Terug naar de krant

Arme landen ontvangen hooguit een kwart van het klimaatgeld dat hen is beloofd

Leeslijst achtergrond

Klimaathulp Al in 2009 beloofden rijke landen arme landen miljarden aan klimaatsteun te geven. Daar is nog niet veel van terechtgekomen.

Leeslijst

Rijke landen zijn hun toezegging niet nagekomen om het klimaatbeleid van arme landen vanaf 2020 te steunen met 100 miljard dollar per jaar. Dat concludeert ontwikkelingsorganisatie Oxfam-Novib in het Climate Finance Shadow Report 2023 dat deze maandag is gepubliceerd, aan de vooravond van een grote klimaatconferentie in Bonn.

De rijke landen erkennen ook zelf dat ze hun beloftes nog niet inlossen. Op basis van een berekening van industrielandenclub OESO komen zij voor het jaar 2020 tot een bedrag van 83,3 miljard dollar. De onderzoekers van Oxfam-Novib doken dieper in de cijfers en concluderen dat in 2020 hooguit 24,5 miljard dollar als ‘echt’ klimaatgeld kan worden aangemerkt.

Het bedrag van 100 miljard dollar voor arme landen was het enige tastbare resultaat van de mislukte klimaattop in Kopenhagen van 2009. Het geld zou vanaf 2020 beschikbaar komen om arme landen te helpen met klimaatbeleid. Arme landen hebben nauwelijks bijgedragen aan het ontstaan van klimaatverandering, maar worden harder dan de meeste rijke landen getroffen door de gevolgen.

Leningen als hulp meegeteld

Volgens Oxfam blijkt uit de cijfers dat de meeste landen het niet zo nauw nemen met de definitie van klimaathulp. Zo hebben ze beloofd dat het zou gaan om ‘additioneel’ geld. Maar in de praktijk blijken veel landen reguliere ontwikkelingshulp mee te rekenen als die hulp het klimaat ten goede komt. Daarnaast tellen veel landen ook leningen mee – zelfs leningen met marktconforme rentes – en investeringen door bedrijven. Terwijl het om schenkingen moest gaan.

Vaak worden volgens Oxfam ontwikkelingsprojecten meegeteld die nauwelijks klimaatvoordelen opleveren, of projecten worden volledig als klimaathulp beschouwd terwijl de ‘klimaatcomponent’ heel bescheiden is. Dubbeltellingen komen ook voor, bijvoorbeeld als een project via verschillende bronnen wordt gefinancierd, of door meerdere landen.

Oxfam verwijt rijke landen gebrek aan transparantie, waardoor vaak nauwelijks is na te gaan hoeveel klimaatgeld er daadwerkelijk wordt besteed. Slechts een paar landen, waaronder Nederland (dat in 2020 zo’n 462 miljoen dollar gaf), voldoen volgens het rapport aan de criteria.

Sinds de top in Kopenhagen wordt gesteggeld over het beloofde geld. Rijke landen willen dat het zoveel mogelijk wordt gebruikt voor het terugdringen van broeikasgassen (mitigatie). Arme landen zeggen dat ze het vooral nodig hebben om hun bevolking beter te beschermen tegen zeespiegelstijging, langdurige droogte, overstromingen, bosbranden en andere gevolgen van klimaatverandering (adaptatie).

Oxfam becijferde dat 59 procent van het geld gebruikt wordt voor mitigatie en 33 procent voor adaptatie. De overige 8 procent gaat naar een mix van beide.

Lees ook deze analyse over de Nederlandse klimaathulp
Inwoners komen samen langs de kustlijn bij Saint-Louis in Senegal

Groeiend obstakel

De strijd over deze hulp vormt tijdens klimaattoppen een groeiend obstakel voor de voortgang in de onderhandelingen. Zolang rijke landen niet de hulp bieden die ze hebben toegezegd, zijn veel arme landen niet bereid om meer te doen aan reductie van broeikasgassen. Volgens de meeste deskundigen zal juist in arme landen en opkomende economieën de uitstoot snel stijgen. Als zij zich afzijdig houden, kunnen de mondiale klimaatdoelen onmogelijk worden gehaald.

Oxfam wijst erop dat de 100 miljard dollar inmiddels al lang niet meer genoeg is. Er wordt nu onderhandeld over de hoogte van het bedrag na 2025. De VN-milieu-organisatie UNEP schat dat in 2030 tussen de 160 en 340 miljard dollar per jaar nodig is voor klimaatadaptatie.

In november vorig jaar, op de klimaattop in Egypte, werd een doorbraak bereikt over ‘loss and damage’, schadevergoeding voor arme landen die worden getroffen door een klimaatramp. Over de hoogte van dat bedrag moeten de onderhandelingen nog beginnen.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 5 juni 2023.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in