Direct naar artikelinhoud
Analyse

50 jaar na de coup weerklinkt in Chili wederom de roep om een dictator

De president van Chili, Gabriel Boric (rechts) ontvangt een roos van Marcia Tumbutti Allende, kleindochter van de voormalige Chileense president Salvador Allende.Beeld AP

Vijftig jaar na de coup heerst de onzekerheid in Chili. Volgens een recente peiling ziet 44 procent van de Chilenen een staatsgreep ‘onder bepaalde omstandigheden’ als geoorloofd.

Op dinsdagochtend 11 september 1973 bombardeerden de troepen van generaal Augusto Pinochet het presidentieel paleis La Moneda in Santiago de Chile. De socialistische president Salvador Allende weigerde zich over te geven. ‘Leve Chili, leve het volk, leve de arbeiders!’, klonken zijn laatste woorden over de communistische zender Radio Magallanes.

Hoe Allende om het leven kwam, was lang onderwerp van debat. Het duurde tot 2014 voordat het hooggerechtshof, op basis van jarenlang onderzoek, oordeelde dat hij zelfmoord had gepleegd. Voor hij in handen kon vallen van de coupplegers, sloot hij zich op in de Salon Independencia en schoot zichzelf door het hoofd.

Vandaag, een halve eeuw na de staatsgreep, lijkt dat een van de weinige zaken waarover consensus bestaat in het Zuid-Amerikaanse land met 19,5 miljoen inwoners. Dictator Pinochet kent nog steeds veel bewonderaars en het is Allende die tegenwoordig ter discussie staat. Maar bovenal speelt het roerige heden de Chilenen parten.

Over de auteur
Joost de Vries is correspondent Latijns-Amerika voor de Volkskrant. Hij woont in Mexico-Stad. De Vries werkte eerder op de economische en politieke redactie.

‘De onvrede is enorm’, zegt de Chileense socioloog en politiek commentator Alberto Mayol via de telefoon. ‘Sinds de coup was het niet zo makkelijk om mensen te vinden die een nieuwe democratische breuk als realistische optie zien.’

Brute staatscontrole

Pinochet regeerde van 1973 tot 1990 met harde hand. Zijn militaire regime liet zeker drieduizend mensen vermoorden of voorgoed verdwijnen. Tienduizenden anderen werden vervolgd, gevangengezet en gemarteld. Verschillende waarheidscommissies telden uiteindelijk meer dan 40 duizend slachtoffers.

De brute staatscontrole ging gepaard met ongekende economische vrijheid. De dictator gaf vrij baan aan een groep jonge economen die in Chicago waren opgeleid door de liberale econoom Milton Friedman. Deze ‘Chicago Boys’ veranderden Chili in een neoliberaal experiment met ingrediënten als deregulering, privatisering en vrije markt. Chili werd in korte tijd een van de welvarendste en meest ongelijke landen van Zuid-Amerika.

De generaal stierf in 2006 met een reeks aanklachten aan zijn broek, maar zonder te zijn veroordeeld. 33 jaar na het einde van diens dictatuur verkeert Chili nog steeds, of misschien meer dan ooit, in verwarring.

Ontevreden jongeren

Twee jaar geleden koos het land voor zijn meest linkse president sinds Allende, de toen 35-jarige, voormalige studentenleider Gabriel Boric. ‘Kiezers gingen op zoek naar iets nieuws’, zegt Mayol. Chili was klaar met de centrumpolitici die stuivertje wisselden sinds de terugkeer naar de democratie. Opeenvolgende regeringen, vaak links van het midden, dan weer rechts, vijlden de scherpste randjes van Pinochets neoliberale economie en zijn neoliberale grondwet, maar hielden de ongelijkheid in stand.

Boric kwam aan de macht dankzij ontevreden jongeren die in voorgaande jaren massaal de straat op waren gegaan. Ze eisten een eerlijker land met gelijkere kansen. En een nieuwe grondwet die de basale voorwaarden voor dat eerlijker Chili zou moeten garanderen. Zij stemden massaal voor de jonge politicus en, in een referendum, vóór het herschrijven van de grondwet.

