Direct naar artikelinhoud
reportage

Een jaartje testen of het leger iets voor jou is: Defensie werft jongeren met ‘dienjaar’

De krijgsmacht kampt met grote personeelstekorten. Met een ‘dienjaar’ probeert defensie de drempel voor jongeren te verlagen. De eerste lichting begon zaterdag: ‘Ik twijfel of ik het had gedaan als ik alleen voor vier jaar had kunnen tekenen.’

Demissionair staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat loopt zaterdag op de Generaal Spoorkazerne in Ermelo langs de eerste lichting 'dienjaarders'.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Een buizerd laat zich in de Generaal Spoorkazerne niet toevallig horen tijdens de toespraak van staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie), zullen de spirituelere aanwezigen zeggen. Verschijnt deze roofvogel in je leven, dan is het tijd om gewoonten en oude patronen los te laten en jezelf opnieuw uit te vinden, geloven sommigen. Laat zo’n ‘wedergeboorte’ nou precies zijn waar Van der Maats toehoorders voor naar Ermelo zijn gekomen.

Zaterdag was daar de officiële start van het zogenoemde dienjaar. Een nieuw initiatief om, na jaren van bezuinigingen op defensie, in tijden van een krappe arbeidsmarkt en oorlog op het continent de krijgsmacht weer op sterkte te krijgen. Door jongelui niet voor minimaal vier, maar slechts een jaar te laten tekenen voor defensie, is de hoop dat de drempel naar de landmacht, marine, marechaussee en luchtmacht wordt verlaagd. Dat moet de jaarlijkse aanwas helpen opstuwen van 3.500 rekruten naar bijna vijfduizend.

In de brandende zon en onder toeziend oog van hun ouders maken op het plein van de kazerne de eerste ruim 130 dienjaarders kennis met de rituelen van de krijgsmacht. ‘Muziek, vier ereroffels!’, draagt luitenant-kolonel Kruijsbergen het fanfarekorps op. Waarna een inspectie volgt langs de onwennig geüniformeerde, in de houding staande jongeren van gemiddeld zo’n 19 jaar oud.

Basiswerk

Na een sollicitatiegesprek, fysieke tests en psychologisch onderzoek werden ze geschikt bevonden voor het jaar waarin ze voor een salaris (2.300 euro bruto exclusief de oefentoelagen voor een 18-jarige) vijf dagen per week bij de krijgsmacht werken. Een jaar is kort, wat betekent dat de deelnemers aan het dienjaar vooral worden opgeleid voor basiswerk. Van grensbewaking op Schiphol bij de Koninklijke Marechaussee tot het laden van granaten in pantserhouwitsers bij de landmacht. Maar overal met ‘uitdagingen die je alleen bij defensie kunt ervaren’, belooft de staatssecretaris, die hoopt dat de deelnemers (25 procent vrouwen) na het jaar overtuigd zijn en blijven.

De demissionaire VVD-staatssecretaris is tegen herinvoering van de dienstplicht. Het enthousiasme voor het dienjaar – meer aanmeldingen dan plekken – ziet hij als bevestiging van zijn gelijk. ‘Defensie is een beroepsleger dat niet op zoek is naar massa, maar naar mensen die er bewust voor kiezen’, zegt hij. ‘Jullie voldoen al aan een belangrijke eis door je uit eigen beweging aan te melden.’

Deelnemers aan het dienjaar tonen hun familie hun onderkomen op de kazerne in Ermelo.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Het zijn woorden die passen bij de tekst die pal voor de staatssecretaris in goud op de muur van de kazerne prijkt: ‘Wat sterk is uit innerlijke overtuiging, faalt nooit.’ Toch is voor veel van de jonge zielen die ‘innerlijke overtuiging’ nog wankel. ‘Ik twijfel of ik het had gedaan als ik alleen voor vier jaar had kunnen tekenen’, zegt Jayden The (18) als hij na de plechtigheden op weg is om zijn familie zijn nieuwe kamer te laten zien.

Zijn moeder Debby loopt stralend naast hem als ze over zijn eerste introductiedagen zegt: ‘We videobellen elke dag, hij praat nu al anders, hij is gedisciplineerder. In plaats van thuis doelloos niets doen, werkt hij aan zichzelf en zijn toekomst.’

Ambassadeurs

Er zijn meer zoekenden die niet uit volle overtuiging hebben gekozen. Voor Defensie geen punt. Het programma speelt als een soort tussenjaar in op een generatie die bezig is met zingeving, zelfontplooiing en kameraadschap, zegt een van de betrokkenen. ‘Als ze na een jaar weggaan, zijn het goede ambassadeurs, maar ook burgers die met hun ervaringen kunnen bijdragen aan een betere maatschappij.’

Een eerste test bleek voor defensie veelbelovend. Van de dertig jongeren die afgelopen jaar proefdraaiden, blijft 90 procent verbonden aan de krijgsmacht. Om het belang van hun pioniersrol te bestempelen, kregen ze zaterdag niet alleen hun certificaat uit handen van de staatssecretaris, maar ook van commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim.

Pas een jaar bij de landmacht en nu al een ontmoeting met de hoogste militair, dat vond deelnemer aan het proefprogramma Kaitong Vugts (20) wel bijzonder. Wat hem het meest is bijgebleven van het afgelopen jaar? ‘Dat mijn peloton zes uur lang moest graven’, zegt hij. ‘Er komt ooit een einde aan, met die gedachte sleepten we elkaar erdoorheen. Dat vind ik het mooie aan de krijgsmacht: in het bedrijfsleven is het vaak ieder voor zich, als je hier carrière wilt maken, moet je het samen doen.’

Na (nog) een tussenjaar in Australië gaat Vugts, naast zijn parttimebestaan als reservist bij de landmacht, in Utrecht de studie Global Sustainability Sciences volgen. ‘Defensie is in essentie geen duurzame organisatie’, zegt hij. ‘Ik zie daar wel een rol voor mezelf.’

De moeder van Jordy van den Brink veegt het zweet van zijn hoofd, terwijl zijn vriendin toekijkt.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Jordy van den Brink is met 24 jaar een van de oudsten in het zaterdag gestarte dienjaar. Hij heeft als afgestudeerd bioloog en leidinggevende bij Thuisbezorgd.nl al een leventje achter zich, vertelt hij met zijn vriendin op schoot. ‘Ik heb veel fascinaties, bijvoorbeeld voor dieren’, zegt de jongen die ooit met ‘zware adhd’ werd gediagnosticeerd. ‘Ik wilde een soort Freek Vonk worden. Maar ik ben ook pro-vrijheid. Die wil ik hier beschermen.’

Achter Van den Brink staat zijn moeder Bianca, die in het snikhete slaapvertrek het zweet van zijn nek veegt. Ze heeft net een blik geworpen op al haar zoons bezittingen, die conform de krijgsmachtdoctrine werkelijk keurig in zijn kast liggen. Onder de indruk heeft ze er een foto van gemaakt. Om thuis in zijn rommelige kamer in Almere op te hangen. Ze zal er in grote letters een tekst bij zetten, als geheugensteuntje tijdens zijn weekenden thuis: ‘Je kunt het dus toch!’