Direct naar artikelinhoud
InterviewHilde Melotte

Voorzitter justitiewaakhond over Operatie Kelk: ‘Het is niet gelopen zoals het hoorde te lopen’

Hilde Melotte. ‘Slachtoffers voor wie het gerechtelijk onderzoek nu al veertien jaar aansleept, voelen zich helaas nogmaals slachtoffer.’Beeld Photonews

Het rapport van de Hoge Raad voor Justitie (HRJ) over Operatie Kelk leest als een pleidooi voor een volwassener omgang met slachtoffers van seksueel geweld. ‘Dat is een beetje de rode draad’, zegt voorzitster Hilde Melotte.

Het was na de voorstelling van het eindverslag over het onderzoek door de HRJ over Operatie Kelk een beetje als na Belgische verkiezingen in de jaren 80. Alleen maar winnaars. “Het verslag bevestigt de stellingen die ons kantoor sinds jaar en dag naar voren heeft gebracht en door sommigen, ten onrechte zo blijkt nu duidelijk, in diskrediet werden gebracht”, zo reageerden advocaten Walter Van Steenbrugge, Christine Mussche en Johan Vande Lanotte, die voor een groep slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk optraden, in een persbericht. “Het rapport is ronduit vernietigend voor het onderzoek Operatie Kelk.”

De reactie kwam simultaan met die van de Belgische bisschoppen. Zij haalden uit datzelfde rapport dat “er geen enkele kerkelijke beïnvloeding van het gerecht is bewezen” en “er geen enkele inmenging door de kerk is geweest”.

Hilde Melotte, advocate in Leuven met een specialisatie in familierecht, is sinds december voorzitster van de HRJ. Zij rondde de voorstelling van het rapport voor de parlementaire onderzoekscommissie dinsdag af met de bedenking: “Slachtoffers voor wie het gerechtelijk onderzoek nu al veertien jaar aansleept, voelen zich helaas nogmaals slachtoffer. Ook al is dat geen formele conclusie van ons onderzoek, dat is wel zeer problematisch en dat is het gevoel dat blijft hangen.”

U zei ook: ‘We zijn geen jurist geworden om dossiers als dit veertien jaar te laten duren.’

Melotte: “Het is een boodschap aan de maatschappij en aan justitie. Ik denk dat we op negen punten hebben vastgesteld dat het niet is gelopen zoals het hoorde te lopen.”

Jullie hebben het, een beetje voorzichtig, over ‘strubbelingen onder magistraten’.

“Het verslag, tamelijk lijvig, staat op onze website. Het geeft echt een volledige weergave van het dossier en de dingen die daarin gebeurd zijn. We zijn volledig geweest. Als er geen bewijzen zijn maar wel indicaties, dan leggen we ook uit waarom we dat zeggen.”

De Belgische bisschoppen reageren bijna euforisch: ‘Geen enkel bewijs voor inmenging van de kerk.’

“Ja, dat is dan hun lezing van het verslag. Wij hebben geantwoord op de vraag of er druk is geweest van de kerk. Het antwoord is dat er geen formeel bewijs is, maar er zijn wel mogelijke indicaties en we leggen uit waarom we dat zeggen. Ik denk dat iedereen op zijn manier zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Wij hebben disfuncties vastgesteld en doen zeventien aanbevelingen en die omvatten nogal wat aspecten, zoals de controle die de raadkamer zelf kan uitvoeren of de aandacht voor burgerlijke partijen binnen de procedure.”

Huiszoeking in het bisschoppelijk paleis in Doornik, januari 2011.Beeld Photo News

Jullie rapport beaamt dat de advocaat van de kerk destijds is ontvangen bij het parket-generaal in Brussel.

“We stellen vast dat de advocaat van de kerk begin augustus 2010 op het parket-generaal werd ontvangen. We hebben ook vastgesteld dat de vordering van de procureur-generaal van 12 augustus 2010 is uitgebreid tot de nietigverklaring van alle huiszoekingen.”

De meeste commissieleden zijn van mening dat u zijn analyse onderschrijft, met uitzondering van die ene term: clandestiene zittingen.

“Dat is geen juridische term. Als hij bedoelt dat ergens in de kelder van het justitiepaleis in het verborgene een geheime zitting is gehouden, dan gaan we daar niet in mee. Voor de zitting van 2014 (die leidde tot de beslissing om een deel van de dossiers die bij het aartsbisdom in Mechelen in beslag werden genomen, terug te geven, DDC) zijn de burgerlijke partijen niet opgeroepen, terwijl ze hadden moeten worden opgeroepen.”

Dus u volgt zijn analyse?

“Ja, voor wat de zittingen van 2014 betreft, maar zonder de term clandestiene zittingen.”

U vroeg inzage in de werkmappen van het Brusselse parket-generaal, maar die kreeg u niet.

“We hebben er een stuk van gezien, maar niet alles. Dat heeft ons ertoe aangezet om te vragen dat de bevoegdheden van de Hoge Raad zouden worden uitgebreid. Wij kunnen veel, wij kunnen in een lopend gerechtelijk dossier kijken en we kunnen mensen ondervragen. We kunnen ook bepaalde dingen niet. Misschien moet dat eens bekeken worden.”

Bij het parket in Brussel kreeg u te horen dat die mappen na tien jaar vernietigd worden, elders was het gewoon ‘nee’?

“Ook dat staat in het verslag: waarom het parket-generaal en het federaal parket van oordeel zijn dat dat niet kan.”

U lijkt vooral op te roepen tot meer volwassenheid in dit soort rechtszaken.

“Sinds ik in de Hoge Raad zit, is dat een beetje een rode draad. Wij organiseerden rondetafels over de behandeling van seksueel geweld en ook in het bijzonder het onderzoek van het dossier rond Steve Bakelmans (de moordenaar van Julie Van Espen, DDC) in 2019, waarbij wij hebben uitgelegd dat zaken van seksueel geweld anders moeten worden behandeld. We moeten toch vaststellen dat seksueel geweld op een adequatere manier behandeld hoort te worden, bijvoorbeeld door de oprichting van zorgcentra seksueel geweld. Bewijsvergaring is belangrijk en ook de opvang en de bejegening van een slachtoffer. We willen dat het niet meer verloopt zoals vroeger, met risico’s op secundaire victimisatie.”