Terug naar de krant

‘Ook met de VAR is niet met zekerheid vast te stellen of iemand buitenspel staat’

Leeslijst achtergrond

Voetbal en technologie De Eredivisie maakt vier jaar gebruik van de videoscheidsrechter. Aan de discussie over wel of geen buitenspel is geen einde gekomen. „Fans willen snel en sluitend bewijs zien”, stelt Gerard Sierksma, emeritus hoogleraar Econometrie en Sportstatistiek.

Leeslijst

Door een uitgestoken teen van Dusan Tadic en de hak van Brian Brobbey liep Ajax vorig seizoen de KNVB-beker mis. Videoscheidsrechter Dennis Higler was vanachter de beeldschermen in Zeist onverbiddelijk. De Ajacieden stonden in de Kuip in Rotterdam met hun ledematen misschien een millimeter over een getrokken lijn. Dat mocht niet. Twee keer buitenspel. Twee doelpunten afgekeurd. De beker ging naar PSV, dat de finale met 2-1 won. Was dat wel terecht? „Dat weet ik eigenlijk niet”, zegt Gerard Sierksma (77), emeritus hoogleraar Econometrie en Sportstatistiek van de Rijksuniversiteit Groningen. „En daar ligt precies het probleem. De VAR kon dat ook niet met volledige zekerheid zeggen. En dat betekende dat de supporters het moesten doen met een dubieuze uitslag. De zekerheid die de VAR suggereerde, was een schijnzekerheid. Dit is nog steeds schering en inslag.”

Sierksma ontvangt in het Van der Valk Hotel in Groningen. Op fietsafstand van zijn huis en zijn werk. Met een cappuccino, een glaasje water en enkele witte vellen papier voor zich op tafel, geeft hij een soort mini-college over de werking van de Video Assistant Referee (VAR). Of beter gezegd: waarom het gebruik van technologische hulpmiddelen om buitenspel aan te tonen tekortschiet. „Ik hou van technologie én ik ben een voetballiefhebber”, legt Sierskma uit. „In de wiskunde en de fysica draait het om exacte wetenschap. Bij het voetbal gaat het om eerlijkheid en beleving. Als een doelpunt wordt afgekeurd, wil je daar als toeschouwer sluitend en overtuigend bewijs van zien. Het liefst op grote borden in het stadion zelf. Zo ver zijn we na vier jaar VAR in de Eredivisie nog steeds niet.”

WK-finale 1966

Sierksma gaat even terug in gedachten. Naar de tijd voor de VAR. Bijvoorbeeld naar de WK-finale van 1966, waarin de Engelsman Geoff Hurst via de onderkant van de lat doel trof tegen West-Duitsland. Althans volgens het oordeel van de Zwitserse scheidsrechter Gottfried Dienst. Met het blote oog was nauwelijks vast te stellen of de bal de lijn helemaal was gepasseerd. In de loop der jaren waren er vaker dubieuze beslissingen te zien. Scheidsrechter Pavel Khazakov besloot in 1973 in de laatste WK-kwalificatiewedstrijd een doelpunt van België onterecht wegens buitenspel af te keuren. Niet België, maar Nederland ging naar het WK van 1974. En in 2002 zagen kijkers grensrechter Ronald Kloeg blunderen in de bekerfinale tussen Ajax en FC Utrecht. Ajacied Wamberto stond overduidelijk buitenspel toen hij in de slotfase gelijkmaakte. De beker ging daarna naar Amsterdam.

„Miljoenen fans zagen op de televisie dat het buitenspel was, alleen de scheidsrechter op het veld niet. Het gemiddeld aantal doelpunten per wedstrijd is de afgelopen vijftig jaar gedaald van ongeveer vier naar twee. Eén fout van de scheidsrechter kan de wedstrijd beslissen. Dat werd steeds minder wenselijk”, zegt Sierksma. „Het was logisch dat er hulp van de technologie zou komen.”

Het werd de VAR. De FIFA, de wereldwijde federatie van nationale voetbalbonden, besloot het gebruik van de technologie in maart 2016 te testen. Een half jaar later volgde bij de interland tussen Italië en Frankrijk de primeur. Twee jaar daarna werd de VAR ingevoerd in de Eredivisie. Met als doel de arbitrage te ondersteunen. De VAR kan bij vier verschillende situaties ingrijpen: 1. Wel of geen doelpunt. 2. Wel of geen strafschop. 3. Wel of geen directe rode kaart. 4. Identiteitsvergissing bij het geven van een rode of gele kaart. Sierksma dacht op eigen houtje vanuit Groningen mee over de VAR. „Het voetbal moest eerlijker worden. Niet alleen de scheidsrechter, maar ook de toeschouwers zouden helderheid over beslissingen krijgen. Maar dat gebeurde niet. Integendeel. Nog steeds zijn er dubieuze beslissingen. En soms zijn lange onderbrekingen nodig om de VAR-beelden te beoordelen. De combinatie daarvan is dodelijk voor het voetbal. De emotie verdwijnt.”

