Direct naar artikelinhoud
Vastgoedstyling

De Aesop-zeepflacon, vazen met citroenen, beige prints: wie door Funda scrolt, ziet alsmaar dezelfde interieurs

Een woning aan de Kinkerstraat in Amsterdam, gestyled door Pineapple Design & Styling.Beeld Funda

‘We gaan voor het hotelgevoel’, zeggen makelaars en stylisten die huizen inrichten en opkalefateren voor de verkoop. Wat is daar zo aantrekkelijk aan? En heeft iedereen tegenwoordig dezelfde, neutrale smaak als het op inrichting aankomt?

Het was een beetje grappig, en tegelijkertijd menens: een collega kocht op Marktplaats een nagenoeg lege flacon van een dure handzeep, resurrection aromatique hand wash van het merk Aesop. Niet omdat ze haar handen wilde inzepen met het kruidig geurende bodempje dat nog in die bruine fles zat, maar omdat haar appartement in de Amsterdamse nieuwbouwwijk IJburg binnenkort zou worden gefotografeerd voor Funda.

In de opgeruimde badkamer legde ze ook subtiel een gekregen gezichtscrème van het nog veel prijziger merk La Mer in het zicht. Het Veloretti-kinderfietsje van haar zoon – nog zo’n voor de specifieke startersdoelgroep herkenbaar teken van welvaart – plaatste ze quasinonchalant in de gang. Vanzelfsprekend kon de zwarte Le Creuset-pan gerust op het fornuis blijven staan.

Over de auteur
Gidi Heesakkers is verslaggever van de Volkskrant. Ze schrijft over stand-upcomedy & cabaret en over populaire cultuur en gewoonten in het dagelijks leven.

De stylingtips van de makelaar die twee jaar geleden haar eerste koopwoning aan de andere kant van de stad verkocht, gonsden nog na: plankjes leeghalen, jassen, schoenen, foto's en persoonlijke frutsels weg. ‘We gaan voor het echte hotelgevoel.’ Als doorgewinterd Funda- en Instagramscroller kende de collega de misschien wat hyperbolische visuele boodschap van een zeeppomp ter waarde van 45 euro: dit is het domein van mensen met smaak, hier gloort een leven op orde.

Funda voor de gein

Funda is natuurlijk een bron van frustratie voor wie overspannen van de overspannen huizenmarkt iedere ochtend nog voor het ontbijt achter nieuwe opties aan moet – de prijzen stijgen in veel plaatsen weer richting een record, en het aanbod blijft achter.

Een stuk leuker blijft het om gewoon voor de gein rond te klikken: genoeg om je over te verwonderen of om te grinniken. Om de uitschieters onder de ChatGPT-beschrijvingen bijvoorbeeld, zoals ‘een plek waar een kinderlach vermengt met de rust van een diepe tuin, en waar elke kamer een verhaal van warmte en comfort fluistert’, en ‘de woonoppervlakte van 134 vierkante meter is niet zomaar een getal; het is de canvas van jouw leven, waar elke vierkante meter de potentie heeft om herinneringen te vormen’.

Dit huis in Nijmegen is nog niet onder bod, voor het geval uw interesse is gewekt, maar waarschijnlijk zijn daarvoor toch eerst foto’s nodig. De manier waarop huizen in beeld worden gebracht is sinds jaar en dag een verhaal apart – ‘van warmte en comfort’, van tegenwoordig veel beige, dat kookboek van Yotam Ottolenghi met die gele citroen op de cover, van vazen met citroenen, een veldboeket op de eettafel en van met linnen lakens opgemaakte bedden van karton.

Funda voor de gein
Beeld Nastia Cistakova

Het is niet alleen het terrein van makelaars. Er is een hele beroepsgroep die zich volledig richt op stylingadvies. Deze vastgoedstylisten komen in opdracht met een compleet leeninterieur voorrijden bij huizen waarvan de bewoners al vertrokken zijn.

Allemaal hebben ze zo hun eigen ideeën over de optimale aankleding van een huis om maximale belangstelling en de beste verkoopprijs te genereren, maar tegelijkertijd valt op hoeveel details hetzelfde zijn. Hoe komt dat? Welke technieken worden gebruikt om een te verkopen huis aantrekkelijk te maken? Wat leveren die op? En wat is zo aanlokkelijk aan ‘het hotelgevoel’?

Herbruikbare, zijden bloemen

Lindy Hendriks (31), samen met haar man eigenaar van makelaarskantoor Gusto Casa in Utrecht en sinds 2013 werkzaam in de makelaardij, moet soms ook wel lachen om andermans vondsten. ‘Dan zie ik naast het fornuis een vaas met eucalyptustakken staan, en denk ik: niemand zet toch naast zijn fornuis een vaas met eucalyptustakken neer?’

