Direct naar artikelinhoud
De verkeerstuin in Utrecht wordt met sluiting bedreigd. Juist nu het in het verkeer drukker is dan ooit, en moeten kinderen goed oefenen.Beeld Isolde Woudstra
Reportage Kinderen

In de laatste verkeerstuin van Nederland leren kinderen veilig fietsen

Het voortbestaan van de laatste educatieve verkeerstuin van Nederland wankelt. Door een wegvallende subsidie dreigt de 61 jaar oude tuin in het Utrechtse Park Transwijk te moeten sluiten. Maar de vrijwilligers geven niet zomaar op.

Alles is mini in de Verkeerstuin Utrecht. De autowegen zijn mini: maar een paar meter breed. De verkeersborden zijn mini: ze komen tot je buik. Over de mini-rotonde loop je in vijf passen. Alleen het geluid van de bel van de mini-spoorwegovergang is niet zo mini.

Voor de slagbomen staat een geel trapautootje. De bestuurder is een zesjarig jongetje, Olle. Hij wacht keurig tot de bomen weer opengaan. Olle viert zijn verjaardag in de tuin. Het feestje is expliciet niet alleen maar lol, het is de bedoeling dat de kinderen iets leren van hoe het verkeer werkt. Daarom moeten ze bij de mini-oversteek ook wachten op het groene licht.

Op het fietspad!

En daarom ook roept vrijwilliger Koos Moroz: “Hé, op het fietspad!” naar een meisje dat niet doorhad dat ze met haar fietsje op de autoweg reed. Het is nodig, zegt de oud-politieagent: “De meeste kinderen die hier komen, durf ik hier de stad niet in te sturen. Ze kennen de verkeersregels niet, kennen de borden niet. Ze rommelen maar wat aan.” Ook kinderen uit groep acht, die een jaar later naar de middelbare school moeten fietsen. “Kinderen worden tegenwoordig te vaak met de auto of de bakfiets naar school gebracht. Dan is het niet raar dat ze niet leren fietsen.”

Sinds zijn pensioen is hij twee of drie dagen per week in de tuin te vinden. Om kinderen het verkeer te leren. Terwijl hij het zegt, rijdt een jongetje op een fiets voorbij. “Voor je kijken! Niet naar je trappers, vooruit kijken en doortrappen!” Moroz kan het niet laten. “Het kost je onderhand je stembanden!” zegt hij schertsend.

De verkeerstuin in Utrecht.Beeld Isolde Woudstra

Voor Maylo, de jongen op de fiets, is het gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hoewel hij pas vorige week zijn eerste les kreeg, maakt hij al flink wat meters op zijn blauw-groene fiets. Zonder te vallen. Tot natuurlijk dat ene moment. Mayo kijkt naar links en stuurt gelijk tegen de stoeprand. Boem. Zich van geen pijn bewust staat hij weer op om verder te oefenen. De zesjarige fietser heeft een hypermobiel lichaam, zegt zijn Nieuwegeinse oma Wilma Ockhuijsen. “We hebben het zelf geprobeerd om hem te leren fietsen, maar dat lukte niet. Te wankel. Hier fietste hij binnen een uur zijn eerste stukje.” zegt ze dankbaar. “Hij krijgt vijf lessen voor twintig euro. Dat is geen geld toch!”

Dat is ook precies het uitgangspunt van de tuin: laagdrempelig, voor iedereen betaalbaar, zegt coördinator Astrid van Maarseveen. Kinderen uit groep 4 tot 8 van de basisschool kunnen hier terecht. Ook helpen de vrijwilligers gehandicapte kinderen en ouderen met scootmobiels. In ieder geval nog dit jaar, maar als de tuin geen nieuwe inkomstenbronnen weet aan te boren, is het volgend jaar wellicht over.

Rauw op ons dak

Want de gemeente Utrecht gaf onlangs aan vanaf 2025 geen subsidie meer te verlenen, waardoor de vrijwilligers die de tuin runnen op zoek moeten naar 40.000 euro per jaar. “Het viel wel rauw op ons dak”, zegt Van Maarseveen. “Utrecht is een fietsstad. Als je ziet hoeveel kinderen wij krijgen die niet kunnen fietsen, dan schrik je. En dan niet kinderen van drie, maar van acht of negen jaar. Waar moeten die anders heen?” Om eraan toe te voegen: “Verkeersles gebeurt tegenwoordig vaak achter de computer. Dat is natuurlijk niet genoeg. Je moet ook praktisch aan de slag. Dat kan hier.”

De tuin is er ook niet alleen voor Utrecht, zegt ze: “Er komen klassen uit Rijswijk, Gouda en Amsterdam.” Sterker nog: “Er komen delegaties uit het buitenland kijken hoe het hier is ingericht! Dat wil je toch niet kwijt?” Op zich wil de gemeente dat ook niet. De ambtenaren keken in allerlei subsidiepotjes om de tuin toch geld te kunnen geven, maar niets past goed. Voor Moroz is dat pijnlijk. Hij wijst naar een opengebroken weg buiten het park. “Lot van Hooijdonk (de Utrechtse wethouder mobiliteit, red.) heeft zoveel geld verspild hier, aan het herinrichten van wegen. Dat kost miljoenen. Waarom is er niets voor ons?”

Van Maarseveen snapt de werkwijze van de gemeente ook niet. Toch is ze positief: “We hebben nog mogelijkheden. We gaan ervan uit dat het goedkomt!”

Lees ook:

Amsterdammer voelt zich onveilig op de fiets, maar een helm dragen? Nou, nee

Nog maar zes op de tien Amsterdammers voelen zich veilig op de fiets. Vooral de opmars van de e-bike leidt tot bezorgdheid. Hoe gaan ouders van kinderen op de basisschool om met die vrees?