Direct naar artikelinhoud
Boekrecensie

Het zevende boek van Ottessa Moshfegh is een oefening in loze schokeffecten

Het zevende boek van Ottessa Moshfegh is een teleurstellende, landerige aaneenschakeling van marteling, verkrachting, kannibalisme en andere ellende.

Het middelste deel van De Tuin der lusten van Hieronymus Bosch (ca 1450-1516). De personages bestaan vrijwel zonder uitzondering uit grotesk lelijke c.q. onaangename types.Beeld De Agostini via Getty Images

Dat ze een inktzwart mensbeeld paart aan een voorkeur voor het macabere of zelfs ronduit perverse, weerhield Ottessa Moshfegh (1981) er sinds haar debuutnovelle McGlue (2014), allerminst van in acht uitzonderlijk productieve jaren uit te groeien tot één van de meest interessante Amerikaanse auteurs van haar generatie.

Ze schrijft prikkelend, geestig én soms verrassend ontroerend.

Des te teleurstellender dat haar zevende boek, Lapvona, een oefening in loze schokeffecten en pointeloze misantropie blijkt.

Decor is een bordkartonnen sprookjesversie van een middeleeuws dorp, waartegen zich in de loop van vier seizoenen en 350 pagina’s een lange reeks sketchachtige (horror)scènes voltrekt. De cast bestaat vrijwel zonder uitzondering uit grotesk lelijke c.q. onaangename types. Hun strapatsen doen nog het meest denken aan een cartooneske kruising tussen de vertellingen van Markies de Sade en Monty Python zonder de humor.

Vadsige idioot

Spil is de dertienjarige Marek, de even mismaakte als verwarde zoon van dorpsherder Jude, een grofstoffeliijke flagellant die hem leerde dat pijn en ontberingen de weg naar de hemel banen. Wanneer Marek in een opwelling de schijnbaar wél goedhartige prins Jacob doodt, komt hij als substituutzoon in het landhuis met slotgracht bovenop de heuvel terecht waar de plaatselijke vorst Villiam resideert. En zo zien we vanaf de eerste rang wat de Lapvonianen allemaal te verduren krijgen.

Villiam is een (Trumpiaans?) vadsige idioot, die louter vermaakt wil worden en zich gewetenloos volvreet ten koste van zijn onderdanen. Mede dankzij hem wordt het volk geteisterd door ziektes, watertekorten en hongersnood (‘Verschrikkingen en verdriet waren goed voor het moreel, dacht Viliam.’), die zijn diabolische rechterhand, Pater Barnabas, vrolijk verkoopt als straffen van God of de duivel.

Enige troostbrengster: de blinde Ina, een heksachtig kruidenvrouwtje wier bejaarde borsten ‘de halve bevolking hebben gevoed’ en door menig volwassen man nog steeds worden besabbeld.

Er ontstaat op den duur uiteraard een machtsstrijd tussen kwaad en nóg kwader. En de doodgewaande moeder van Marek krijgt nog een rol toebedeeld als grimmige variant op Maria-met-kind. Maar Lapvona is, het soms welluidende proza te spijt, toch vooral een landerige aaneenschakeling van marteling, verkrachting, kannibalisme en andere ellende.

De lezer weet dat alle betrokkenen óf slecht óf dom zijn (en meestal allebei), en haalt onaangedaan de schouders op.

LAPVONA

Ottessa Moshfegh

Vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman

De Bezige Bij, €24,99

350 blz.