Direct naar artikelinhoud
Fulco Treffers.Beeld Patrick Post
InterviewFulco Treffers

Hoe bouw je een door oorlog verwoest land weer op? Architect Fulco Treffers denkt erover mee in Oekraïne

De oorlog is nog in volle gang. Toch is architect en stedenbouwkundige Fulco Treffers samen met een Oekraïens netwerk nu al druk bezig met de wederopbouw van het land. ‘Aan snelle, cosmetische oplossingen heb je niets.’

Wat heel raar is, zegt Fulco Treffers op een donkere woensdagmiddag in januari, is dat Oekraïense vrienden soldaat zijn geworden. Dan denkt hij: jullie kunnen dit helemaal niet, jullie zijn zachtaardige, lieve mannen. Ambtenaren, architecten. Wonderlijk genoeg leven ze allemaal nog. Hij appt met ze als het kan.

We spreken elkaar in zijn huis in Ouderkerk aan de Amstel, met uitzicht over uitgestrekt boerenland. Als dit interview verschijnt is Treffers in Oekraïne. Hij weet nog niet precies hoe zijn verblijf eruit gaat zien. Plannen is moeilijk, zegt hij. Voor het laatst was hij er in oktober en maakte hij in Dnipro de inslag van kamikazedrones mee. Een bezoek in december ging niet door. Treffers zou een paar lezingen geven, maar de veiligheidssituatie en onzekerheid of er elektriciteit zou zijn maakte dat ingewikkeld. Improviseren is troef. “Ik ben nu aan het nadenken hoe ik lezingen kan geven zonder elektriciteit.”

Fulco Treffers werkt en doceert sinds 2014 geregeld in Oekraïne. Met zijn eigen bureau 12N Urban Matters deed hij stedenbouwkundige projecten in Marioepol, Kryvy Rih, Soledar, Sjevjerodonetsk, Loehansk en Donetsk.

Deze keer gaat hij naar Lviv, en hij wil graag naar Char­kiv. “In Charkiv ben ik sinds de oorlog begon niet meer geweest. Ik doe een project in Marioepol, maar daar kan ik niet heen. De noordelijke wijken van Charkiv zijn kennelijk in vergelijkbare staat. Ik ga dus naar Charkiv om Marioepol te zien, en op die schaal te snappen wat er met steden is gebeurd die voor 70 tot 80 procent ­kapot zijn; wat betekent dat eigenlijk?”

Heeft u bij eerdere bezoeken wel kunnen zien hoe het staat met sommige steden?

“Ja, ik was in Bachmoet, Irpin, Dnipro, ook toen daar bommen vielen, maar ik denk dat dat niet te vergelijken valt met hoe Marioepol er nu aan toe is. Als in een buurt twee flats kapotgeschoten zijn, is dat toch anders dan wanneer de hele buurt weg is. Ik weet gewoon niet hoe dat is.”

In 2014 was u voor het eerst in Oekraïne, in Marioepol. Dat was toen ook al een gehavende stad met een geschiedenis, littekens en een oorlogsver­leden.

“Ja, bizar. Dat zou ik nu peanuts vinden. Ik ontwikkelde als architect in residence een visie op de stad en de mensen, in de vorm van een magazine. Er heerste toen ook al angst. Bewoners gingen weg, raketten hadden flats geraakt in het oostelijke deel van de stad, er waren doden. Marioepol werd bedreigd door wat zich inmiddels heeft voltrokken. Ik was er toen in december en in januari, sprak toen veel mensen. Niemand verwachtte dat er iets zou gebeuren. Niet op deze manier.

“Ik was eerst ook totaal verbaasd en boos dat we weg moesten. Dat was op 12 februari, een kleine twee weken voor de invasie. Maar dat ziel-onder-de-armgevoel duurde maar kort. Al snel, ik denk al twee weken na de Russische inval, ontstond het idee om iets aan die wederopbouw bij te dragen, om een netwerk op te richten. Vanuit dat netwerk, Ro3kvit, opereren we nu. Het initiatief kwam van Oleg Drozdov, een bekende Oekraïense architect met wie ik veel samenwerk. Ik dacht: al weet ik ook niet veel van wederopbouw, ik weet wel veel van stedenbouw, zo kan ik mijn liefde voor het land en de mensen, en de situatie bij elkaar brengen. Daarna begon een soort onbegonnen werk: hoe groot en hoe intensief maak je het? Waar begin je?”

Ja, waar begin je?

“Wederopbouw die je voorbereidt in tijden dat er nog oorlog is, is zo ongewis. Je weet niet precies hoe je het land straks gaat aantreffen, je weet niet eens van wie het land dan is. Het aantal onzekerheden is extreem groot. Op de een of andere manier vind ik dat ook prikkelend. We zijn nu iets aan het bedenken, maar voor wanneer? Voor over vijf jaar? Hoe houd je een visie voor een stad actueel? Hoe zorg je dat je niet in details verzandt die dan helemaal niet meer relevant zijn? Als Marioepol weer heroverd wordt door de Oekraïners, hoe laten de Russen het dan achter? Steken ze zoals in de middeleeuwen de restanten van de stad in brand?”

