Direct naar artikelinhoud
‘Vliegen veel goedkoper dan de trein? Nee, Greenpeace maakt een rekenfout’, zegt Britse treinexpert Mark Smith
Interview Verenigd Koninkrijk

‘Vliegen veel goedkoper dan de trein? Nee, Greenpeace maakt een rekenfout’, zegt Britse treinexpert Mark Smith

Beeld Getty Images

Nergens in Europa is de trein zoveel duurder dan het vliegtuig als in het Verenigd Koninkrijk, concludeerde Greenpeace vorig jaar. Maar volgens de Britse treinexpert Mark Smith valt dat best mee. ‘Wil je dat mensen de planeet redden, doe dan niet steeds alsof zij daarvoor moeten lijden.’

Mark Smith heeft geen idee waarom nog altijd zo’n 200.000 mensen per maand het vliegtuig pakken van Londen naar Edinburgh en terug. Dat traject is veruit de drukste binnenlandse vliegroute in het Verenigd Koninkrijk. Ja, het verbaast hem met recht. Want zelfs nog afgezien van alle milieuschade, het ongemak van wachten op een vliegveld en de veel te dicht op elkaar geperste vliegtuigstoeltjes: je ziet toch gewoon veel meer als je over land reist dan door de lucht?

Hij schetst kort wat alle vliegtuigpassagiers hoog in de wolken missen. “Meteen na vertrek in Londen kom je langs het voetbalstadion van Arsenal en de zendmast van Alexandra Palace. Die zond in 1936 de eerste televisie-uitzending ter wereld uit. Iets later passeer je de kathedraal van Peterborough en rijd je door historische steden als York. Bij Newcastle steek je de machtige Tyne-rivier over. Daarvoor heb je al perfect uitzicht gehad op de kathedraal en het kasteel van Durham. Je reist langs de Schotse kust met zijn kliffen. En je komt aan midden in het eeuwenoude centrum van Edinburgh.”

Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. En dat is ook precies de bedoeling. Om treinreizen populairder te maken, startte Smith in 2001 zijn website ‘The Man in Seat 61’ – vernoemd naar het stoelnummer dat hij steevast boekt op zijn eigen internationale treintrips. Hij weet waarover hij het heeft. Na zijn studie in Oxford was Smith jarenlang manager van verschillende treinstations, waaronder het drukke Charing Cross in Londen. Hij werkte voor geprivatiseerde treinbedrijven en was topambtenaar op het Britse ministerie van transport. Hij kent de wereld van de treinen vanuit elk denkbaar perspectief.

De Britse treinexpert Mark Smith.Beeld Niels Posthumus

Smith wandelt van een klein station richting het centrum van Bicester, een dorp in het hart van Engeland, niet ver van waar hij woont. Hij is een 58-jarige man met een licht grijzende baard en een leren jack boven een spijkerbroek. Op zijn website geeft hij intussen al 23 jaar treinadvies aan reizigers. Hij verkoopt geen kaartjes, maar verdient zijn geld via advertenties en partnerships met andere websites. Al in 2007, slechts zes jaar nadat hij de domeinnaam van zijn website had geregistreerd, verdiende hij daar zo goed aan dat hij zijn baan als topambtenaar kon opgeven.

Niet langer alleen voor treinfanaten

Vooral de laatste tien jaar ziet hij de motivatie veranderen van mensen die zijn website bezoeken en die hem mailen. Lang trok hij met name treinfanaten aan en mensen met vliegangst of een medische aandoening die vliegen onmogelijk maakte. Inmiddels draait het voor steeds meer reizigers om het klimaat. “Maar dat is niet plotseling veranderd”, benadrukt Smith. “De omslag heeft zich heel gestaag ontwikkeld. Zij was al waarneembaar voordat klimaatactiviste Greta Thunberg beroemd werd.”

Terwijl hij in de hoofdstraat zoekt naar een geschikt koffietentje, vertelt hij dat het hem dan ook stoort dat de politiek en de reisbranche vliegen maar blijven promoten. Ondanks dat zij hun mond vol hebben van klimaatdoelen. Niet alleen is kerosine nog steeds belastingvrij, de Britse regering halveerde vorig jaar nog bijvoorbeeld ook de passagierstoeslag op binnenlandse vluchten.

Op die beslissing kwam meteen bakken kritiek. Want met gemiddeld 5290 vluchten per dag in 2023 was er toch al geen Europees land waar het zo druk is in de lucht als in het Verenigd Koninkrijk. Vooral rond Londen. Goed, veruit de meeste daarvan betrof internationale reizen. Maar ook het traject tussen Londen en Edinburgh behoort wel degelijk tot de drukkere binnenlandse vliegroutes in Europa.

“Veel mensen denken nog steeds dat vliegen sneller is”, zegt Smith. Zeker over grotere binnenlandse afstanden. In dit geval circa 650 kilometer, vergelijkbaar met de afstand tussen Amsterdam en Berlijn. “Ze rekenen het wachten op het vliegveld niet mee”, verzucht hij. “Net zo min als de reistijd naar de luchthaven.” Hoewel vliegvelden, anders dan treinstations, toch vrijwel altijd buiten de stad liggen. Een vlucht van Londen naar Edinburgh mag dus slechts een uur en een kwartier duren, tel je alle extra reistijd erbij op dan kom je al snel in de buurt van de 4,5 uur die de trein erover doet.

