Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSprinten

Kan de snelheidsduivel van de Premier League zich meten met de sprinttop?

Micky van de Ven van Tottenham Hotspur haalt 37,38 km/u in een sprint.Beeld Photo News

Verdediger Micky van de Ven (Tottenham Hotspur) is de snelste voetballer van de Premier League, maar hij rent niet zo hard als vrouwelijke topsprinters. ‘Als ik hem zie lopen, mis ik de ontspanning.’

De aanvallers van de tegenpartij zijn gewaarschuwd. Hoe hard ze ook met de bal aan de voet richting het doel van Tottenham Hotspur sprinten, altijd bestaat de kans dat Micky van de Ven ze inhaalt. De 22-jarige verdediger staat sinds kort te boek als een van de snelste spelers ter wereld.

Als speler van VfL Wolfsburg maakte Van de Ven al furore met zijn rappe sprints. Vorig jaar kwam hij in de Bundesliga tot 36,35 km/u. Bij Tottenham liep hij in februari, in een duel met Brentford, nog harder: 37,38 km/u, de hoogst gemeten snelheid sinds de Premier League in 2020 deze data begon te registreren. Het is ook flink sneller dan het huidige record in de Bundesliga van Borussia Dortmund-aanvaller Karim Adeyemi (36,65).

De publiciteitsmachine van de Premier League draaide prompt op volle toeren. Op sociale media waren vergelijkingen met Usain Bolt niet van de lucht, al lag de topsnelheid van de wereldrecordhouder op de 100 meter (9,58 seconden) beduidend hoger. De Jamaicaan bereikte tijdens zijn recordrace een snelheid van 44,72 km/u. Dat aanzienlijke tempoverschil betekent dat de voorsprong van Bolt op Van de Ven op de 100 meter zo’n vijftien meter zou bedragen.

Ook tegen vrouwelijk topsprinters zou de tweevoudige Oranje-international het lastig hebben. In een direct duel zou hij het afleggen tegen tweevoudig wereldkampioen 200 meter Dafne Schippers. Van haar werd in 2016 tijdens een Nederlands kampioenschap over 60 meter met een lasergun een pieksnelheid van 38,7 km/u gemeten, bijna 1,5 km/u sneller dan Van de Ven.

Tartan vs. gras

Het vergelijken van voetballers met professionele sprinters is verleidelijk, al zijn de verschillen groot. Atleten rennen op harde tartanbanen, met ultralichte en keiharde spikes die ervoor zorgen dat ze over de baan stuiteren. Ze slagen erin enorme passen te maken (meer dan 2 meter) met uiterst korte contacttijden (minder dan 0,1 seconde per pas).

De topsnelheid van Usain Bolt bedraagt 44,72 km per uur.Beeld Getty Images

Van de Ven bereikte zijn topsnelheid tijdens een sprint op zacht verend gras, zonder startblokken. Vanaf de middellijn snelde hij met rappe passen achter Brentford-aanvaller Keane Lewis-Potter aan. Bij aankomst in het doelgebied had hij een achterstand van zeker vijf meter overbrugd. In een poging een schot te blokken, zette Van de Ven een verbluffende sliding in. Hij kwam pas tien meter verder tot stilstand, buiten de lijnen van het veld – niets voor Bolt of Schippers.

Van de Ven verbeterde het record van een andere verdediger, Kyle Walker van Manchester City (37,31). Dat is geen toeval. Verdedigers en flankspelers scoren hoog in de snelheidsklassementen, omdat zij vaker de ruimte krijgen om lange sprints te maken. De verdedigers hebben het voordeel dat zij, anders dan aanvallers, zonder bal rennen.

Voor zover bekend heeft Van de Ven geen ambities als atleet, maar dat hij harder kan dan de geklokte snelheid bij Brentford lijkt logisch. Zijn sprint duurde hooguit 45 meter, terwijl de meeste atleten hun topsnelheid pas bereiken tussen 50 en 70 meter (Bolt in zijn recordrace pas na 80 meter). Hij liep hard met de bedoeling een voorzet te voorkomen, niet om een toptijd te bereiken.