Op haar site citeert ze zichzelf: ‘Verkoopstyling? Zeker!’ Ook in een volledig gestripte jarentachtigtussenwoning met hier en daar nog wat afgebladderd bloemetjesbehang. ‘Het is best moeilijk voor mensen om te beseffen wat je met een sfeerloze, lege ruimte van 3 bij 3 meter kunt doen. Als je een kartonnen bed in de slaapkamer zet, zien mensen natuurlijk dat het geen echt bed is. Maar ze zien óók dat er een bed van dat formaat in die kamer past, én dat er nog ruimte is voor een kast en twee nachtkastjes.’

Klanten hoeven van haar niets zelf te kopen, ook het geijkte bloemetje niet. ‘Ik heb zijdeboeketten die ik steeds opnieuw gebruik.’ De huisraadvoorraad bevat verder koffiekopjes, kaarsen en kussenhoezen in allerlei kleuren, maar ook eetkamerstoelen, bijzettafels, schilderijen, hangplanten, zitjes voor in de tuin, noem maar op. Haar borrelplank in de vorm van de Domtoren heeft al in talloze keukens gestaan, altijd een fles olijfolie ernaast.

En ja, ook zij zet Aesop-zeep neer in de kale, ouderwetse badkamer van dat jaren tachtig-huis. ‘Eerst had iedereen Rituals, nu zie je inderdaad veel Aesop of Marie-Stella-Maris. De verpakkingen zien er rustiger uit. De Action verkoopt trouwens douchegel in eenzelfde soort fles.’

Herbruikbare,  zijden bloemen
Beeld Nastia Cistakova

Verkoopstylist Katja de Wit (37) voorziet met haar bedrijf Pineapple Design & Styling leegstaande woningen van meubilair, en huizen waarvan de verkopers nog niet vertrokken zijn van ‘passende accessoires’. Wat dat kost, is afhankelijk van de grootte van de ruimte.

Een huis van zestig vierkante meter richt ze in voor 1.250 euro – de meubels mogen dan een maand blijven staan. Een plan maken, spullen verzamelen in de loods, inladen, uitladen, alles op de juiste plek neerzetten: De Wit is er naar eigen zeggen zo’n vijf, zes uur mee bezig.

Foto’s voor Funda moeten vooral de ruimtelijkheid en mogelijkheden van een huis benadrukken, zegt zij. Er worden daarom bijna altijd meubels verplaatst en verwijderd voor ‘optimale zichtlijnen’.

Aantrekkelijk voor een grote doelgroep

‘Als ik mijn eigen huis zou verkopen, zou ik het ook opnieuw moeten stylen. We hebben een gigantische bank in de woonkamer waar de hele familie op past, maar op een foto zou die bank de kamer kleiner doen lijken dan-ie eigenlijk is. Ook bepaalde kunstwerken zou ik vervangen voor iets toegankelijkers. Ik heb iets van Aat Veldhoen hangen, maar daar moet je van houden. Een knalrood schilderij eist alle aandacht op.’

Het doel is altijd om een huis voor een grotere doelgroep aantrekkelijk te maken, legt ze uit, en dat lukt naar haar idee het best met een inrichting die neutraal is. ‘Licht, veel natuurlijke materialen en veel beige en lichtgrijs, want over felle kleuren hebben mensen sneller een mening. Luchtig, niet te vol, niet te opvallend. Rustig.’

Als stylisten het over ‘het hotelgevoel’ hebben, bedoelen ze volgens haar in de eerste plaats een frisse, strakke ruimte die niet te veel persoonlijke smaak ademt, maar wel comfort en als het even kan een beetje luxe die het alledaagse overstijgt. Een opgemaakt bed met sierkussens, geen rommel, geen overbodige troepjes, niet te veel opvallende decoratie.

Een woning aan de Croesestraat in Utrecht, gestyled door Pineapple Design & Styling.Beeld Funda

Dat er zoiets als ‘neutrale inrichting’ of een instapsmaak zou bestaan, doet denken aan een interview met de Amerikaanse journalist Kyle Chayka dat pas geleden in de Volkskrant te lezen was. Chayka schreef het boek Filterworld – How Algorithms Flattened Culture, over hoe onze smaak en ons gevoel voor esthetiek onder invloed van internetalgoritmen generieker zouden zijn geworden.

