Peter McAleese was de roemruchte Britse huurling die probeerde Pablo Escobar te vermoorden
Peter McAleese was een echte vechtjas, wat hij zelf aan zijn afkomst weet. Een groot deel van zijn leven was hij naar eigen zeggen ‘een vieze, laaghartige klootzak van een man’.
Zelfs naar de maatstaven van medehuurlingen was de Britse oud-commando Peter McAleese nogal een waaghals. Zijn bekendste actie was een poging in 1989 om de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar te vermoorden.
McAleese en een kameraad hadden de opdracht daartoe gekregen van een rivaliserend drugskartel, dat kennelijk samenwerkte met Colombiaanse overheidsfunctionarissen. Escobar beheerste in die tijd een groot deel van de wereldwijde cocaïneproductie en -distributie en woonde op een paleisachtig landgoed aan de rand van de jungle bij de Colombiaanse stad Medellín. Op 4 juni 1989 vloog McAleese met elf andere huurlingen in twee helikopters naar Escobars zwaar beveiligde complex.
Maar het ging mis. De laagvliegende heli waarin McAleese en zijn makker David Tomkins zaten, kwam in wolken terecht en crashte tegen een berghelling. De piloot kwam om. McAleese brak enkele ribben en moest zich verrekkend van de pijn zien schuil te houden, terwijl Escobars militie jacht op hem maakte. Tomkins ging hulp halen. Na drie dagen werd hij gered. “Als Pablo me te pakken had gekregen, was ik een heel langzame en pijnlijke dood gestorven”, zei hij later.
Jeugdbendes
McAleese was een echte vechtersbaas, wat hij zelf weet aan zijn afkomst. De Schot groeide op in een gezin van vijf kinderen in een arme wijk van de stad Glasgow. Zijn vader, een gewelddadige oud-militair, sloeg hem geregeld en brak een keer zijn neus. McAleese zat in jeugdbendes en werd op zijn dertiende van school gestuurd omdat hij had gevochten.
In 1960, op zijn zeventiende, ging hij in het leger, waar hij terechtkwam in een parachutistenregiment en in de Special Air Service (SAS), een elite-eenheid. Hij diende in Borneo en in Aden, in het huidige Jemen, waar hij zijn eerste tegenstander doodde. “Niks is te vergelijken met de spanning van de strijd”, zei hij. “Ik hield ervan.”
Ook buiten diensttijd was McAleese een houwdegen. Hij raakte soms slaags met medesoldaten, wat hem disciplinaire straffen opleverde. Nadat hij negen maanden in de cel had gezeten voor het mishandelen van zijn toenmalige vrouw, werd hij in 1969 ontslagen uit het leger. Toen hij vervolgens in het burgerleven niet kon aarden, trok hij in de jaren zeventig als huurling naar zuidelijk Afrika, waar hij in Angola, Zuid-Afrika en Rhodesië, het huidige Zimbabwe, aan de zijde van witte minderheidsregimes vocht tegen zwarte bevrijdingsbewegingen.
McAleese overleed vorige week op 81-jarige leeftijd. Hij scheidde twee keer en kreeg drie kinderen. In zijn latere jaren runde hij een pub in Birmingham. Hij publiceerde memoires, die een bestseller werden, en werkte mee aan een documentaire over zijn Colombiaanse avontuur, getiteld Killing Escobar.
Zelf schatte hij dat hij als militair en huurling zo’n zeventig mensen doodde. Maar hij zei daar geen wroeging over te hebben. Wel speet het hem dat hij zo’n slechte echtgenoot en vader was geweest. Een groot deel van zijn leven was hij naar eigen zeggen ‘een vieze, laaghartige klootzak van een man’.
In de herfst van zijn leven vond hij steun in het katholieke geloof. De oude ijzervreter ging geregeld naar de mis en voelde de storm in zichzelf tot bedaren komen. Zelf dankte hij dit onder meer aan de louterende helikoptercrash in Colombia, toen hij tot God bad om hem niet in handen van Escobar te laten vallen. “Ik heb veel geleerd op die Andes-helling”, zei hij in 2021. “Toen begon ik op te groeien.”
Lees ook:
Medellín sloopt Pablo Escobars museumwoning in de strijd tegen narcotoerisme
In de strijd tegen het ‘narcotoerisme’ hanteert de Colombiaanse stad Medellín de sloophamer. Maar waarschijnlijk is er meer nodig.