Het is níet veel duurder

Verder bestaat de hardnekkige overtuiging dat vliegen vele malen goedkoper is dan de trein. De media herhalen die boodschap dan ook keer op keer. En Greenpeace schreef vorig jaar eveneens in een veel geciteerd rapport dat de trein in Europa gemiddeld twee keer zo duur is als het vliegtuig. Bovendien stelde de milieuorganisatie dat nergens in Europa het prijsverschil tussen een vliegticket en een treinkaartje groter is dan in het VK. Het onderzoek besteedde onder meer aandacht aan de binnenlandse route tussen Londen en Edinburgh. Op dat traject zou de trein 60 procent duurder zijn.

Volgens Smith valt echter ook op zulke prijsconclusies het nodige af te dingen. Natuurlijk, vliegen is te goedkoop; alle milieuschade wordt immers niet in de prijs meegenomen. Maar alsnog is het zeer de vraag of de trein wel écht zoveel duurder is. In prijzen van budgetvliegmaatschappijen zijn namelijk bijvoorbeeld nooit de kosten voor bagage meegerekend. In een treinkaartje wel.

“En om vanuit het centrum van Londen naar luchthavens als Heathrow en Stansted te komen, ben je heen, en na je reis weer terug, ook snel 40 pond (47 euro, red.) kwijt”, rekent Smith voor. “Eenmaal geland in de Schotse hoofdstad willen vliegreizigers bovendien van het vliegveld naar de stad. Ook dat kost geld. “Al die extra reiskosten rekenen mensen eveneens zelden mee in hun vliegticket.”

Hetzelfde geldt voor de prijzen van alle andere zogenaamde ‘add-ons’, de aanvullende kosten waarop het verdienmodel van budgetluchtvaartmaatschappijen nadrukkelijk stoelt: boekingskosten, kosten voor stoelkeuze en extra beenruimte, de peperdure drankjes en snacks in de lucht. Slechts doordat de geadverteerde minimumprijzen als gevolg van al die add-ons in werkelijkheid meestal hoger uitvallen, kunnen prijsvechters als Ryanair, Easyjet en Transavia winst maken.

Het onderzoek van Greenpeace keek alleen naar de prijs van het kale ticket, geeft de milieuorganisatie toe. Dat wil zeggen: zonder bagagetoeslag, andere add-ons en kosten van en naar de vliegvelden. Dat is oneerlijk, vindt Smith. Want reken je alle bijkomende kosten wel mee, dan verdubbelt de prijs van een vliegticket van Easyjet of Ryanair in de meeste gevallen met gemak. In dat geval blijkt de trein dus helemaal niet (veel) duurder. Smith: “Maar mensen zijn de boodschap dat het vliegtuig zogenaamd veel goedkoper is door de eindeloze herhaling in de media helaas gaan geloven.”

Al haar goede bedoelingen ten spijt helpt Greenpeace met haar vertekenende publicatie de klimaatzaak niet verder. Smith heeft inmiddels een koffiehuis in het centrum van Bicester gevonden en zit achter een cappuccino. Door vliegen in het VK en Europa als veel goedkoper voor te stellen, jaagt de milieuclub mensen juist alleen maar de trein uit, stelt hij.

Gewoon veel fijner

Kiezen voor de zogenaamd dure spoorwegen wordt in dat geval op zijn best een financieel offer voor de goede zaak. Smith: “Als je wilt dat mensen de planeet redden, moet je hen niet steeds voorhouden dat zij daarvoor moeten lijden. Je kunt beter uitleggen dat reizen met de trein gewoon een veel fijnere belevenis is dan vliegen.”

Op internationale trajecten, waar treinreizigers nog regelmatig moeten overstappen vanwege het gefragmenteerde Europese spoornetwerk, lijken nog zeker niet alle reizigers van die stelling overtuigd. Maar in het VK zelf kiezen wel degelijk inderdaad steeds meer mensen voor de trein.

Die verschuiving is al enige tijd te zien. In oktober 2022 reisden voor het eerst zelfs meer mensen per spoor dan door de lucht van Londen naar Edinburgh. Volgens Smith is dat vooral te danken aan de komst van een relatief nieuwe spoorlijnuitbater. Die vergrootte de treincapaciteit op het traject en richtte zich niet op concurrentie met de andere spoorwegbedrijven, maar op die met de luchtvaart.

En zelfs internationaal gaat het best de goede kant op, benadrukt Smith. “Tussen Londen en Parijs ligt het marktaandeel van de trein bijvoorbeeld eveneens al rond de 70 procent.” En zodra je eenmaal in Parijs bent, ben je ook zo in Italië bijvoorbeeld. Smiths ogen lichten op. Onmiddellijk schiet hij terug in zijn zo aanstekelijke enthousiasme. “Je kunt dus ’s ochtends ontbijten aan de Theems, ’s middags lunchen in Parijs, en nog voor het avondeten in Milaan zijn. Dat is fantastisch, toch?”

Lees ook:

Op hoge snelheid wiegt de Spaanse reiziger door het landschap en laat het vliegtuig links liggen

Spanje heeft het een-na-grootste netwerk voor hogesnelheidstreinen ter wereld. De trein kan een concurrent voor binnenlandse vluchten worden. Brussel roemt het ‘Spaanse model’.