Zijn fascinatie voor dat fenomeen begon ooit bij het ‘generieke koffietentje’, de observatie dat het in elke wereldstad stikt van de koffietentjes die er precies zo uitzien als koffietentjes in andere grote steden, en die op al die plekken worden bezocht door dezelfde types die er net als hijzelf op hun laptop zitten te werken.

Chayka muntte acht jaar geleden de term ‘AirSpace’, wat een parapluwoord werd voor deze ‘overal hetzelfde’-esthetiek. Qua interieur neigt zijn eigen voorkeur naar minimalistisch en mid-century, schrijft hij in zijn boek – dat was volgens hem al zo voor het een alomtegenwoordige designstijl werd op Instagram.

Over het algoritme dat zijn werk doet: ‘Het langzame stroompje samengestelde accounts dat ik volgde, is de laatste tijd veranderd in een vloedgolf. Mijn feed staat vol met ongewenste aanbevelingen van steeds meer accounts die foto’s van elegant ingerichte kamers posten: karakterloos-schoon, beige muren en met planten versierde huizen in Mexico, Zweden en Japan.’

Basilicumplantje op het aanrecht

Lindy Hendriks is geen groot liefhebber van veel beige: ‘Het betekent over het algemeen weinig kleurcontrast. En ik vraag me altijd af: houden veel mensen van beige, of denken we allemaal dat we van beige houden? Ik word persoonlijk een beetje onrustig van huizen waarin niks scheef staat en alles dezelfde kleur heeft. Elke styling begint met goed opruimen, maar er moet ook nog iets van gezelligheid zijn, vind ik: vers fruit in de fruitschaal, een basilicumplantje op het aanrecht.’

Het hotelgevoel, maar huiselijk: ‘Wat mensen willen kopen, is een thuis.’ Katja de Wit: ‘Het valt mij trouwens ook op dat hotels steeds meer een huiselijke stijl omarmen.’

Een woning aan de Tomatenstraat in Den Haag, gestyled door Pineapple Design & Styling.Beeld Funda

Chayka staat in zijn boek uitgebreid stil bij alle middle-of-the-road hippige Airbnb-appartementen waar hij door de jaren heen verbleef, over een huiselijk hotelgevoel gesproken. Net als die koffietentjes leken deze Airbnb’s niet toe te behoren aan een specifieke plek op de wereld. En net als makelaars en verkoopstylisten voorziet Airbnb in stylingtips voor verhuurders.

Staan al die foto's van op elkaar lijkende interieurs voor wat zij denken dat mensen zoeken in een interieur, of voor een daadwerkelijk generieker geworden smaak? In ieder geval is het voor een grote groep waarschijnlijk comfortabel ‘thuiskomen’ in zo’n vertrouwd gedecoreerde ruimte: dit herken ik, dit kan weleens iets voor mij zijn.

Perfecte interieurplaatjes

Door een oubollige inboedel of smoezelige vloerbedekking heen kijken, lijken veel van haar klanten nu moeilijker te vinden, merkt Lindy Hendriks. Ze kan zich voorstellen dat dat deels de invloed is van Pinterest en Instagram. ‘We zijn gewend geraakt aan perfecte plaatjes van huizen en interieurs. Mijn ouders kochten een eerste huis waarin de inboedel van de vorige eigenaars achterbleef. Ze waren blij dat ze daarmee konden beginnen, ook al waren al die donkere houten meubels absoluut niet hun smaak.’

Dat zal ze kopers nu niet snel horen zeggen. ‘Ik vind ons eigenlijk strontverwend.’ Als ze even mag generaliseren: ‘Ik begrijp dat mensen voor het perfecte plaatje gaan, maar ik vind het soms ook kapitaalvernietiging, helemaal als ik weleens hoor op welke andere vlakken ze de mond vol hebben van duurzaamheid. De snelweg blokkeren met Extinction Rebellion, per se energielabel A willen, maar wel meteen die badkamer en keuken eruit slopen waar je eigenlijk nog prima een tijd mee vooruit kan.’

Een woning aan de Tomatenstraat in Den Haag, gestyled door Pineapple Design & Styling.Beeld Funda

Katja de Wit heeft de indruk dat klanten kritischer zijn geworden. ‘Omdat iedereen tegenwoordig zó ondergedompeld is in de beeldcultuur, wanen ze zich sneller expert. Vroeger hoorde je ‘doe maar wat, jij weet het beter dan ik’, nu hebben ze zelf al een duidelijk beeld voor ogen, en doen ze bijvoorbeeld specifiek een aanvraag voor een inrichting in Japandi-stijl, een combinatie van een Scandinavische woonstijl met Japanse invloeden.’

