Direct naar artikelinhoud
Interview

Alex Pastoor stopt na dit seizoen als trainer van Almere City: hij wil zorgvuldig zijn met geluk

Alex Pastoor, trainer van Almere City, op het strand met zijn hond.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Alex Pastoor (57) vertrekt na dit seizoen als trainer van Almere City, zo liet hij zijn spelers maandag weten. Hij wil ontdekken wat het leven nog meer te bieden heeft.

Op trainingsdagen vertrekt Alex Pastoor om zes uur van huis in Groet, naar de training in Almere. Op een dag, om kwart over zes, hoorde hij Adriaan van Dis op Radio 1 in gesprek met Teddy Tops. ‘Van Dis kwam uiteraard met een mooie, poëtische uitspraak: we gaan slordig om met ons geluk. Dat is een mooie omschrijving. Ik wil zorgvuldiger omgaan met mijn, met ons geluk.’

Wat hij al een tijdje voelde, verwoordde Van Dis perfect. De paradox is dat Pastoor met zijn vertrek iets loslaat waarin hij goed is. Almere City doet het uitstekend, in het seizoen na de sensationele promotie. Hij mag blijven, bij een club met rek. Nooit heeft hij zo prettig gewerkt, in een kleine organisatie met korte lijnen. Zelfs zijn directheid valt goed in de polder. En dan vertrekt hij, hetgeen hij intern al aangaf in oktober 2023.

Over de auteur
Willem Vissers is ruim 25 jaar voetbalverslaggever voor de Volkskrant. Hij versloeg acht WK’s. In 2022 is hij uitgeroepen tot sportjournalist van het jaar.

Pastoor kreeg een paar keer een sabbatical in de schoot geworpen, na ontslag, en dan was hij even in zijn trots geraakt. Maar hij keerde ook tot zichzelf, tot zijn gezin. ‘Tijdens die tussenjaren dacht ik soms: moet ik hiermee doorgaan? Is dit alles? Nu is dat ook zo. Ik ben op zoek naar totale zingeving.’ Zijn ouders zijn overleden, zijn schoonouders raken op leeftijd. Schoonmoeder is dement. Hij ziet het verdriet bij zijn schoonvader en bij zijn echtgenote Mirelle. ‘Dat is niet normaal. We hebben hopelijk nog twintig jaar om in goede gezondheid te leven. Daarin wil ik ook de baas zijn over mijn agenda. Weet je: ik kan wel zaken overlaten aan assistenten, maar ik kan het niet loslaten.’

Het leven is mooi

Hij laat een monumentje zien in de tuin, waar sinds kort een van de honden ligt begraven, die stierf van ouderdom. De andere hond kwispelt. Op een stoel snort een kat. Laat duidelijk zijn: het leven is mooi, hij is bevoorrecht. Ze hebben het goed samen, met twee dochters en een zoon. ‘Maar ook de term goed kun je tegen het licht houden. In welke context? Mijn kinderen weten niet beter dan dat ik niet ga, of eerder wegga, als er iets is. Op de dag van de wedstrijd wil ik geen mensen om me heen. Althans, ik heb een hoge, open concentratieboog, maar ik wil regie houden. Voor de meeste mensen met wie ik omga, is het weekeinde vrije tijd. Mijn zwaartepunt, hoogtepunt, ligt in het weekeinde. Het zit vooral in de bekabeling van mezelf, door een paar eigenschappen die eigenlijk niet bij dit vak horen: introvert, emotioneel en sensitief.’

‘Het leven is een ontdekkingsreis, maar ik heb me te weinig overgegeven aan het ontdekken.’Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Als hij een dag ziek is, is dat altijd op een vrije dag. Alsof zijn systeem daarop is afgestemd. ‘Ziek zijn is okay, maar het mag maar één dag duren, en dan wel op mijn vrije dag. Als ik iets doe, doe ik het met alles wat ik heb. Rücksichtslos. Ik hol mezelf uit, en mijn gezin.’ Al zegt hij erbij dat de kinderen niet anders zijn gewend.

Hij was eens trainer in Oostenrijk, bij Altach. Het eerste jaar was hij alleen. Dat is lastig, voor iemand met heimwee. Het tweede jaar was hij met vrouw en zoon, en ze hadden zin om het traditionele land te verkennen. In zijn eerste jaar had hij telkens foto’s en filmpjes gestuurd. Carnaval, koeien de wei in, koeien weer op stal. En toen kwam corona. Dramatisch. ‘Toen we terugkwamen bleek dat onze beide dochters liever hadden gewild dat we niet waren gegaan. Het was gewoon om hun ouders om zich heen te hebben.’