Wat kun je nu wel doen?

“Er zijn ook zekerheden. Bij Marioepol is een zee. Er is een rivier. Er zijn foto’s van gebouwen, van hoe ze waren. Er is een economie die kapot is. Er zullen mensen terug willen. Het was een krimpende stad die niemand kende, maar nu is die net zo beroemd als New York of Tokio. Linksom of rechtsom, we moeten nadenken wat er met die Azovstal-fabrieken gaat gebeuren, dat complex waar zo hard gevochten is en waar zoveel mensen schuilden. Dat was een enorm groot, vies industriecomplex, een doorn in het oog in het midden van de stad, maar het is nu ook een symbool van verzet, van pijn en slachting. Van de laatste stalen balk die uit de fabriek kwam, zijn vorig voorjaar armbandjes gemaakt. Die zijn voor veel geld allemaal in een half uur verkocht. Dat laatste stukje staal was voor veel Oekraïners een enorm emotioneel beladen iets. Daar moeten we ook wat mee, met dat soort symboliek.”

Maar hoe begin je?

“Met inventariseren. Kun je data vinden over de stad, infrastructuur, gebouwen, wat nog in bedrijf is en wat niet? Dat laatste is moeilijk, het is nu geheime informatie. En je zoekt naar voorspellingen: hoeveel mensen verwacht je terug, hoe, en met welke reden?

“We werken nauw samen met de gemeente in ballingschap, die vanuit verschillende steden in het land opereert. We kennen mensen die nog in Marioepol wonen. Ze kunnen geen foto’s maken, dat is te gevaarlijk. Maar we kunnen wel met ze appen, soms. Zo probeer je de situatie in te schatten. Daarnaast voeren we vooral gesprekken, gedeeltelijk online, waarbij we de bewoners zo veel mogelijk betrekken, ook de mensen die zijn gevlucht. In de projecten die ik doe laat ik bewoners graag participeren, mensen vind ik belangrijker dan gebouwen. Dat zijn ze daar niet altijd gewend – hier ook niet altijd trouwens. Maar ze vinden het heel prettig. Alleen zo kan er een nieuw verhaal voor de stad ontstaan.

“Het is heel complex en er is geen simpel antwoord, maar we moeten flexibel blijven. Ik zie soms ­ook plaatjes op mijn netvlies van hoe de stad kan worden, maar ik wil daarin niet verstarren.”

Fulco Treffers.Beeld Patrick Post

Is het geduld er om zo’n langdurig gesprek te voeren? Is er, als de oorlog voorbij is, niet vooral behoefte aan snelle actie, aan zichtbare gebouwen, bruggen en wegen?

“Die behoefte zal er zeker zijn, maar die mag het échte nadenken over wederopbouw nu niet in de weg staan. Daarom hebben Oleg Drozdov en ik dat netwerk ook opgericht, om te zorgen dat het gesprek op gang komt tussen bestuurders, bevolking en architecten. Met adviseurs uit het buitenland, zoals ik, maar ook ­onderzoekers met ervaring in Beiroet, de Balkan en ­Afghanistan. Zij zeggen dat de focus op snel zichtbare, cosmetische projecten de grootste fout is die bij wederopbouw altijd wordt gemaakt. De tweede grote fout is dat de bevolking er niet bij wordt betrokken.

“De behoefte aan dat snelle, tastbare zal hier vast ook de kop op steken. Kun je het zo ombuigen dat het geen kwaad kan? Misschien kun je iets in de ­publieke ruimte maken. Een fijn park of een mooi plein.

“Voor snelle, tijdelijke gebouwen ben ik ook huiverig. Die zijn nooit tijdelijk. Veel noodwoningen in Nederland van na de Tweede Wereldoorlog staan er nog steeds.”

Staan er, naast Ro3kvit, niet allerlei partijen te trappelen om op een wildwestachtige manier straks van alles uit de grond te stampen?

“Nee, de overheid zelf is er ook mee bezig, zodat ze de regie houdt en dat voorkomt. Daarom zijn we nu ook aan het inventariseren, om zo tot een scenario te komen, een pakket dat we met iedereen kunnen delen. Er zijn 1500 gemeenten in Oekraïne, van klein tot groot, ze moeten straks iets, en het moet anders, duurzamer.”

Laat je in een kapot land hooggestemde idealen op het gebied van duurzaamheid en klimaatvriendelijkheid niet even in de la liggen?

“Nee, die zet je juist in! We hebben vanaf het begin gezegd: de toekomst wordt anders. De relatie met ­Rusland, met Europa verandert. Europa zal zeggen: al die oude industrie, woningen zonder isolatie, dat kan niet meer. Dit is hét moment om de omslag te maken. Hoe maak je in deze context een duurzaam ­gebouw? Grappig genoeg hebben we ontdekt dat veel oplossingen waarnaar we nu op zoek zijn met het oog op veiligheid, lijken op oplossingen voor klimaatbestendigheid.”