Wat styling voor de vraagprijs doet, valt moeilijk uit te drukken in exacte bedragen. Zelf vergelijken makelaars en stylisten vaak de opbrengst van een door hen gestyled en gefotografeerd huis met de verkoopprijs van andere recent verkochte huizen in de straat.

De Wit: ‘Je kunt het verschil vooral goed zien bij huizen die lang te koop stonden, en waar met betere foto's ineens wel bezichtigingen voor worden aangevraagd, en die dan soms alsnog boven de vraagprijs weggaan. Maar ook dan kan het natuurlijk altijd zo zijn dat degene die uiteindelijk iets in het huis zag eerder gewoon nog niet voorbij was gekomen.’

Volgens haar is het verschil dat mensen ‘met emotie bieden’ als ze een plaatje zien dat hen bevalt. ‘Omdat ze dan verliefd worden op een huis, in plaats van dat ze betalen voor het aantal vierkante meters en het idee dat er wel wat van te maken is.’

Knalgroene bank

Lindy Hendriks vertelt over twee min of meer naast elkaar gelegen huizen die kort na elkaar in de verkoop gingen. Het huis dat zij in de aanbieding deed, had een brakke witte keuken en een badkamer die aan vervanging toe was, maar de eigenaars hadden het erg smaakvol ingericht. ‘Het plaatje zag er goed uit, maar de afwerking was houtje-touwtje.’

De andere woning had een goede keuken en een goede badkamer, maar in de woonkamer stond een knalgroene jarennegentigbank, een gele leren stoel, op de grond lag een groot rood met blauw kleed. ‘Het ging voor een aanzienlijk minder hoge prijs weg. Terwijl: ik zou gezien de staat eerder voor die woning zijn gegaan.’

Knalgroene bank
Beeld Nastia Cistakova

In de rol van aankoopmakelaar probeert Hendriks klanten juist op de níét tot in de puntjes gestileerde woningen te wijzen. ‘Dat vind ik eigenlijk het leukste aan mijn werk: een echte peper-en-zoutwoning eruit pikken, en dan met tekeningen en berekeningen laten zien wat voor een parel je ervan zou kunnen maken.’

En toch: zij en haar man kochten onlangs een huis in Spanje, ‘met een prima, maar superlelijke keuken en een prima, maar superlelijke badkamer’. Ze zaten er niet mee, vertelt Hendriks, dat zou later wel een keer komen. ‘Maar ook ik hoorde mezelf een soort van verontschuldigend tegen vrienden zeggen: ‘We hebben nu even geen geld voor een nieuwe keuken en badkamer.’

Succesvollere versie van jezelf

De collega van de lege Aesop-verpakking dacht er later ook nog over na. Voor haar gevoel is een deel van de beeldcultuur door sociale media meer ‘aspirational’ geworden. We liken en verzamelen plaatjes van plekken waar we graag nog eens naartoe willen, van dingen die we uiteindelijk hopen te bereiken of bemachtigen; een fit lijf, een tiny house op een Zwitserse berg, een gele keuken van Berlijnse makelij. Zou het kunnen dat ook foto’s op Funda zich in die mal moeten werken?

Daar zit wel wat in, denkt De Wit. ‘Het plaatje dat je met styling creëert, is altijd netter, overzichtelijker, mooier, luxueuzer dan de werkelijkheid. Het zou goed kunnen dat je als koper de succesvollere versie van jezelf in dat plaatje past. Iedereen weet dat een huis in het dagelijks leven vanzelf rommelig wordt, maar het is kennelijk een aanlokkelijk idee dat jij misschien in dat opgeruimde huis ook zo opgeruimd zult zijn.’

Kopen zonder kijken

Deze maand begon op RTL4 een nieuw seizoen van het populaire tv-programma Kopen zonder kijken, waarin woningzoekenden de aankoop, verbouwing en inrichting van een huis uit handen geven. Ze zien het pas voor het eerst als de koopovereenkomst is getekend. Bouwdeskundige Bob Sikkes, vorig jaar in de Volkskrant: ‘Ik moet er soms ook wel om lachen, hoor, als ik de moodboards zie die deelnemers van het nieuwe seizoen hebben gemaakt: hebben ze nou allemaal plaatjes verzameld uit eerdere afleveringen? Bijna niemand wil een tijdloos huis. Er zitten dit seizoen wat rustigere interieurs tussen, maar mensen zijn vergiftigd door Pinterest. We worden overspoeld door plaatjes en trends. Probeer daar nog maar eens uit te filteren wat je zelf écht mooi vindt.’