Direct naar artikelinhoud
Wetsvoorstel

Staatssecretaris Marnix van Rij blijft zoeken naar oplossing voor box 3-problemen

Demissionair staatssecretaris Marnix van Rij wil vaart maken met de nieuwe wet voor box 3.Beeld ANP

De Tweede Kamer moet nu vaart maken en kiezen hoe de nieuwe belasting op sparen, beleggen en onroerend goed eruit ziet vanaf 2027. Het ideale belastingstelsel bestaat niet, waarschuwt staatssecretaris Marnix van Rij (financiën) alvast.

De staat loopt jaarlijks 380 miljoen euro aan belasting op vermogen mis, sinds de Hoge Raad eind 2021 de box 3-heffing naar de prullenbak verwees. De belastingheffing op vermogen van 1,6 miljoen burgers is al jaren een hoofdpijndossier voor opeenvolgende staatssecretarissen van belastingen. Ook nu zegt het kabinet dat invoering in 2027 ingewikkeld is en beter stapsgewijs kan worden ingevoerd.

Onder stoom en kokend water bedacht staatssecretaris Marnix van Rij (belastingen) in 2022, na het arrest van de Hoge Raad, een tijdelijke alternatieve vermogensbelasting. Zo zou er tenminste nog iets aan belasting binnenkomen in box 3. Maar ook dat werd juridisch aangevochten. De Hoge Raad zal hierover in augustus het finale oordeel vellen. Tot die tijd worden de belastingaanslagen van honderdduizenden burgers nog niet definitief vastgesteld.

De belasting moet zoveel mogelijk worden gebaseerd op het reële rendement

Ondertussen heeft de bewindsman ook een definitief wetsvoorstel uitgewerkt om belasting op sparen, beleggen en onroerend goed op een rechtvaardige manier te heffen. In de toekomst moet de belasting zoveel mogelijk worden gebaseerd op het reële rendement dat burgers en bedrijven behalen op hun vermogensaanwas. Dat eiste de Hoge Raad drie jaar geleden.

Daarvoor hanteerde de staat een fictief vastgesteld rendement. Maar toen de belasting jarenlang hoger uitpakte dan het daadwerkelijke rendement (0 procent) van spaarders over hun geld, stapten ze met succes massaal naar de rechter om bezwaar te maken.

Er zijn nu twee wijzigingen in het wetsvoorstel aangebracht. Al waarschuwt de staatssecretaris dat er mogelijk na het nieuwe arrest van de Hoge Raad meer veranderingen noodzakelijk zijn.

De eerste wijziging gaat over kleine familiebedrijven. Die worden toch niet ontzien zoals eerder was aangekondigd. Aandeelhouders van familiebedrijven moeten, net als ieder andere onderneming, jaarlijks belasting gaan betalen over de vermogensgroei van het bedrijf.

De Kamer wilde hen uitzonderen, uit vrees dat kleine familiebedrijven hun panden of aandelen moeten gaan verkopen om de belastingaanslag te kunnen betalen. Maar dat blijkt in strijd met de staatssteunregels van de EU, waardoor het nu is geschrapt.

De tijd dringt voor het wetsvoorstel

Ook de 600.000 burgers met een tweede huis in box 3 moet het kabinet teleurstellen. Het idee was dat zij een wat lager belastingtarief zouden betalen, dan mensen die veel panden in box 3 hebben als belegging. Maar dat blijkt praktisch moeilijk uitvoerbaar. Ook zij betalen straks hetzelfde tarief als andere onroerendgoedbezitters in box 3. Hoe hoog dat tarief wordt, is nog niet vastgesteld.

Het wetsvoorstel is rijp voor behandeling in de Tweede Kamer. Maar het parlement moet hiertoe nog wel besluiten, omdat het kabinet demissionair is. De bewindsman zegt dat de tijd dringt. De wet moet in maart 2025 door beide Kamers zijn goedgekeurd, wil die überhaupt in 2027 kunnen ingaan.

Er zijn, volgens hem, ook altijd nog varianten te bedenken voor een nieuwe vermogensheffing. Maar dit wetsvoorstel ligt er na uitgebreid vooroverleg met de Kamer. Hij hoopt daarom op steun. Van Rij: “Het ideale box 3-stelsel bestaat niet, maar de huidige situatie is niet houdbaar en vraagt om een keuze. Alle denkbare opties hebben naast voordelen ook nadelen op het vlak van juridische houdbaarheid, maatschappelijk draagvlak, budgettaire gevolgen, uitvoeringsgevolgen en doenvermogen (het vermogen van de belastingbetaler om de posten zelf in te vullen, red.).” De Kamer bespreekt donderdag of ze de wet rijp voor behandeling vindt.

Lees ook:

Box 3 gaat op de schop: burger moet alleen over ‘werkelijk rendement’ belasting gaan betalen

Het kabinet presenteert plannen voor een nieuwe vermogensbelasting, die eerlijker en rechtvaardiger moet uitpakken