Direct naar artikelinhoud
Noord-Afrika

Tunesische president draait ngo’s de duimschroeven aan

Aanhangers van de in 2013 vermoorde Tunesische oppositieleider Chokri Belaid demonstreerden dinsdag in Tunis, na de uitspraak in een rechtszaak over die moord.Beeld AFP

Maatschappelijke organisaties in Tunesië staan onder grote politieke druk. President Saied dreigt hen het werken onmogelijk te maken.

Telefoontjes vanuit een ministerie, de politie op bezoek, vijandige politieke toespraken en onverwachte arrestaties van activisten. Zo sloop bij FTDES, een Tunesisch platform voor mensenrechten, de angst erin, vertelt woordvoerder Romdhane Ben Amor. Om te overleven moeten maatschappelijke organisaties in Tunesië volgens hem onder de radar blijven.

“Onzichtbaarheid is op dit moment een noodzakelijke overlevingsstrategie”, zegt Ben Amor. “Fans van het politieke regime beschuldigen en bedreigen activisten via sociale media, en de autoriteiten werken ons subtiel tegen. Ze waarschuwen partnerorganisaties: vermijd FTDES. Uit angst trekken lokale actiegroepen, voor ons een levensader, zich terug. Een functionaris van het ministerie van onderwijs zei laatst: ‘FTDES is geen maatschappelijke organisatie meer, maar doet aan politiek’.”

Decreet om vrijheid van meningsuiting te smoren

Het uitoefenen van politieke macht moet voorbehouden blijven aan de president, vindt president Kais Saied. Volgens zijn zelfgeschreven grondwet is hij de vleesgeworden wil van het Tunesische volk. Die volkswil plaatst hij boven wetten, regels en instituties.

Sinds zijn machtsgreep in juli 2021 ondermijnt Saied eigenhandig de ene na de andere institutie. Eerst het Tunesische parlement en politieke partijen, daarna de onafhankelijke kiescommissie. Vervolgens de onafhankelijke rechtspraak en vorig jaar de media met ‘decreet 54’, een wet om nepnieuws tegen te gaan. Internationale mensenrechtenorganisaties noemden die wet een ‘instrument om de vrijheid van meningsuiting te smoren’.

Die angst bleek reëel. Inmiddels zijn tientallen journalisten, artiesten, activisten, politieke oppositieleden en advocaten op grond van deze wet vervolgd of achter de tralies gezet, weet Ben Amor. “Decreet 54 was een niet mis te verstane boodschap. Minder publicaties via sociale media, interviews weigeren, et cetera.”

Vernietiging van het maatschappelijk middenveld

Gaandeweg verlegde president Saied zijn focus naar de maatschappelijke organisaties. Die zouden functioneren als ‘verlengstuk van buitenlandse inlichtingendiensten’ en bovendien ‘politieke partijen achter zich verbergen’. Aangevuld met verhalen over conferenties in dure hotels, hoge salarissen en zinloos geachte projecten lijken Saieds uitspraken bij een deel van de Tunesiërs goed te vallen.

“Maar in werkelijkheid hebben we geen idee wat mensen vinden”, analyseert Wahid Ferchichi, universitair hoofddocent publiekrecht aan de Universiteit van Carthago. “Minder dan 10 procent van de bevolking deed mee aan een door de president gelanceerde online-enquête over zijn politieke plannen.” Intussen constateert Ferchichi dat Saied allang met de uitvoering van zijn agenda is begonnen. “Bij bijeenkomsten rukt meer politie uit en op bepaalde plekken in de stad mogen geen bijeenkomsten meer worden georganiseerd. Het oprichten van een nieuwe organisatie wordt heel lastig gemaakt.”

Op de politieke agenda staat een wetsvoorstel dat maatschappelijke organisaties en hun geldstromen onder zeer stringent overheidstoezicht plaatst. “Hiermee wordt het maatschappelijk middenveld vernietigd”, waarschuwt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.

Van de ene dag op de andere staatsvijand

Datzelfde middenveld werd in 2015, vier jaar na de revolutie, nog internationaal geprezen toen een comité van vier Tunesische organisaties de Nobelprijs voor de Vrede won voor haar ‘beslissende bijdrage aan het bouwen van een pluralistische democratie in de nasleep van de revolutie’. Er zouden zo’n 25.000 organisaties mee gemoeid zijn en minstens 30.000 banen.

Van de ene op de andere dag zijn wij ‘staatsvijanden’ geworden, reageert een mensenrechtenactivist, actief voor een Tunesisch antiracismenetwerk. “Ineens neem je met de keuze om je in te zetten voor een betere toekomst een enorm risico.”

Zelfcensuur werd de norm, analyseert ze. “Je weegt je woorden drie keer. Na elke arrestatie denk je: ik kan de volgende zijn. Maar we gaan hoe dan ook door, we zijn niet afhankelijk van buitenlands geld.”

De volledige naam van de anonieme mensenrechtenactivist is bekend bij de hoofdredactie.

Lees ook:

Tunesische president ontbindt parlement: ook het laatste restje democratie is niet veilig

De president van Tunesië heeft het parlement ontbonden. De politieke repressie in het land neemt toe.