Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Is het tij voor de leeglopende Leidsestraat nog te keren? ‘Amsterdammers hebben hier steeds minder te zoeken’

Is het tij voor de leeglopende Leidsestraat nog te keren? ‘Amsterdammers hebben hier steeds minder te zoeken’
Beeld Jakob van Vliet

De Leidsestraat verandert in hoog tempo: oude winkels maken massaal plaats voor nieuwkomers of blijven leegstaan. Niet alleen Amsterdammers mijden de straat, er komen überhaupt steeds minder mensen langs. Maar er is hoop.

en

Valérie (51) uit Nieuw-West komt haastig uit de winkel van Gideon Italiaander op de hoek van de Leidsestraat en het Leidseplein gewandeld. In haar tasje twee potten vitaminepillen, voor een prikkie op de kop getikt. “Een beetje een gekke aankoop,” zegt ze lachend. “Ik vind dit een hartstikke leuke winkel, hoor. Lekker koopjesjagen.”

Een zaak vol restpartijen voor spotprijzen in het pand waar eerst H&M zat, op een van de prominentste locaties van de stad – het is een opvallende nieuwkomer in de Leidsebuurt. “Tsja, het is misschien wel een beetje zonde hè,” zegt Valérie, “zo’n winkel op zo’n plek.”

Of ze verder nog wel eens in de Leidsestraat komt om te winkelen? “Zo min mogelijk: of het is troep, of het is weer een winkelketen. Nee, dan winkel ik liever in de Negen Straatjes of De Pijp.”

Gideon Italiaander is lang niet de enige nieuwe zaak. Ruim 40 procent van de winkels en horecazaken in de Leidsestraat – 33 van de 76 panden – kreeg de afgelopen grofweg drie jaar een andere invulling. Ook winkels die er al vele jaren zaten, vertrokken, zoals Timberland, The Body Shop, Palladium en Pauw. Met het recente vertrek van het Amerikaanse Abercrombie & Fitch en delicatessenzaak Eichholtz is de straat nu ook, zoals de winkelbranche het noemt, belangrijke ‘ankers’ kwijt.

(tekst gaat onder de illustratie verder)

Zorgen over de straat

Vlakbij het Leidseplein zit Amsterdam Originals, de winkel van Denise Kos. Ze verkoopt vooral kleding met Amsterdam in de hoofdrol, die ze zelf laat ontwerpen en produceren.

Kos loopt al zo’n twintig jaar rond in de straat, nog steeds met veel plezier. Ze zit in het bestuur van de winkeliersvereniging, met wie ze vorig jaar een feestweek organiseerde met hapjes, drankjes en duizenden zonnebloemen om uit te delen, om haar straat in het zonnetje te zetten. “Zoiets gaan we nu ieder jaar doen.” Toch is dat feestje niet alleen voor de lol: het is ook nodig om de Leidsestraat positief onder de aandacht te brengen. Want Kos maakt zich zorgen.

“We hebben een heleboel mooie nieuwe winkels gekregen, zoals Fjällraven en Zadig & Voltaire, maar die zitten allemaal richting het Koningsplein.” Rond haar winkel, aan de kant van het Leidseplein, is het een ander verhaal. Op de gevels staat McDonalds, Febo en Wok to Walk, en sinds kort ook La Place Express en Chipsy King. “Het is heel simpel: als mensen eten ruiken, kopen ze geen T-shirt. Daar heb ik last van.”

Naast de fastfoodzaken zijn er nieuwkomers als Gideon Italiaander en winkels met snoep, telefoonhoesjes of vapes (elektronische sigaretten). Allemaal ondernemers die proberen te verdienen met producten van relatief lage kwaliteit.

Kos is bang dat die ontwikkeling overslaat naar de rest van de straat. “Je moet steeds hogere marges pakken om alle kosten te kunnen betalen. Maar zo gaat wel de kwaliteit van de hele straat achteruit.”

Glans verloren

Kos ziet dat veel collega’s in de Leidsestraat het zwaar hebben. Met coronaleningen die terugbetaald moet worden, hogere energie- en personeelskosten en de forse huren.

Ondernemers die het daardoor niet redden laten hun zaak leeg achter, of deze wordt tijdelijk verhuurd aan een pop-upconcept. Waar volgens de laatste cijfers in Amsterdam-Centrum gemiddeld 5,5 procent van de winkels leegstaat, is in de Leidsestraat nu sprake van bijna 11 procent: acht winkels staan er leeg. Nog eens vier zijn wel in gebruik, maar staan te huur.

