Direct naar artikelinhoud
Duurzame energie

Eneco stapt uit biedingsstrijd voor bouw windparken op de Noordzee. ‘Risico’s te groot’

Windmolens op de Noordzee.Beeld ANP / Remko de Waal

Energiebedrijf Eneco trekt zich terug uit de bouw van twee grote windparken op de Noordzee. Dat is slecht nieuws voor het kabinet, maar kan ook gezien worden als een onderhandelingsstrategie van het energiebedrijf voor toekomstige aanbestedingen.

“De risico’s zijn te groot.” Dat noemt energiebedrijf Eneco als argument om onder de huidige voorwaarden niet meer mee te doen aan de aanbesteding van het kabinet voor de bouw van twee windmolenparken op de Noordzee. Een flinke tegenvaller voor het kabinet, want Eneco is een van de grootste spelers op het gebied van offshore windenergie.

Het gaat om twee kavels voor de bouw van windmolenparken die allebei een capaciteit van 2 gigawatt moeten krijgen: IJmuiden Ver Alpha en IJmuiden Ver Beta. De twee moeten genoeg energie gaan produceren om vier miljoen huishoudens van stroom te voorzien.

Een mooi doel, maar de stappen om daar te komen zijn te gewaagd, meent Eneco. Door inflatie en grote vraag naar materialen zijn volgens het energiebedrijf de bouwkosten te hoog opgelopen. Ook zijn de mogelijkheden om de investeringen terug te verdienen te onzeker, voornamelijk vanwege sterk fluctuerende energieprijzen. Tot slot is Eneco ook bang dat de bouw niet op tijd klaar is. Bij vertraging van de oplevering kunnen uitbaters van windparken flinke boetes verwachten.

Eneco wil prijsgarantie van de overheid

Dat Eneco zich terugtrekt lijkt een stevige onderhandelingsstrategie. Eneco, dat samen met Noors energiebedrijf Equinor optrok, doet weliswaar niet meer mee met deze aanbesteding, maar geeft meteen aan onder welke voorwaarden het wel weer wil deelnemen bij een volgende. Voorwaarden die een woordvoerder van Eneco omschrijft als ‘input waar de overheid iets mee zou kunnen’.

Allereerst krijgen wat Eneco betreft kwalitatieve criteria voor bijvoorbeeld de flora en fauna in zee een nog belangrijkere rol bij de aanbesteding. Ook wil Eneco van de overheid een prijsgarantie: stijgt de energieprijs, dan is het bedrijf bereid geld over te maken aan de overheid, maar daalt deze, dan wil het juist geld krijgen van de overheid ter compensatie.

Een andere mogelijkheid is volgens Eneco het combineren van aanbestedingen voor windmolenparken en de productie van waterstof. Om op een ‘groene’ manier waterstof te maken is namelijk veel – bij voorkeur duurzaam opgewekte – elektriciteit nodig. Als een ontwikkelaar van een windmolenpark verzekerd is van een klant voor grote hoeveelheden windenergie, kan dat onzekerheid wegnemen over grote schommelingen in de elektriciteitsprijs.

“Qua waterstof zitten we een beetje in een kip-en-eisituatie. Iedereen is welwillend, maar niemand neemt de eerste stap”, zegt de Eneco-woordvoerder. “Afnemers niet, omdat ze geen garantie hebben op genoeg aanbod van waterstof, maar producenten ook niet, omdat ze geen garantie hebben op genoeg afzet. Het zou welkom zijn als er normeringen komen vanuit de overheid. Bijvoorbeeld: bij windmolenparken die een bepaalde hoeveelheid energie opwekken, moet er zoveel procent gebruikt worden voor duurzame waterstof.”

Focus ligt te veel op prijs

Het energiebedrijf maakt zich er zorgen over dat de aandacht bij aanbestedingsprocedures te veel naar de financiële kant opschuift. Er zou daardoor te weinig gekeken worden naar kwalitatieve aspecten, zoals herstel van de zeebodem. Het ministerie van economische zaken en klimaat spreekt dit tegen. “Die kritiek begrijpen we niet. Bij het kiezen van een partij wordt juist voor 85 procent gekeken naar kwaliteitscriteria en voor 15 procent naar de prijs”, reageert een woordvoerder. Volgens Eneco is dat nog altijd te veel. “Vroeger was het minder dan 15 procent. We vinden niet dat het die kant op zou moeten gaan bij aanbestedingen.”

Ook de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) vindt dat het huidige aanbestedingsproces niet verloopt zoals het zou moeten. “Rob Jetten heeft het fantastisch gedaan als klimaatminister, maar hier slaat hij de plank mis”, zegt voorzitter Jan Vos. “Ik ben al tien jaar betrokken bij het oprichten van nieuwe windparken. In die tien jaar is er veel progressie geboekt. Er is voor 10 gigawatt aan windparken op land en zee bij gekomen in Nederland. Energiemaatschappijen, overheid en ngo’s hebben daarbij altijd goed samengewerkt, met als doel zoveel mogelijk groene stroom op te wekken tegen zo laag mogelijke kosten. We hebben het voor elkaar gekregen om zonder overheidssubsidies rendabele windparken te bouwen, maar inmiddels wil de overheid geld toe hebben voor de bouw. Deze exercitie is niet gestart om de schatkist te vullen, maar zo wordt er nu wel mee omgegaan.”

‘Triest dat Eneco afhaakt’

Dat uitgerekend Eneco zich terugtrekt is volgens Vos tekenend. “Ik ken Eneco als een bedrijf dat gedreven is om groene energie op te wekken, een bedrijf dat in het verleden risico’s heeft genomen die andere bedrijven nog niet durfden te nemen. Het is heel triest dat het afhaakt.”

Vos verwijst naar aanbestedingen in het buitenland, die onder soortgelijke omstandigheden plaatsvonden, en waarbij grote problemen ontstonden. “Vorig heeft Vattenfall in het Verenigd Koninkrijk het Boreasproject stop moeten zetten, omdat het te duur werd. Omdat de Britse regering die groene stroom wel wilde hebben, heeft die toen financieel moeten bijspringen. Dat is geen efficiënte manier om met belastinggeld om te gaan.”

Energiebedrijven konden zich tot donderdagmiddag 17.00 uur inschrijven voor het bouwen van windparken op de twee kavels. Het ministerie van economische zaken en klimaat laat weten dat meerdere aanvragen zijn binnengekomen, maar wil niet zeggen van welke bedrijven.

Lees ook:

De aanleg van windparken op zee is een groot succes, maar blijft dat zo?

Het gebeurt niet vaak dat grote infrastructuurprojecten binnen de tijd en binnen budget worden afgerond. Bij de aanleg van windparken op zee lukte het tot nu toe wel. Maar blijft dat zo?