Loopbaan

Minder werken, meer doen: laad je menselijke batterij op tijd op

0

We zijn geneigd om als we het druk hebben, harder te gaan werken en onze batterij niet op tijd op te laden. Dat heeft het tegenovergestelde effect van wat we willen bereiken: je doet minder. Hoe zorg je ervoor dat je in drukke tijden toch regelmatig terugschakelt en je kan focussen op de voor jou juiste dingen?

Inzicht in de menselijke batterij

Toen ik het boek ‘Minder werken, meer doen‘ van Anneleen de Lille opensloeg (affiliate), verwachtte ik veel tips over timemanagement. Hoe kan je anders meer doen? Door juist regelmatig terug te schakelen. Ik herken dat nogal. Lees: deze recensie heeft even op zich laten wachten, want mijn agenda zat te vol. Ik ben de afgelopen tijd als een soort Speedy Gonzales door het leven gerend. Met als resultaat? Een todo-lijst waar menig timemanagementgoeroe het benauwd van zou krijgen. Maar één lang weekend lekker rommelen in huis en ineens voelde ik weer ruimte ontstaan om te gaan tikken. Laten we eens kijken hoe onze batterij werkt.

Ben jij het type dat je smartphone oplaadt als deze nog 10% batterij hebt, of laad je hem preventief op vaste momenten, bijvoorbeeld ’s avonds, op? Ook als de batterij nog niet helemaal leeg is?

Ons lichaam werkt op dezelfde manier. Stress doet de batterij leeglopen. Dat is niet meteen dramatisch. Een keer een paar nachten slecht slapen of buikpijn hebben van de stress, kan gebeuren. Als je regelmatig je batterij weer oplaadt, kunnen je lichaam en brein zulke stresspieken zeker aan. En je batterij loopt bovendien niet van de ene op de andere dag leeg. Dat gebeurt geleidelijk. Het is echter wel problematisch als die oplaadmomenten ontbreken. Dan kun je eindigen met een lege batterij.

De fases van de menselijke batterij

1. De gezonde fase

Als je een volle batterij hebt, dan zit je in de gezonde fase. In deze fase reageer je heel veerkrachtig op stress of tegenslagen. Je blaakt van het zelfvertrouwen, voelt je creatief en gemotiveerd. Je hebt het gevoel dat je alles aankunt. Het is dat heerlijke gevoel dat je misschien wel hebt ervaren wanneer je helemaal opgeladen terugkwam van een fijne vakantie.

2. De alarmfase

Ondanks de naam, kan de alarmfase nog heel plezierig voelen. Je leeft in deze fase in de ontkenning. De stresshormonen razen door je lijf en zorgen ervoor dat je de ene na de andere piekprestatie levert. In deze fase kan je zonder problemen laat opblijven en vroeg opstaan. Je bent bijna hyperactief. Misschien heb je in deze fase af en toe stressklachten, zoals hoofdpijn. Maar als je een pijnstiller inneemt, kan je gewoon weer door. In deze fase zet je vaak sterke resultaten neer, wat veel complimenten oplevert. Dat werkt stimulerend.

3. De gewonde fase

In deze fase kan je niet langer ontkennen dat het niet goed gaat. Je begint kleine foutjes te maken: je cognitieve functies gaan achteruit, waardoor je minder goed presteert. Regelmatig val je een paar dagen uit met een stevige verkoudheid. Ook bijvoorbeeld terugkerende koortsblaasjes zijn typisch voor deze fase. Je hebt weinig positieve energie om nog veranderingen door te voeren. Vaak zit je in de klaagmodus.

En weet je wat het nog lastiger maakt? Klagen is besmettelijk. Het zorgt ervoor dat ook je omgeving zich vooral focust op wat niet goed gaat. Zo kom je in een vicieuze cirkel van cynisme en demotivatie terecht. Tot slot ga je afstand nemen van alles en iedereen. Je toont minder betrokkenheid, en dat is vaak de laatste stap voordat iemand in een burn-out belandt.

4. De burn-outfase

Je bent uitgeput. Je wil nog wel dingen doen, maar het lukt niet meer. Zelfs hele eenvoudige dingen, zoals bijvoorbeeld een maaltijd maken, krijg je niet meer voor elkaar. Verder ligt je ritme overhoop. Overdag doe je dutjes en ’s nachts lig je te piekeren. En hoe vaak je ook pauzeert, je laadt niet meer op. In deze fase zit je vaak ook met gevoelens van schuld en schaamte. Typisch voor een burn-out is ook dat je kan gaan twijfelen of je wel op je plek zit bij het bedrijf waar je werkt.

Ik ben benieuwd in welke fase jouw batterij zit?

Als je te lang je batterij niet oplaadt en stress onderdrukt, loop je ook een verhoogd risico op een waslijst aan ziektes, denk aan diabetes en hart- en vaatziektes. Vroeg of laat betaal je sowieso de prijs.

Je batterij opladen

Het ondernemen van energiegevende activiteiten is de enige manier om je batterij weer op te laden. Het is heel belangrijk dat je van jezelf weet waar je energie van krijgt. En wat je energie kost. Door zowel je energiegevers als je energievreters te kennen, kun je zelf de verantwoordelijkheid nemen om die twee in balans te houden. Bespreek met iemand die je goed kent de volgende vragen:

  • Wat doe je graag?
  • Waar ben je goed in?
  • Wat kun je lang volhouden zonder dat je het saai gaat vinden?
  • Wat zou je graag willen doen?
  • Waarin ben je geïnteresseerd?

En vervolgens:

  • Wat doe je niet graag?
  • Waar ben je niet goed in?
  • Wat kun je niet lang volhouden?
  • Waar heb je geen zin in om te doen en blijf je uitstellen?
  • Wat geeft jou geen positieve gevoelens?
  • Wat bezorgt jou stress?

Maak op basis van de antwoorden op deze vragen 4 lijstjes: eentje met energiegevers op het werk en eentje met energiegevers in je privéleven, en eentje met energievreters op het werk en eentje met die in je privéleven. Wees daarbij echt zo specifiek mogelijk.

Bespreek vervolgens hoe je een betere balans kunt vinden tussen energiegevers en energievreters.

  • Van welke energiegevers wil je er graag meer op het werk? En in je privéleven?
  • Hoe kun je dat realiseren?
  • Welke energievreters wil je liever minder mee bezig zijn?
  • En hoe kom je kun je daarvan afkomen?

Het is niet realistisch om alle energievreters te schrappen, maar soms kun je er wel anders mee omgaan. Staan er taken op je lijst die je energie kosten, omdat je ze niet onder de knie hebt? Hoe zou je er beter in kunnen worden? Of kun je bijvoorbeeld wat energievreters delegeren naar iemand anders en taken van die persoon overnemen waar jij meer energie van krijgt?

Kortom, sta regelmatig stil bij hoe het met jouw batterij is. Door zonder oplaadmomenten door te gaan, doe je uiteindelijk minder. En als je dat maar lang genoeg volhoudt kan je op een gegeven moment helemaal niks meer. Laten we het hierover praten ook normaliseren. Dan kunnen we elkaar een handje helpen om die batterij op tijd op te laden.

Over het boek

Boek: Minder werken, meer doen.Minder werken, meer doen‘ vind ik echt een verfrissend boek. De Lille schrijft heel beeldend en geeft praktische tips die je direct kunt toepassen. Dat maakt het boek een feestje om te lezen. Interessant voor iedereen die meer wil weten over stress, focus en gericht keuzes maken.