Kunt u een voorbeeld noemen?

“Neem energiesystemen. Daarbij wordt vanuit ­klimaatbestendigheid steeds vaker gedacht aan grids, waarbij je op kleinere schaal met verschillende systemen van lucht, wind en zon energie opwekt. Die systemen knoop je in een netwerk aan elkaar. Dan heb ik een windmolen en jij ook. En als de mijne kapot is ­gebruiken we de jouwe.”

In plaats van een grote, kwetsbare centrale.

“Precies. En dat grid, dat kun je ook niet in één keer met een raket kapotmaken, dan moet je wel heel veel bommetjes schieten. Het is natuurlijk geen rocket science, maar dat hebben we de afgelopen maanden ontdekt omdat we met de veiligheid bezig waren. Want we gaan ervan uit dat Rusland nog wel even de boze buurman zal blijven.”

En duurzame bouwmaterialen?

“Hergebruik ligt hier voor de hand. Met al die kapotgeschoten gebouwen ligt alles gewoon op straat. Je kunt het afvoeren, maar ook hergebruiken.”

Er is nu ook een Nederlands-Oekraïens netwerk in oprichting, UnUn. Bent u daarbij betrokken?

“Ja, er zitten heel goede mensen bij. Het is een ­continue zoektocht wat je vanuit Nederland kunt doen. Met en voor de Oekraïense architecten die hierheen zijn gevlucht. Een van de risico’s die we bespreken is dat we moeten zorgen dat er niet een tweede grote braindrain ontstaat. In de jaren negentig vertrokken zoveel hoogopgeleide mensen vanuit heel Oost-Europa naar Amerika en Europa. Daarom is het land zo kwetsbaar. Hoe komt zo’n netwerk vooral ook Oekraïne ten goede?

“Een mooi voorbeeld is de gemeente Utrecht die gevluchte ambtenaren uit Marioepol in dienst heeft genomen. Zij werken nu aan projecten in Utrecht, én via mijn netwerk ook aan projecten in Oekraïne, onder andere over hun eigen stad Marioepol. Meer gemeentes volgen, waarschijnlijk Arnhem en Enschede.

“Er komen nu veel mensen op mij af en die zeggen bijvoorbeeld: ik kan wel een paar lichtgewicht bruggen leveren. Dan vraag ik: heb je een businesscase? Ik kan wel twintig van jouw bruggen in mijn tekeningen zetten, maar wat is de meerwaarde voor Oekraïne? Daar is dan niet over nagedacht. Vaak is het toch gewoon handel, dan doen ze 5 procent van de prijs af, zeggen ze. Maar je moet echt slimmer zijn: misschien kun je die brug de komende dertig jaar leasen, of er financiers voor zoeken. Ik wil niemand wegsturen, maar het is niet zo eenvoudig. Kun je iets bieden waar de mensen dáár iets aan hebben?

“Er is in Oekraïne een nieuwe generatie die echt iets wil, die zelf verantwoordelijkheid neemt, dat merk ik al sinds ik er kom. Zelfs de meest hiërarchisch denkende collega’s daar zeggen: Oekraïners pikken, sinds de Majdan-revolutie van 2014, niet meer dat er iets van boven af wordt opgelegd.

“Mensen snappen dat er een overheid nodig is, maar ook dat ze zelf voor alles moeten zorgen. Nu helemaal. Als er medicijnen rondgebracht moeten worden, als de docenten gevlucht zijn of in het leger zitten, dan rijd jij, of ga jij voor de klas staan. Je gaat niet bij de overheid zeuren. Mensen willen die verantwoordelijkheid. En als een nieuwe docent wordt aangesteld, dan willen ze ook in de sollicitatiecommissie.

“Sowieso, als je met mensen daar aan het werk bent en ze ervoor gaan, dan werken ze zoveel harder en ­beter dan ik in Nederland gewend ben, zonder geklaag. Daar krijg ik zoveel energie van.

“Wat het soms ingewikkeld maakt, is dat de overheid nu ook beslissingen neemt waarvan mensen denken: poeh, ik weet niet of dat zo slim of goed is. Maar ze willen de straat niet op. Het voelt niet goed om nu de overheid aan te vallen.”

Wat verwacht u van uw aanstaande reis?

“Ik heb geen idee hoe het gaat lopen. Ik was altijd heel sterk met de lange termijn bezig, met einddoelen. Dat is een beetje onzin geworden. Je doet een voorspelling en dan wordt het toch allemaal anders. En nu vind ik het juist leuk dat het anders wordt.”

Lees ook:

Volgens Zelenski zal de wederopbouw van Oekraïne 750 miljard dollar kosten

De wederopbouw van Oekraïne zal bij de huidige stand van zaken 750 miljard dollar kosten. Maar de oorlog woedt voort.