn naar een hoepelrok vernoemde Crinoline-plan door de gemeenteraad werd goedgekeurd, kwam het nooit tot uitvoering. De bouw van het Rijksmuseum sloot het plein af van de binnenstad. Maar de grondgedachte van het driehoekige ontwerp bleef, inclusief de weg, de geest van vrijwel alle latere plannen bepalen.

Ook P.H. Cuypers, die in 1876 was benoemd tot architect van het Rijksmuseum, borduurde in zijn bebouwingsplan voort op het ontwerp van Van Niftrik. Hij zag een 45 meter brede boulevard met bomen in de as van het museum voor zich. ‘Zeer wenschelijk ware het,’ schreef de architect, ‘deze weg tot een der schoonste en belangrijkste te maken van deze wijk, en dit is alleen te verkrijgen door een combinatie van straat-, rij- en wandelweg, en het aanleggen van aanzienlijke huizen met tuinen.’

Zoals zo vaak in de historie van het Museumplein, bleef ook het ontwerp van Cuypers steken in het papieren stadium. Het Plein der Plannen werd het Plein van de Gemiste Kansen. In het ene ontwerp werd de boulevard versmald tot een meter of dertig, het andere plan voorzag in twee boulevards met ‘een of ander monumentaal gebouw’ in het midden; op weer een andere schets werd de weg in tweeën gedeeld door een enorme fontein.

De architecten De Casseres, Van Eesteren, Karsten en Merkelbach tekenden in 1928 als eersten een brede verkeersweg in de as van het plein, als een natuurlijke voortzetting van de De Lairessestraat.

Maar het zou nog meer dan vijfentwintig jaar duren voor de straat er daadwerkelijk kwam. Nadat de ‘museumterreinen’ in de Tweede Wereldoorlog waren veranderd in een afzichtelijke modderpoel, maakte Van Eesteren, destijds hoofdarchitect bij Publieke Werken, in 1952 een nieuw ontwerp.

De twintig meter brede Museumstraat moest de verbinding worden tussen de binnenstad en snelverkeer uit Den Haag. Van Eesteren hield toen al rekening met een uitbreiding van het Stedelijk, dat samen met een tweede museum aan de Van Baerlestraat het plein ook aan de zuidzijde zouden afsluiten.

De gemeenteraad keurde het plan goed, waarna onverwijld de bunkers uit de oorlog en het gebouw van de ijsclub werden gesloopt.

De Museumstraat werd in 1953 en 1954 aangelegd en omzoomd met - onlangs weer verwijderde - lindenbomen. Maar daar hield het op. Het definitieve plan werd nooit uitgevoerd; het verkeersknooppunt dat Van Eesteren had bedacht, is er nooit gekomen.

De onbestemde snelweg werd een vreemd soort niemandsland vol touringcars, fietsers, geparkeerde auto’s en taxi’s. Vaak verguisd, maar ook geliefd als een ruimtelijke oase in de benauwde binnenstad; in ieder geval een plek waar de gestresste automobilist voor even zijn geest kon laten waaien.

Dat verdwijnt nu voorgoed onder het zand. Alleen de bus mag in verband met de heiwerkzaamheden in de Paulus Potterstraat, nog een paar maanden over het plein blijven rijden. Na de zomer is het gedaan met de straat die nooit de kans heeft gekregen volwassen te worden.

Voortaan moet het verkeer via de Roelof Hartstraat en de Hobbemakade naar het centrum. Ook mooie straten, maar niet recht en niet breed en zonder klinkers. De Museumstraat ruste in vrede.

Download de app van Het Parool

Blijf 24/7 op de hoogte: download onze mobiele app voor Android of iOS en zet in het menu meldingen aan. Lees hier hoe je onze pushberichten aanzet

Heb je een tip of opmerking voor de redactie? Stuur een bericht naar onze tiplijn.