De leegloop komt ook doordat al ruim voor de pandemie het bezoek aan de Leidsestraat daalde, mede doordat de straat door het snel wisselende aanbod glans verloor. In 2019 kwamen er volgens de Amsterdamse winkeladviseur Bureau RMC al 13 procent minder bezoekers vergeleken met het jaar ervoor. En uit cijfers die het bedrijf op verzoek van Het Parool beschikbaar heeft gesteld, blijkt die afname na corona door te zetten.

Gevolg is dat de Leidsestraat volgens vastgoedadviseur Cushman & Wakefield een van de weinige topwinkelstraten in Amsterdam is waar de huren dalen. Gemiddeld wordt in de 83 winkelruimtes van de Leidsestraat en het Koningsplein per vierkante meter tussen de 1700 en 2350 euro per jaar betaald.

“De Leidsestraat is nog altijd een goeie winkelstraat,” oordeelt winkelmakelaar Etienne van Unen. “Maar je ziet bepaalde winkelconcepten aanslaan en andere niet meer, zoals Abercrombie & Fitch. Die vernieuwde niet. Als je het jaar in, jaar uit denkt te redden met twee knappe jongens voor de deur, dan wordt het sleets. De doelgroep koopt de hoodies met dat merk op de borst wel via internet. Waarom zou die nog naar die winkel gaan?”

Net als Abercrombie moet ook de Leidsestraat volgens hem oppassen niet achterhaald te raken. “Er is behoefte aan vernieuwende winkelconcepten, waar de consument nieuwsgierig van raakt. Anders kan de klant net zo goed ergens anders winkelen of op internet kopen. Het komt neer op beleving.”

Pure nostalgie

Een ding is zeker: de Leidsestraat zit diep in het hart van de Amsterdammer. Dat is te merken in het pand waar 144 jaar lang Eichholtz zat, opgericht als levensmiddelenwinkel voor de gegoede grachtengordelbewoner maar de laatste jaren gespecialiseerd in Britse en Amerikaanse etenswaren. In augustus gingen de eigenaren met pensioen.

Nu is het een naamloze delicatessenzaak, in min of meer dezelfde stijl. Klanten vinden er nog steeds bijzondere Twinings-thee en Marshmellowfluff. Maar op de planken staan ook dozen Magic Cookies en wietlollies, op de grond flessen Spa Blauw en rond de toonbank Pokémonkaarten en wereldstekkers.

Winkelmedewerker Frank (zijn achternaam wil hij niet prijsgeven, net als wie de eigenaar is) krijgt regelmatig ietwat gepikeerde Amsterdammers over de vloer die niet op de hoogte waren van het stoppen van Eichholtz, en moeite hebben met de ingreep in het assortiment of de popmuziek die er nu wordt gedraaid.

“Ik begrijp het wel, want voor Amsterdammers is Eichholtz pure nostalgie. Soms komen mensen binnen die zeggen: ik kom hier al veertig jaar, niets veranderen hoor! Maar ik heb nou eenmaal van die margeproducten nodig om de rest in het assortiment te kunnen houden.”

De verkoper wijst naar een pak Amerikaanse ontbijtgranen. “Wat denk je dat die cereal kost? 18,95 euro. Dat is toch niet leuk meer?” De verkoper wil zijn prijzen niet verhogen, omdat hij de vaste klanten graag wil behouden. “Maar we moeten wel de hoge huur betalen. Dus als ik al het snoep en drinken zou weghalen: sluit de winkel maar.”

Bezoek verandert

De Leidsestraat kampt niet alleen met een afname in het aantal passanten, volgens winkeladviseur Bureau RMC verandert ook de samenstelling. Zo blijven Amsterdammers en Nederlandse dagjesmensen vaker weg. “Nieuwe winkels richten zich op het soort bezoekers dat nog wel komt,” ziet RMC-directeur Huib Lubbers. “Dat verklaart de komst van toeristenwinkels en ketens. Daardoor heeft de Amsterdammer waarschijnlijk nog minder in de binnenstad te zoeken.”

Winkelier Denise Kos krijgt wel nog steeds met regelmaat Amsterdammers over haar winkelvloer, maar moet veel moeite doen ze te trekken én te behouden als klant. Zo doet ze altijd haar best om tijd te maken voor een praatje. “En ik geef Amsterdammers 10 procent korting. Dat vind ik leuk.”

(tekst gaat onder de afbeelding verder)

Veel nieuwkomers in de Leidsestraat verkopen fastfood of producten van lage kwaliteit, gericht op toeristen.Beeld Jakob van Vliet

Volgens Lubbers valt die afname in Amsterdamse en Nederlandse bezoekers te verklaren doordat ons winkelgedrag sterk verandert. Mede doordat via internet alles al te koop is en de dagelijkse boodschappen in de buurt worden gekocht, willen consumenten in de hoofdwinkelstraten vooral vermaakt en geïnformeerd worden. Kopen staat op het tweede plan.