Maar naast Boric stond een tegenhanger op: de extreem-rechtse advocaat José Antonio Kast. Boric beloofde bij zijn aantreden: ‘Chili was de wieg van het Latijns-Amerikaanse neoliberalisme en het zal zijn graf zijn.’ Kast prees in zijn campagne juist de economische vooruitgang die het land onder de dictator had geboekt. Pinochet was in zijn ogen een verlichte despoot geweest, niet te vergelijken met de machthebbers in Cuba, Nicaragua en Venezuela. Hij behaalde 44 procent van de stemmen.

Onervaren politici

Nadat de Chilenen eind 2021 hadden afgerekend met de oude garde, bevonden ze zich plots al watertrappelend in het diepe met een nieuwe generatie onervaren politici. ‘Boric heeft praktisch niks kunnen bereiken’, stelt socioloog Mayol. De president stuitte sinds zijn aantreden op een grote rechtse oppositie. Zijn regering kreeg een bijna fatale dreun toen de progressieve grondwettekst waar Boric zijn politieke project aan had verbonden vorig jaar door een meerderheid van de Chilenen werd weggestemd.

Momenteel schrijft een gezelschap van overwegend (extreem-)rechtse politici aan een nieuwe tekst. Maar ook dat voorstel koerst af op een publiekelijk ‘nee’, zo tonen peilingen. Het nieuwe links en het nieuwe rechts blijken geen betere antwoorden te hebben dan hun voorgangers. ‘Boric en Kast zijn producten van hetzelfde fenomeen’, zegt Mayol. ‘Sociale onvrede.’ De een belooft een socialere samenleving, de ander orde, stelt hij. ‘Maar Chilenen willen het ene, meer gelijkheid, zonder het andere, de orde, te verliezen.’

Dus heerst de onzekerheid, vijftig jaar na de bommenregen op La Moneda. Volgens een recente peiling ziet 44 procent van de Chilenen een staatsgreep ‘onder bepaalde omstandigheden’ als geoorloofd. Bijna 40 procent oordeelde dat de krijgsmacht die het paleis onder vuur nam niet verantwoordelijk was voor de coup, noch de stokende Amerikaanse CIA; maar dat de socialist Allende het er zelf naar had gemaakt.

Dictator

‘Nee, er bestaat geen Chileense consensus over de dictatuur’, verzucht de linkse Chileense politicoloog Javiera Arce-Riffo, die in Londen promotieonderzoek doet aan het University College. ‘Boric kan zijn grote woorden niet waarmaken. Hij levert niet op thema’s als veiligheid, onderwijs, wachttijden in de zorg, infrastructuur of armoede. Veel mensen zeggen: als een dictator het beter kan, dan liever een dictator.’

Arce-Riffo is generatiegenoot van Boric en was net als hij actief in het linkse studentenverzet. Met lede ogen ziet ze toe hoe na de opstand van jonge Chilenen uiteindelijk meer onzekerheid opborrelde. Pogingen om Chili met een nieuwe grondwet weer houvast te geven, liepen tot nog toe op niets uit. De vleugellamme president Boric bracht evenmin de vurig gewenste zekerheid. ‘In 2019 gingen we de straat op voor een eerlijker land’, zegt de politicoloog. ‘Vier jaar later vragen we ons af of we Pinochet te danken hadden aan Allende. We staan er heel slecht voor.’

Open wond

33 jaar na de dictatuur zoekt de Chileense rechtstaat nog steeds naar de waarheid. Eind augustus veroordeelde het hooggerechtshof zeven bejaarde militairen voor de moord op protestzanger Víctor Jara. De muzikant werd een dag na de staatsgreep met talloze anderen opgepakt, gemarteld en uiteindelijk doodgeschoten in het sportstadion van de hoofdstad (dat door het regime werd gebruikt als detentie- en martelcentrum). Toen de politie na de uitspraak aanklopte bij de veroordeelde oud-militair Hernán Chacón (85), pleegde hij zelfmoord en ontliep 25 jaar gevangenisstraf.

Slechts 307 van de 1.469 als officieel te boek staande vermisten van de dictatuur werden teruggevonden. Voorafgaand aan de herdenking van 11 september kondigde president Boric een ‘nationaal zoekplan’ aan gericht op het achterhalen van de ruim duizend mensen van wie nooit meer iets werd gevonden. Het is voor het eerst dat de staat actief op zoek gaat naar slachtoffers van de dictatuur. ‘Dit is geen gunst aan de families, maar een verplichting richting de samenleving’, stelde de president.