Kracht versus ontspanning

Van de Ven zou de 100 meter onder 11 seconden kunnen lopen, denkt Errol Esajas, mits hij werkt aan zijn sprinttechniek. “Als ik hem zie lopen, mis ik de ontspanning”, zegt de ervaren atletiektrainer. “Ik zie alleen maar weerstand, alsof hij loopt met de handrem erop. Iedereen heeft het over zijn snelheid, maar niemand heeft oog voor zijn sprinttechniek. Voetballers doen veel aan krachttraining, het is een en al kracht. Terwijl je snelheid maakt door ontspannen te lopen, zoals een hinde of een jachtluipaard.”

Esajas weet uit ervaring dat voetballiefhebbers de snelheid van hun idolen overschatten. Begin jaren negentig organiseerde hij voor de grap een duel tussen zijn pupil Paul Franklin en Feyenoorder Ulrich van Gobbel, die destijds als de snelste voetballer op de Nederlandse velden werd gezien.

Dafne Schippers bereikt 38,7 km/u in een korte sprint.Beeld Getty Images

Spannend was het niet. Na de start lag Franklin al meters voor. Van Gobbel was kansloos: na 100 meter waren de eindtijden respectievelijk 10,53 en 11,24 seconden. De toegestroomde Feyenoord-supporters dreigden hun frustratie over de uitslag te koelen op Franklin en zijn coach. “We moesten de kleedkamers in vluchten, omdat ze dachten dat Ulrich zou winnen. Ze waren boos.”

In een twaalf jaar oude documentaire van Sky is een soortgelijk experiment gedaan. Stervoetballer Cristiano Ronaldo mocht zijn snelheid testen tegen de Spaanse sprintkampioen Angel David Rodríguez (persoonlijk record: 10.31). De Portugees moest 0,3 seconde toegeven tijdens de korte sprint van 25 meter op kunstgras: 3.61 om 3.31.

De experts lieten weinig heel van Ronaldo’s techniek. Hij liep met zijn hoofd in zijn nek, maakte te korte passen (1,7 meter), zijn knieën tilde hij niet genoeg op en hij maaide met zijn armen waardoor hij nodeloos veel energie verspilde.

Al die ‘fouten’ bleken pas nuttig toen hij een slalomrace langs vijf vlaggetjes tegen de sprinter deed. Ditmaal was Ronaldo sneller. Wenden en keren op snelheid, dat kon hij beter dan rennen in een rechte lijn.

Esajas staat meerdere voetbalinternationals bij met zijn Sport Performance Center Rijnmond. Ze zoeken zijn kennis, bij de clubs is er naar hun smaak weinig aandacht voor sprinten. “De snelheid van echte sprinters wordt onderschat, zeker de startsnelheid. Je moet voetballers leren om snel te reageren, het reactievermogen trainen zodat ze veel vlugger op gang komen. En dan moeten ze ontspanning vinden.”

Hamstringblessures

Een gebrekkige looptechniek leidt onherroepelijk tot blessures, met name de hamstring is kwetsbaar. Het verbaast Esajas niet dat Van de Ven die spier kort na zijn recordsprint scheurde. Dat was al zijn tweede hamstringblessure van dit seizoen. “Het lichaam krijgt een zware klap tijdens zo’n sprint. In het voetbal hebben ze daar weinig oog voor. Men neemt sprinten niet serieus. Het wordt overgelaten aan fysiotherapeuten die geen ervaring hebben als sprinter.”

Van de Ven zou volgens Esajas baat hebben bij een betere looptechniek. Al valt te betwijfelen of hij de snelste voetballer aller tijden wordt, wat de metingen uit de Premier League en Bundesliga ook zeggen. Immers: ook Bolt heeft zich als voetballer gemanifesteerd. Na zijn afscheid van de atletiek in 2017 kreeg hij in Australië een proefcontract van zes weken aangeboden bij Gold Coast Mariners, als spits. Het was een lang gekoesterde wens van de Jamaicaan, die een hartstochtelijk fan is van Manchester United.

Hoewel Bolt meedeed aan een aantal oefenwedstrijden en tweemaal scoorde, bleef het bij de proefperiode. Op de spaarzame beelden is wel te zien dat hij met zijn lange benen soms opvallend rap achter de bal aan rende. Officiële metingen van zijn snelheid zijn er helaas niet.