Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Michael Raedecker vat in verf en draad een broeierige sfeer waarin de mens – zonder zelf in beeld te komen – op gespannen voet staat met de natuur

'Inert pursuit' vat meteen de belangrijkste ingrediënten van het oeuvre van Michael Raedecker samen. Een broeierige sfeer heerst in scènes waarin de mens – zonder ook maar één keer zelf in beeld te komen – op gespannen voet staat met de natuur.Beeld Michael Raedecker

Naast kwasten hanteert Michael Raedecker naald en draad. Daarmee zet hij theatrale voorstellingen neer vol surrealistische dreiging. Een overzichtstentoonstelling in Kunstmuseum Den Haag laat mooi zijn ontwikkeling van de afgelopen dertig jaar zien.

Wie anno nu een zwembad schildert roept onherroepelijk A Bigger Splash in gedachte. Maar inert pursuit van Michael Raedecker heeft een andere gevoelstemperatuur dan het beroemde doek van David Hockney uit 1967. Hier geen Californische zonnigheid met gemanicuurde palmbomen en de suggestie van een gebronsde beach boy die met veel gespetter net te water is gegaan. Bij Raedecker is het water troebel en staan de tuinstoelen er verweesd bij. De omgeving schemert roze van het avondlicht dat amper door de woekerende bosschage weet door te dringen.

Inert pursuit dateert van 2023 en is daarmee het meest recente werk in het dertig jaar omspannende Raedeckeroverzicht dat Kunstmuseum Den Haag nu presenteert. Het werk hangt bij de ingang, is het eerste dat je ziet en vat meteen de belangrijkste ingrediënten van Raedeckers oeuvre samen. Een broeierige sfeer heerst in scènes waarin de mens – zonder ook maar één keer zelf in beeld te komen – op gespannen voet staat met de natuur. En dat alles gevat in verf en draad.

Jurk in grove kruissteken

Als bordurend kunstenaar is Raedecker niet uniek – ook Berend Strik behandelt foto’s met naald en draad en Ghada Amer reproduceert pornoplaatjes met borduursel – maar hij is wel de schilderachtigste beoefenaar van het ambachtelijke medium. Met veelkleurig garen trekt hij strepen, vult hij vlakken en zet hij zelfs druipers op het doek. Wol krult soms dik op als een pasteuze laag olieverf. Toch is dit meer dan schilderkunst met andere middelen. De voorstelling lijkt wel uit het canvas te zijn getrokken in plaats van erop aangebracht. Het resultaat is supertactiel, waardoor de vaak gebruikte term ‘huid’ hier misschien nog meer van toepassing is dan bij verf op doek.

Raedecker perfectioneerde zijn techniek op de Rijksakademie, waar hij werd toegelaten na een specialisatie mode aan de Rietveld Academie. Op een vroeg werk als when indoors and outdoors met (1993/1994) gebruikt hij nog redelijk veel pigment uit een tube. Het gordijn, de deur en de plint heeft hij met de kwast neergezet. De gordijnroede en amoebeachtige vormen die door het interieur zweven, zijn geborduurd.

Veel vaker schildert Raedecker enkel amorfe vlekken, die de ondergrond vormen voor een geborduurde voorstelling. In timeless (1995) heeft hij aan een paar lijntjes genoeg voor een bed. De jurk die over het voeteneind is gedrapeerd, bestaat uit roze garen in grove kruissteken.

Horizon als lachspiegel

Interieurs zijn een belangrijk motief in Raedeckers vroege jaren: meer plaats delict dan brandpunt van huiselijke gezelligheid. Het zijn podia waar de acteurs net even met lunchpauze zijn gegaan. Dat geldt ook voor Raedeckers daadwerkelijke theaters. Tussen de opzijgeschoven gordijnen dwarrelen plantenresten door heuvellandschappen en koloniseren onbestemde pluisjes de ruimte.

Een ander terugkerend thema is landschappen, die soms gekromd zijn alsof de horizon een lachspiegel is. Bomen zijn hier de belangrijkste spelers, hoewel Raedecker met een titel als the prop (het rekwisiet) hun hoofdrolstatus weer relativeert. Ze moeten bovendien opboksen tegen bungalows van het Amerikaanse type, die met grote ramen de omliggende natuur verwelkomen maar onmiskenbare indringers zijn.

Twin Peaks

Een enkele keer zet Raedecker het onderhuidse drama extra vet aan. Zoals in locus (2020), dat vanuit het struikgewas zicht biedt op een open garagedeur met een verlaten auto ervoor. Het contrasterende groen en donkerpaars dompelt alles in een Twin Peaksachtige sfeer van surrealistische dreiging.

Michael Raedecker, 'ins and outs' (2000).Beeld Michael Raedecker

Die voel je ook bij ins and outs (2000), waarin een garagedeur omineus oplicht in het nachtblauw van een wezenloos suburbia. Achter die deur gebeurt iets magisch, of juist iets misdadigs. Dat effect wordt nog versterkt door de donkerblauw geschilderde wanden – een van de weinige ingrepen van de tentoonstellingsmakers, die zich verder heel dienend hebben opgesteld.

Knipoog naar Jan Asselijn

Door de jaren heen is Raedeckers borduursel gedetailleerder en uitgebreider geworden. Hij combineert het met een stukje fineer, kralen, stukjes textiel en zelfs spiegelscherven. De verf wordt steeds verder naar de achtergrond geduwd, hoewel ook daar sinds zijn laatste solo in Den Haag (2009) nieuwe ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. Hij combineert nu kwastwerk met een printtechniek die ietwat diffuse, spray-paintachtige resultaten oplevert en voor nog meer variatie in het beeld zorgt.

Met dat uitdijende arsenaal aan idiosyncratische middelen bouwt Raedecker zijn eigen universum, waarmee hij zich altijd zelfbewust verhoudt tot de kunstgeschiedenis. Dat uit zich in zijn hockneyaanse zwembaden, maar ook in the reflex (2003) waar makkelijk een knipoog naar De bedreigde zwaan van Jan Asselijn te zien is, en de landschappen die lonken naar Mondriaan voordat hij het abstracte pad koos.

Raedecker is zich ook bewust van de valkuil van te veel esthetiek en te herkenbare figuratie, die bij de toenemende verfijning van zijn werk levensgroot aanwezig is. Daarom laat hij zijn bungalows zweven in het luchtledige en vegetatie ontsporen in chaos. Een al te keurig vaasje met lelies relativeert hij zelf voordat de kijker dat kan doen met een veelzeggende titel: propaganda.

Michael Raedecker: Material Worlds: t/m 28 augustus in Kunstmuseum Den Haag

Margriet Schavemaker nieuwe directeur Kunstmuseum

Per 1 juni aanstaande volgt Margriet Schavemaker (1971) Benno Tempel op als directeur van Kunstmuseum Den Haag. Schavemaker kan bogen op een lange carrière in de Amsterdamse kunstwereld. Zo was zij curator en aanjager van het publieksprogramma in het Stedelijk Museum en sinds 2019 artistiek directeur van het Amsterdam Museum. In die laatste functie zette zij meerstemmigheid op de agenda en schrapte zij de term Gouden Eeuw. Ook in haar nieuwe functie blijft zij actief als hoogleraar media en kunst in de museale praktijk aan de Universiteit van Amsterdam.

Michael Raedecker.Beeld Damian Griffiths