Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

De Notre-Dame is bijna klaar: 1000 werklieden, 1000 gekapte eiken en 700 miljoen euro verder

De Seine in Parijs, met op de achtergrond de Notre-Dame.Beeld NurPhoto via Getty Images

Maandag is het vijf jaar geleden dat de Notre-Dame in brand vloog. Inmiddels is de kathedraal al weer bijna heropgebouwd. Eind dit jaar mag het publiek weer naar binnen.

Iedereen die de laatste weken binnen is geweest, zegt het: de Notre-Dame is licht. De verkoolde puinhopen zijn opgeruimd en (bijna) alle muren, standbeelden en kunstwerken zijn afgestoft, schoongemaakt en gerenoveerd. De oorspronkelijke witte ivoorkleur spat weer van de muren, de zuilen en de gewelven. De zwart-wit geblokte tegelvloer glanst weer. “De kathedraal heeft zijn aureool van licht hervonden,” zei minister van Cultuur Rachida Dati.

De grote glas-in-loodramen overleefden de brand en zijn schoongemaakt. Zes ramen, aan de kant van de Seine, zullen vervangen worden met een eigentijds ontwerp, maar de verwachting is dat dat op z’n vroegst in 2026 gebeurt.

Op dit moment werken er nog zo’n vijfhonderd mensen op de bouwplaats, maar in totaal hebben de afgelopen jaren meer dan duizend werknemers en ambachtslieden van 250 bedrijven verspreid over Frankrijk meegewerkt aan het heropbouwen van de kathedraal. Het gaat om allerlei vakgebieden, van ijzergieters tot beeldhouwers.

Particuliere giften

De kosten van de renovatie worden geschat op 700 miljoen euro – en zijn volledig gedekt door donaties. In totaal kwam 846 miljoen euro aan giften binnen van 340.000 donateurs uit 150 landen. De meeste giften waren onder de 1000 euro, en kwamen van particulieren. Velen schreven brieven. ‘Ik heb gehuild toen ik zag hoe de vlammen de Notre-Dame verzwolgen,’ schreef Joann uit New-York. ‘Bij deze stuur ik u een cheque, als kleine bijdrage aan de renovatie’.

Voor de Notre-Dame herbouwd kon worden, moest de kathedraal eerst ‘veilig worden gesteld’. De puinhopen van de verwoestende brand waren enorm en er bestond instortingsgevaar. Er werden robots naar binnen gestuurd om op verkenning te gaan. De vloeren lagen bezaaid met bergen steen, houten balken en verkoolde resten. De kerk en het plein en de straten rondom lagen bezaaid met giftig loodpoeder van de ingestorte loden torenspits. Dat moest allemaal worden verwijderd. Die operatie kostte 150 miljoen euro. Pas in het najaar van 2021 begon de echte renovatie en heropbouw. Met name het opnieuw bouwen van het ingestorte dak – een exacte kopie van het dak dat werd gebouwd in de Middeleeuwen – kostte veel tijd.

Herstel van de torenspits

Nog iets dat veel tijd kostte: het herstel van de torenspits, voor velen het kroonjuweel op de Notre-Dame. Die stortte vijf jaar geleden volledig in. Voor het heropbouwen zijn duizend eikenbomen, verspreid over Frankrijk, gekapt. De toren is nu weer herrezen, 96 meter hoog, en exact herbouwd zoals hij in de 19de eeuw is ontworpen en gebouwd. Het bovenste gedeelte is al bekleed met lood. Het onderste gedeelte nog niet: dat is nu alleen nog een houten skelet.

Het grote orgel – dat aan de voorkant van de Notre-Dame staat, vlak bij de twee vierkante torens – overleefde de brand wél. Maar er was wel schade aan het instrument, dat stamt uit 1733, 18 meter hoog is en bijna achtduizend pijpen heeft. Door de brand en het blussen kwamen puin, stof, lood en bluswater in het muziekinstrument terecht. De afgelopen jaren zijn gebruikt voor een flinke opknapbeurt. Het orgel is uit elkaar gehaald en alle onderdelen zijn een voor een gerenoveerd en schoongemaakt. Het in elkaar zetten en ‘klaar’ maken is nu nog gaande en duurt zes maanden. Mooi op tijd voor de heropening, dus. Over acht maanden, op 8 december, mag het publiek weer naar binnen.

De torenspits stortte vijf jaar geleden volledig in.Beeld REUTERS