Direct naar artikelinhoud
Nationale Bijentelling: ziet de verslaggever nou drie keer dezelfde boomhommel?
Beeld Johan Nebbeling
ReportageBijen

Nationale Bijentelling: ziet de verslaggever nou drie keer dezelfde boomhommel?

De helft van de 360 soorten bijensoorten in Nederland wordt bedreigd. Om erachter te komen hoe het staat met deze soorten en om mensen bewust te maken van het belang van de bestuivers, organiseren Naturalis, IVN Natuureducatie en LandschappenNL de Nationale Bijentelling.

Hij begon ermee in 2018, de bijentelling. “Het was al langer bekend dat het slecht ging met de bij, maar er ontbraken cijfers, vooral van het bijenleven in de stad”, vertelt Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur bij Naturalis, maar bovenal bijenexpert en -liefhebber. “Je kunt honderd studenten op pad sturen, maar waarom zou je niet heel Nederland om hulp vragen? We vragen mensen om een half uurtje in hun tuin of op hun balkon te tellen. Via een speciaal telformulier kunnen ze bijhouden welke bestuivers ze tegenkomen en dat kunnen ze doorgeven op de site. Het levert ons nuttige data op, en de mensen hopelijk een stukje bewustwording over het welzijn van de bij.”

Om de proef op de som te nemen, ga ik zelf ook even tellen. De redactie van Trouw in Amsterdam heeft geen tuin, maar het Oostenburgerplein is om de hoek. Om 08.45 uur zit ik klaar. Het is buiten ongeveer 10 graden en er staat een licht briesje. Na vijf minuten heb ik spijt. Dit worden de langste dertig minuten van mijn leven, denk ik. Maar niet veel later zie ik voor het eerst iets zoemen tussen het hondsdraf: een hommel. Het is mij niet helemaal duidelijk wat voor een, dus komt-ie bij ‘hommel onbekend’.

De boomhommel.Beeld Colourbox

Dat de tellers ook moeten letten op hommels, zweefvliegen en zelfs wespen heeft twee redenen, zegt Biesmeijer: “Ook daarvan willen we graag weten hoeveel er rondvliegen. Maar het is ook om praktische redenen, uit ervaring bleek dat mensen de dieren anders fout gingen categoriseren.”

Uiteindelijk tel ik negentien bijen, hommels en/of zweefvliegen. Een voor de stad opmerkelijk goede vangst, vind ik zelf. Maar volgens Biesmeijer is dat helemaal niet zo vreemd. “De stad is eigenlijk best een goede omgeving voor de bij. Het is er warm, er is veel beschutting en een grote variëteit aan bloemen.” Vooral dat laatste wil buiten de stad nog weleens ontbreken, benadrukt hij. “Nederland bestaat voor het grootste gedeelte uit kortgemaaid gras, dat is slecht voor de biodiversiteit en slecht voor de bij.”

Drie keer dezelfde hommel?

Biesmeijer kan het belang van de bij niet genoeg benadrukken. “80 procent van onze eetbare gewassen en bijna 90 procent van onze wilde planten worden bestoven door bijen en andere insecten. In Nederland is sprake van natuurarmoede, bestuivers als de bij hebben de capaciteit dat te doorbreken, maar dan moeten ze wel de ruimte krijgen.”

Het tellen van de bijen confronteert mij met het feit dat ik eigenlijk maar weinig van de diertjes af weet. Ik meen tot drie keer toe een boomhommel te zien – herkenbaar vanwege zijn oranje bovenkant en witte onderkant – maar hoe weet ik dat ik niet drie keer dezelfde heb geteld? Volgens Biesmeijer maakt dat niet zoveel uit. “Dat houd je altijd, individuele exemplaren zijn van veraf moeilijk te onderscheiden. Het feit is dat je er drie keer eentje hebt gezien, dus dan mag je dat noteren.”

De nationale bijentelling duurt nog tot en met 24 april. Later in de maand komt Naturalis met de resultaten en later dit jaar moet er een eerste, voorzichtige analyse komen met conclusies van zeven jaar lang bijentelling.

Drie keer dezelfde hommel?
Beeld Colourbox

Lees ook:

Zin in honing? Zo weet je of je een verantwoorde pot koopt

Is het verantwoord om een pot honing te kopen? Het kan, maar let goed op of de honingbij geen bedreiging vormt voor wilde bijen.