“Wij zien daardoor winkelgebieden compacter worden. Mensen zijn niet meer bereid zo’n hele straat door te akkeren. En het leidt ertoe dat winkelstraten diverser worden. Winkels en horeca gaan elkaar meer afwisselen.”

En daar schort het aan in de Leidsestraat. “Wil je als gemeente een levendige binnenstad houden, dan moet je gevarieerd aanbod belonen. Ik raad het stadsbestuur aan die ouderwetse bril af te zetten waarmee wordt voorgeschreven welke zaak waar mag zitten.”

Berucht is de jarenlange juridische strijd tussen de gemeente en viswinkel The Seafood Shop, die klanten hun haring ook in de zaak liet verorberen. Volgens de gemeente was de winkel daarmee te veel een snackbar. De strijd werd via de rechter uiteindelijk in het voordeel van de winkelier beslist, maar had zo lang geduurd dat The Seafood Shop zelf de handdoek in de ring gooide. Tot verdriet van de buurt kwam snoepwinkel Candy Pirates ervoor in de plaats.

“Zo’n strikte scheiding tussen horeca en winkels is niet meer van deze tijd,” zegt Lubbers. “Als je een paar ton huur betaalt, moeten winkelondernemers de consument maximaal kunnen binden.”

Straat waar je foto’s maakt

Ook winkelmakelaar Van Unen vindt dat de gemeente veel actiever kan meewerken aan een aantrekkelijke Leidsestraat. “Overheden moeten meer stimuleren dan achteraf ingrijpen, zoals Amsterdam steevast doet. In Den Haag lopen ambtenaren en bestuur eens in het halfjaar door de stad met makelaars en vastgoedeigenaren. Ik begrijp niet waarom Amsterdam dat niet ook doet.”

Toch is niet alles verloren. De hang naar beleving bij de winkelende consument biedt volgens hem hoop voor aloude winkelparadijzen als de Leidsestraat. “Bij de zoekvragen die wij krijgen van internationale merken, past de Leidsestraat beter dan de Kalverstraat. Voor casual horeca als Big Mama (Brits), Cricket (ook Brits) en Joe & The Juice (Deens) is de Kalverstraat echt ‘no issue’. Te plat, te lokaal, teveel laag middensegment.”

De Leidsestraat is veel diverser, vindt Van Unen. “Je hebt telkens die overgang van straat naar gracht, meer historische omgeving, het is een straat waar je foto’s maakt. Er is genoeg non-fashion en ook al wat horeca. Die afwisseling is cruciaal.”

Gemeente voorzichtig met horeca

Winkelstraatmanager Antoinette Poortvliet: “De Leidsestraat heeft vooral na corona enorme klappen gehad, maar ik vind juist dat de straat nu weer in de lift zit. De zaak van automerk Nio in het oude pand van Abercrombie wordt heel gaaf. We hebben een heel leuke likeurwinkel gekregen, Beltza, en een pop-up met mooie vintagekleding.”

Ook wordt er volgens Poortvliet sinds kort intensief gepraat door ondernemers, vastgoedeigenaren en de gemeente over bijvoorbeeld leegstand en het mogelijk wijzigen van bestemmingsplannen. “Dat heb je niet in een half jaartje opgelost, maar we vinden elkaar nu veel meer. Ik denk ook dat we allemaal nu het besef hebben dat wij bijvoorbeeld geen snoepwinkels meer nodig hebben. Bijzondere winkels van jonge ondernemers of hoogwaardige horeca, die zouden de Leidsestraat goed doen.”

De gemeente is in de binnenstad echter erg terughoudend met het toevoegen van horeca of het toestaan van horecafuncties, laat wethouder Sofyan Mbarki (Economische Zaken) weten. “Dit is alleen kleinschalig toegestaan bij winkels met een non-foodassortiment. In het verleden is in Centrum wel ruimte gegeven voor horeca bij winkelfuncties. Dat heeft toentertijd een averechts effect gehad en gezorgd voor verschraling van het winkelaanbod, zoals in de Warmoesstraat.”

Ook kan de gemeente dan niet sturen wát voor horeca er komt. “We hebben de ervaring dat in de binnenstad winkelstraten met veel passanten, zoals de Leidsestraat, horeca trekken die zich richt op een hoge omloopsnelheid (zoals fastfood, red). Dat komt de kwaliteit vaak niet ten goede.”

‘Het is heel simpel: als mensen eten ruiken, kopen ze geen T-shirt. Daar heb ik last van’
‘Of het is troep, of het is weer een winkelketen. Nee, dan winkel ik liever in de Negen Straatjes of De Pijp’