Dagje fietsen, ergens lunchen, glaasje wijn

Zijn vrouw heeft een dubbel gevoel bij zijn stap. Enerzijds: lekker dat hij stopt. Ze zijn snel tevreden samen. Een dagje fietsen, ergens lunchen, glaasje wijn erbij. ‘Dan zijn we een uur of zes weg en hebben we het idee dat we twee weken op vakantie waren. Maar ja, dan moet het wel precies op die vrije dag, mag ik niet ziek zijn, en moet het mooi weer zijn. Ze heeft altijd gezegd dat trainer een klotebaan is. De voldoening is kleiner dan het gezeik. Je hebt veel gezeik, ook als het goed gaat. Een soort gezeik, tenminste. Het is nooit dat honderd van de honderd mensen zeggen: geweldig. Er is altijd iemand die zegt: het had 4-0 moeten zijn, na een 3-0. Je denkt ook weleens, binnen je organisatie: dit kan sneller of beter. Dit is amateuristisch. Daarop ben ik dubbel kritisch. Altijd blijven gaan, omdat het succes voor het opscheppen ligt. Dat zit in me.’

Nee, hij is geen workaholic. Wat is hard werken? Maar toch. ‘Als ik voetbal zit te kijken op televisie, schiet er van alles door me heen. Ach, ik had die nog een berichtje moeten sturen. Zie ik Atalanta voetballen. App ik alvast met Koopmeiners. Of ik zie de verre inworp van die mevrouw uit Ierland (Megan Campbell, red.) en stuur meteen een bericht naar onze keeperstrainer, die ook de spelhervattingen doet. Ik kan het niet loslaten. Dat is echt heel vermoeiend. Ik zeg ook altijd tegen mijn staf: dit is de voetbalwereld. Ik wil dat jullie altijd bereikbaar zijn. Maar als ik dat aan een ander vraag, moet ik zelf het goede voorbeeld geven. Dus ik ben altijd bereikbaar. Haha. Dat is ook vervelend.’

Het is misschien ook een vorm van autisme. ‘Ik denk dat alle goede en succesvolle trainers eigenschappen hebben uit het autistische spectrum, omdat je weet dat als je zaken goed organiseert, de kans groter is dat je plannen uitkomen. Zeker in het begin wil je alles controleren.’ Hij appt soms met spelers naar welke wedstrijd ze zitten te kijken en vraagt om een bepaald moment terug te zien, omdat het juist daarover ging in de afgelopen week. ‘In dat soort zaken neig ik naar overdrijving.’

Schuur opruimen, de tuin doen

In eerdere periodes met veel vrije tijd werd zijn vrouw soms gek van hem. Pastoor noemt zichzelf een ‘vaatwasserarchitect’. Ho, deze bordjes hier, dat bestek daar. Hij heeft genoeg energie. Schuur opruimen, de tuin doen. Hij wil ook in of om het voetbal blijven werken, sowieso. Hij kan zijn interessante podcast, Met Open Vizier, uitbreiden. Het theater in. Trainers begeleiden, van alle niveaus. ‘Beginnende trainers maken alles zo complex. Ze willen allemaal Pep nadoen, of De Zerbi.’ Hij wil ze helpen om fouten te voorkomen.

Wat hij ook enorm ziet zitten: kortstondige contracten, bijvoorbeeld bij een club in de problemen. Een team in de competitie houden, wat hij bij Slavia Praag en Altach deed. Drie of vier maanden, en klaar. Of drie maanden naar het buitenland, voor één klus. Vrouw en kinderen een tijdje laten overkomen. ‘Maar geen 365 dagen, 24 uur.’

Misschien gaat hij iets totaal anders doen. Met een luxe auto, als chauffeur, multinationals of artiesten rondrijden. ‘Gesprekken voeren, eventueel iets van het land laten zien. Autorijden vind ik leuk. Dan komt de adrenaline volledig tot rust. Ik wil van alles uitproberen, en op een andere manier van voetbal genieten. Anders kijken. Naar mijn zoon kijken, hier in het dorp, bij Duinrand S. Ik wil dat niet altijd missen, al is het soms voetbal van niks. Maar dat maakt niet uit. Het leven is een ontdekkingsreis, maar ik heb me te weinig overgegeven aan het ontdekken. Mijn leven is vanaf nu, niet tot nu. Aan de binnenkant ben ik gewoon nog een soort jochie, een kwajongen.’

Hij is tevreden

Voorheen dacht hij dat hij sowieso een topclub wilde trainen, of op elk continent werkzaam wilde zijn. Met al die toestanden in de wereld hoeft dat niet meer. Hij is tevreden. Lekker wat vaker naar het appartement van zijn broer in Portugal. Boekje lezen. Af en toe de zee in. Eten bij hetzelfde tentje. ‘Wat ik zal missen is de kameraadschap. Ik ben goed in het maken van een realistisch plan, de weg bereiden naar het doel. Ik houd enorm van mensen, kan ze verbinden en laten samenwerken.’

Toen hij formeel had gezegd dat hij stopte, zei zijn vrouw: ‘Ja, en nu? Het verschil tussen informeel en officieel, was voor haar een dingetje. Op een dag zaten we aan tafel en zei ze opeens: wat als er nu een grote club komt?’ Nou ja, dan ziet hij wel verder. Als het een klus is op sportief of financieel niveau waarop hij nog niet heeft gewerkt, zal hij het overwegen. Maar hij heeft de luxe om te stoppen, zeker voor een tijdje, en ook de ruimte in het hoofd. ‘Ik ben heel dankbaar, en dat zeg ik ook in mijn gebed, als ik bid.’