Direct naar artikelinhoud
Tijdlijn1947-heden

Iran en Israël door de jaren heen: van beste vrienden tot aartsvijanden

Ooit was Iran ‘de beste vriend van Israël’. Dat vond zelfs de Israëlische premier Yitzhak Rabin nog in 1987. Sindsdien is de Koude Oorlog tussen beide landen opgewarmd. Het is een ‘proxyoorlog’ geworden, en ook daar lijkt het niet meer bij te blijven.

Feest in Jeruzalem nadat de VN ­resolutie 181 hebben aan­genomen, Iran stemde tegen.Beeld Getty

1947: Iran stemt tegen resolutie 181 van de Verenigde Naties. Die resolutie bevat de opdeling van het Brits Mandaat Palestina in een Joodse staat en een Arabische staat, met het oude Jeruzalem als neutraal gebied. In dat plan krijgt de Joodse staat 56 procent van het land, terwijl Joden dan nog maar eenderde van de bevolking uitmaken. Nu liggen alle verhoudingen weer anders: er zijn zo’n 10 miljoen Israëliërs, tegen 4 miljoen Palestijnen. De twee staten zijn er nooit gekomen, alleen ‘Palestijnse gebieden’ die 22 procent van het land beslaan.


Iran is in 1947 een van de dertien landen die tegenstemmen. In 1948 is het daarentegen weer een van de eerste landen die in dezelfde VN stemmen voor een ‘de facto’ erkenning van Israël. In1949 stemt Iran dan weer tegen toelating van datzelfde Israël als lid van de VN. Iran behoort nog steeds tot de 28 landen die Israël niet willen erkennen.

Sjah Reza Pahlevi met zijn toen­malige vrouw Soraya, in 1951.Beeld Bettmann

1953: Een staatsgreep brengt de pro-westerse sjah (keizer) Reza Pahlevi aan de macht in Iran, dat dan in het buitenland nog vooral bekendstaat als Perzië. Met de nieuwe sjah breekt een tijd aan van vriendschappelijke relaties met Israël. Beide landen werken nauw samen, zelfs op militair gebied: ze ontwikkelen samen wapens. Israël stuurt militaire adviseurs en koopt Iraanse olie.

Ayatollah Khomeini in 1978, tijdens zijn ballingschap in Frankrijk. Onder zijn leiding slaat de toon jegens ­Israël radicaal om.Beeld Getty

1979: Daar komt een eind aan door de Islamitische Revolutie die in 1979 leidt tot de terugkeer uit ballingschap van de Ayatollah (religieuze leider) Khomeini, en de vlucht van de Shah. Khomeini wordt de eerste leider van het theocratisch bewind van ayatollahs dat nog steeds heerst over Iran. Strikte Islamitische wetten en leefregels vervangen de westerse leefwijzen die met de Shah hun intrede hadden gedaan. Met het bewind verandert de toon op slag. Israël wordt voortaan smalend ‘het Zionistische regime’ genoemd of ‘de kleine Satan’, en een van de eerste daden van Khomeini is het verbreken van de militaire, diplomatieke en economische banden met Israël. Iran en Israël beginnen een periode van ‘Koude Oorlog’.

Voor de Israëlische premier ­Rabin is Iran het land dat terroristen steunt.Beeld AFP

1990: Dat zijn maar woorden, maar in de jaren ’90 verandert die Koude Oorlog in openlijke, verhitte vijandigheid. De haat komt van beide kanten. In Israël is Yitzhak Rabin minister-president. In 1987 had deze zelfde Rabin Iran nog ‘Israëls beste vriend’ genoemd, maar in 1995 is Iran het land dat terroristen steunt en de vrede in het Midden-Oosten in de weg staat. ‘De islamitische wereld, gesteund door Iran, is het grootste gevaar voor stabiliteit, rust en vrede in het Midden-Oosten.’

1990: de periode rond 1990 is cruciaal voor de verhoudingen in het Midden-Oosten. In 1989 valt de Berlijnse Muur, het IJzeren Gordijn verdwijnt en binnen enkele jaren is de grote Sovjet-Unie uit elkaar gevallen. Daarmee is de wereld een grootmacht kwijt, die sinds de Tweede Wereldoorlog ook zijn stempel had gedrukt op het Midden-Oosten. Bovendien vindt in 1990-’91 ook de eerste Golfoorlog plaats. Irak en Saddam Hussein zijn de grote verliezers, die na die oorlog geen rol van betekenis meer zullen spelen in de regio. De macht komt in handen van Israël en Iran, die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden.

Iraniërs demonstreren tegen Israël en de VS in Teheran, maart 2000.Beeld Getty

1985-heden: Iran begint een nucleair programma dat volgens Israël zal leiden tot de ontwikkeling van een Iraanse atoombom. De Israëlische premier Menachem Begin bedenkt de doctrine, dat een aanval gerechtvaardigd is als die gericht is tegen de ontwikkeling van massavernietigingswapens door een potentiële vijand. Israël voert clandestiene acties uit in Iran, en wordt beschuldigd achter anti-Iraanse moorden en bomaanslagen te zitten. Iran zou zelf achter twee grote aanslagen in Buenos Aires zitten, in 1992 en 1994. Het land financiert bovendien islamitische strijdgroepen als Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad in Libanon en Gaza, en de Houthi’s in Jemen die Israël hebben aangevallen. Ook Hezbollah in Libanon staat op de Iraanse loonlijst.

Tussen Israël en Iran woedt zo al tientallen jaren een ‘proxyoorlog’. Beide landen vechten daarin niet rechtstreeks met elkaar, maar ze stoken andermans oorlogen op, steunen strijdgroepen, voeren anonieme cyberaanvallen uit, of ze bestrijden elkaar met sancties en met woorden.

Met het Israëlische bombardement op de Iraanse ambassade in Damascus, en de Iraanse vergeldingsaanval op Israël, lijken beide landen nu een stap verder te willen gaan.