Volgens de econometrist zijn er vanaf het begin cruciale fouten gemaakt. Met name als het gaat om wel of geen buitenspel. Om dat vast te stellen trok de VAR de buitenspellijn in het computerbeeld bij de één na laatste speler van de verdedigende partij (meestal is de keeper de laatste speler) op het moment dat de bal was gespeeld. Vervolgens werd gekeken naar de positie van de mogelijk buitenspel staande aanvaller. Was die aanvaller voorbij de VAR-lijn, dan was het buitenspel. Dat lijkt duidelijk. „Maar dat is het niet. En helemaal niet voor een afgestudeerde wis- en natuurkundige”, legt Sierksma uit. „Het gaat fout bij de interpretatie. Als je iets gaat meten, dan is dat nooit 100 procent nauwkeurig. Je hebt te maken met foutmarges van het systeem. De getrokken lijnen zijn vaak een beetje dokterbibberlijnen. Logisch want alles beweegt en de camera vangt een situatie vrijwel nooit loodrecht. En als het gaat om millimeters, dan is het duidelijk dat de overschrijding van de VAR-lijn binnen de margin-of-error van de metingen ligt en weet niemand of de aanvaller wel of niet strafbaar buitenspel stond. De VAR-lijn is in feite dus een grijze strook. Daarbinnen is op deze manier niet met zekerheid vast te stellen dat iemand buitenspel staat.”

Verkeersboete

Sierksma gaat verzitten. Hij neemt een slokje van zijn cappuccino en gooit het even over een andere boeg om zijn betoog te verduidelijken. „Laten we eens kijken naar de metingen bij verkeersboetes”, zegt hij. „De maximumsnelheid in de bebouwde kom is doorgaans 50 kilometer. Soms geeft een teller van een auto 51 aan en bij een ander 52. Terwijl de radar 53 meet. Er is dus sprake van een foutenmarge. Om aan alle onzekerheid een einde te maken legt de politie de grens bij 54. Tik je die snelheid aan, dan krijg je een boete. Er is geen enkele discussie mogelijk dat je dan de grens van 50 kilometer bent gepasseerd. Rijd je volgens de metingen 53, dan krijg je het voordeel van de twijfel. Het grijze gebied loopt hier dus tot 54 kilometer per uur.”

Sierksma is een jaar na de ingebruikname van de VAR met zijn theorie naar Zeist gegaan. Daar probeerde de emeritus hoogleraar de betrokkenen – onder wie enkele oud-studenten van hem – ervan te overtuigen het systeem aan te passen. „Mijn indruk was dat ze me snapten. Maar er gebeurde niets. Ik denk dat de contracten met het bedrijf dat de software van de VAR maakt voor langere tijd waren gesloten.”

De Nederlandse VAR paste de werkwijze in 2020 alsnog aan. Sindsdien worden er twee lijnen getrokken, een blauwe bij de verdediger en rode bij de aanvaller, elk met een breedte van vijf centimeter. Als de ‘stroken’ elkaar op de computerbeelden raken, dan wordt geen buitenspel gegeven. Als er een streepje licht tussen zit wel. De tolerantiemarge, die rekening houdt met de meetfouten, is daarmee nu tien centimeter. Volgens Sierksma is dit zeker een verbetering, maar nog altijd onvoldoende om 100 procent zekerheid te geven. „Of ze het naar aanleiding van mijn verhaal hebben aangepast, weet ik niet”, zegt Sierksma. „Erger is dat de toeschouwer weinig snapt van de ‘rode en blauwe lijnen’, terwijl het juist de bedoeling was dat de fans de reden van de beslissing ziet en snapt. Niet dus. De toeschouwer van een club wiens doelpunt wordt geannuleerd, moet maar genoegen nemen met het geloof in de VAR.”

WK in Qatar

Volgens Sierksma is het eenvoudigweg zaak iedere onzekerheid uit te sluiten. En daarbij draait het om de twee begrippen die toeschouwers begrijpen: snelheid en duidelijkheid. Sierksma heeft met verbazing gekeken naar een nieuw systeem van semi-automatische buitenspeltechnologie, dat in november op het WK in Qatar zijn intrede zal doen. Daarbij moet via een chip in de bal precies duidelijk worden wanneer die precies wordt gespeeld. Met die data, de beelden van camera’s en het gebruik van artificiële intelligentie moet buitenspel met zekerheid worden vastgesteld. Beeld van het bewijs wordt in het stadion vertoond. Sierksma schudt met zijn hoofd. „Ik heb het bestudeerd. Ik heb er geen fiducie in. Een chip in alle ballen zou een verbetering kunnen zijn. Al is het nadeel dat hier een prijskaartje aan hangt. De rest is voorlopig marketing met als toppunt het schermen met artificiële intelligentie. De toeschouwer wordt nog steeds voor het lapje gehouden met schijnzekerheid.”

Sierksma pakt een wit vel en gaat lijnen trekken op een denkbeeldig voetbalveld. „Het kan allemaal echt heel simpel en goedkoper. Ga gewoon werken met zinvolle tolerantiemarges, die de balchip overbodig maken. Markeer de op één na laatste verdediger en trek in het beeld de buitenspellijn, plus een grijze tolerantiestrook van dertig centimeter. Breng vervolgens de aanvaller in beeld die wellicht buitenspel staat. Overduidelijk binnen het grijze gebied: geen strafbaar buitenspel. Bij de minste twijfel: niet verder aarzelen, buitenspel. Immers bij onzekerheid op de verre grens ben je ver genoeg verwijderd van de buitenspellijn van de VAR. Met andere woorden, dan rijdt de auto zeker harder dan 50 kilometer. En dát communiceer je met de toeschouwers. Neemt niet weg dat supporters altijd zullen blijven discussiëren. Fans kijken nu eenmaal met een gekleurde bril. En juist dáárom is het van belang dat de beslissing van de VAR snel en inzichtelijk wordt getoond en boven iedere twijfel is verheven.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 20 augustus 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in