Direct naar artikelinhoud
profielEsmée van Eeghen

Postuum eerherstel voor jonge, vrijgevochten verzetsvrouw die jaloezie en afkeuring over zich afriep

Esmée van Eeghen.Beeld Fries Verzetsmuseum

Verzetsvrouw Esmée van Eeghen krijgt postuum eerherstel. Voor naoorlogse beschuldigingen dat zij een dubbelspion was, bestaat geen bewijs. ‘Feit is dat zij door Duitse kogels om het leven is gekomen.’

Ze was jong, mooi en intelligent, ze rookte, lustte graag een borrel, had affaires met een getrouwde verzetsleider én een Wehrmacht-officier en werd na de oorlog beschuldigd van verraad. Geen wonder dat het leven van verzetsvrouw Esmée van Eeghen altijd tot de verbeelding heeft gesproken. Er zijn boeken, een theatervoorstelling en zelfs een opera over haar gemaakt. De film Zwartboek van regisseur Paul Verhoeven is deels op haar oorlogsgeschiedenis gebaseerd.

Was ze goed of was ze fout? De twijfels over haar loyaliteit aan het verzet waren zo groot dat er geen plek voor haar was op het monument voor gevallen verzetsstrijders in het Fries Verzetsmuseum in Leeuwarden. Daar komt nu verandering in. Tachtig jaar nadat ze door SS’ers werd doodgeschoten, krijgt Van Eeghen postuum eerherstel. ‘Het wordt tijd om haar erkenning te geven voor haar verzetswerk’, zegt conservator Marre Sloots. ‘Feit is dat ze door Duitse kogels om het leven is gekomen.’

Over de auteur
Ellen de Visser is wetenschapsredacteur van de Volkskrant en schrijft geregeld over de Tweede Wereldoorlog.

Aanleiding voor de ommezwaai is het boek Vrouwen van het Friese verzet, waarin historicus Hessel de Walle de oorlogsgeschiedenis van Esmée van Eeghen nogmaals reconstrueert. Van de beschuldigingen jegens de jonge verzetsvrouw blijft niet veel over, zegt hij. ‘Het gaat allemaal om geruchten en om gekleurde verklaringen van mensen die na de oorlog hun straatje wilden schoonvegen.’

Een 24-jarige met veel lef

Esmée van Eeghen, afkomstig uit een gefortuneerd Amsterdams patriciërsgeslacht, was 24 jaar toen ze in het voorjaar van 1943 in het Friese verzet belandde. Ze werd er een van de belangrijkste koeriers, hielp Joodse kinderen en geallieerde piloten onderduiken en had zoveel lef dat ze in haar eentje wapens wegbracht naar Amsterdam en Zuid-Limburg.

In het voorjaar van 1944 begon Van Eeghen op aandringen van de top van het verzet aan te pappen met Duitsers. De Walle citeert in zijn boek de naoorlogse verklaring van een verzetsleider: ‘Haar knappe uiterlijk, zeer elegante, mondaine kleeding, voorname afkomst en zeer goede ontwikkeling maakten haar zeer geschikt voor het verrichten van spionagewerkzaamheden in Duitschen kringen.’

Het zou haar ondergang worden. Ze werd verliefd op een Wehrmacht-officier, trok bij hem in en liet weten dat ze niets meer met het verzet te maken wilde hebben.

Van Eeghen wist zó veel, dat de gealarmeerde verzetsleiders haar de keus boden: de kogel of verbanning uit Friesland. Ze vertrok, nadat ze zich tegenover het liefje van de huisgenoot van haar Duitse officier had laten ontvallen dat ze voor het verzet had gewerkt. Die loslippigheid werd haar fataal.

Verraden met een judaskus

De vrouw briefde de informatie door en nodigde haar uit om elkaar op het station van Amsterdam te treffen. Daar werd Van Eeghen met een judaskus verraden. Een kleine maand later, op 7 september 1944, schoten SS’ers haar aan de oever van het Van Starkenborghkanaal dood, samen met een Drentse verzetsman. Hun lichamen werden in het water gegooid.

Na de oorlog deden wilde geruchten de ronde. De Sicherheitsdienst (SD) zou haar na haar arrestatie een voorkeursbehandeling hebben gegeven, ze zou zelfs een cel met een divan hebben gekregen omdat ze zo goed meewerkte. Haar verraad zou hebben geleid tot de dood van een verzetsleider en anderen in groot gevaar hebben gebracht. Later speurwerk, schrijft historicus De Walle, heeft duidelijk gemaakt dat voor die verhalen geen grond bestaat.

Verzetsstrijder Piet Meerburg, die vanuit Amsterdam Joodse kinderen hielp onderduiken, nam het veertig jaar na de oorlog voor haar op. ‘Esmée wist alles, ze wist veel te veel’, zei hij tegen journalisten van Vrij Nederland. ‘Als ze echt verraad had gepleegd, had ze onnoemelijk veel schade kunnen aanrichten. Ik vind dat ze op een twijfelachtige manier met onzuivere motieven is aangevallen.’

Een vrouw van de wereld

Daarbij zal haar persoonlijkheid een rol hebben gespeeld, vermoedt historicus De Walle. Van Eeghen was een vrouw van de wereld, die jaloezie en afkeuring over zich afriep. ‘Er ging van alles mis in het verzet en dat is haar in de schoenen geschoven.’

Conservator Marre Sloots: ‘Na de oorlog is het beeld ontstaan van een femme fatale. Ze was een vrijgevochten vrouw en die houding had ze nodig voor haar verzetswerk, maar daarmee heeft ze ook verdenkingen op zich geladen.’

Na de oorlog kreeg Van Eeghen postuum een Amerikaanse onderscheiding voor haar hulp aan neergeschoten piloten. Nu wordt het tijd om haar ook te eren in de provincie waar ze haar leven waagde, zegt conservator Sloot. ‘Natuurlijk heeft ze zich in de nesten gewerkt, maar er zijn geen aanwijzingen dat ze is overgelopen naar de Duitsers.’

Historicus Loe de Jong had daar 50 jaar geleden al zijn vermoedens over. In zijn standaardwerk De Bezetting wijdde hij drie pagina’s aan Esmée van Eeghen. Dat zij door de SD werd doodgeschoten zag hij als een sterke aanwijzing dat zij ‘in de hoogst denkbare mate het ongenoegen van dit gespuis opgewekt heeft’. Zijn conclusie: ‘Zij heeft dat moeilijk anders kunnen doen dan door hun de inlichtingen te onthouden waar zij op gebrand waren.’

3x Esmée van Eeghen

Vermoedelijk heeft Esmée haar contacten met de Duitsers ook proberen aan te wenden om iets voor haar jongere broer David te kunnen doen. Hij stierf in april 1945 in concentratiekamp Bergen-Belsen.

De halfbroer van Esmée heeft in 2012 geprobeerd om te laten onderzoeken of de Nederlandse SS’er Klaas Carel Faber bij haar dood betrokken was. Faber was een van de drie mannen die haar meenam naar het kanaal in Groningen, waar ze stierf door een kogelregen. Hij ontsnapte in 1952 uit de gevangenis van Breda naar het toenmalige West-Duitsland, dat hem niet uitleverde. Heropening van de zaak kwam te laat, Faber overleed als vrij man.

De eerste liefde van Esmée, die haar introduceerde bij het Friese verzet, heeft zich zijn leven lang schuldig gevoeld. Tot aan zijn dood heeft hij ieder jaar op 4 mei bloemen op haar graf gelegd.