Direct naar artikelinhoud
Interview

CDA-leider Wopke Hoekstra: stikstofdoelen 2030 ‘niet meer heilig’

Wie de plannen van CDA-leider Wopke Hoekstra ziet, komt al snel tot de conclusie dat het regeerakkoord van december in de prullenbak kan. ‘Nog nooit zijn veranderingen zo snel op ons af gekomen.’

en
Wopke Hoekstra: ‘Eén op de drie Nederlanders dreigt op de korte termijn in financiële problemen te komen. Er is minimaal 10 miljard nodig.’Beeld Arie Kievit

De zomer was er een van omgekeerde vlaggen, fel protest en diepe onvrede. Over de stikstofplannen, de exploderende prijzen en de opvang van asielzoekers. De Haagse regeringscoalitie onderhandelt over de aanpak van al die problemen. Een paar uur voordat het kabinet voor het eerst sinds de vakantie formeel bijeenkomt, zet CDA-leider Wopke Hoekstra de boel op scherp.

“We moeten de bakens verzetten,” zegt hij. “Er spelen allerlei crises, waarbij die rond koopkracht, stikstof en migratie er voor ons uitspringen. Zoals eigenlijk altijd houdt ook nu de werkelijkheid zich niet aan het regeerakkoord. Maar nog nooit zijn veranderingen zo snel op ons afgekomen. De oorlog op het continent heeft grote gevolgen voor de energievoorziening en de gasprijzen.”

Vrijdag komt het Centraal Planbureau met de nieuwste economische voorspellingen, waarna het kabinet de plannen voor Prinsjesdag zal afronden. De rode draad bij alle crises die Nederland plagen, is volgens Hoekstra dat ‘de verbinding met de samenleving moet worden hersteld’. “De les van de toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen was juist dat we eerder signalen moeten oppikken als er dingen misgaan.”

De kritiek op het kabinet is juist dat het erg lang duurt voor er koopkrachtmaatregelen komen.

“We moeten snel, fors en effectief ingrijpen. Eén op de drie Nederlanders dreigt op de korte termijn in financiële problemen te komen. Je schrikt je een hoedje als je aan de kassa in de supermarkt staat, om maar te zwijgen over de energierekening. We moeten voorkomen dat mensen door het ijs zakken. Tijdens de coronacrisis hebben we een pakket gemaakt om het bedrijfsleven met hun personeel overeind te houden. Ook nu moeten we fors ingrijpen, al kunnen we niet alles compenseren. Er is minimaal 10 miljard euro nodig.”

En hoe wilt u de koopkracht dan redden?

“Het ligt voor de hand te kijken naar de inkomstenbelasting en de belasting op energie. Maar laten we vooral kijken naar maatregelen die snel helpen. Ook de middenklasse staat onder druk. Veel gezinnen in Nederland hebben maar een klein besteedbaar inkomen, vaak door de hoge vaste lasten. Ook van bedrijven mogen we wat verwachten. Driekwart van de bedrijven maakt nu meer winst dan voor corona. Dan mag je van bedrijven verwachten dat ze de lonen verhogen. Uiteindelijk moeten we samen door deze crisis.”

In het verleden pleitte u nog voor een solidariteitsheffing voor bedrijven.

“Dat stond al in ons verkiezingsprogramma, en dat vind ik nog steeds. Al staat voorop dat werkgevers de lonen moeten verhogen en dat wij als kabinet de pijn ook verzachten. Los van de techniek zal er een terecht beroep moeten worden gedaan op partijen die goed geboerd hebben. Ook nu. De polder en het kabinet moeten de handen ineenslaan om hier doorheen te komen en de lasten eerlijk verdelen.”

Waar Hoekstra haast belooft bij de aanpak van de koopkrachtproblemen, wil hij de uiterlijke deadline voor de stikstofdoelen desnoods juist oprekken. Terwijl het kabinet volgens premier Rutte ‘beter gaat onderbouwen’ waarom de stikstofdoelen toch echt in 2030 gehaald moeten worden, noemt vicepremier Hoekstra dit plotseling ‘niet heilig’. Daarmee legt hij een bommetje onder dit onderdeel van het regeerakkoord. “Er is een herstart nodig van het proces. En daarbij zijn er geen dogma’s, 2030 is voor ons niet heilig.”

Experts zeggen: 2030 is wel heilig, je moet snel beginnen.

“Dat is ook zo, je moet snel beginnen. Maar we zijn nu een paar maanden bezig en wat is het resultaat? Impasse. Ik ben dankbaar dat Johan Remkes probeert de boel vlot te trekken, maar daarmee zijn we er niet. We moeten het proces herstarten, boeren moeten weer bondgenoot worden. Waarbij een ding niet ter discussie staat: natuurherstel moet. Daar is 50 procent reductie voor nodig.”

“Het CDA wil de problemen niet doorschuiven naar volgende generaties. Maar boeren moeten ook een eerlijke boterham kunnen verdienen. Natuurlijk kun je op veel plekken vóór 2030 de stikstofdoelen al halen, maar als het elders langer duurt, moeten we die tijd nemen. Nu zijn we nergens, zitten heel veel partijen niet eens aan tafel, en zonder de uitvoerders heb je helemaal niks.”

Zwicht u voor de druk van de boeren?

“Integendeel: zo zetten we een positieve stap naar voren. Het is voor ons essentieel om twee dingen te combineren: natuurherstel en een vitaal platteland met een eerlijke boterham voor onze boeren.”

Hoe moet het dan wel volgens u?

“Nu werken we met een gemankeerd middel als de kritische depositiewaarde. Daarom is de snelle komst van een ecologische autoriteit essentieel, die kan met de mensen lokaal de natuur beoordelen. Daar moeten we als de wiedeweerga mee aan de slag. Dan kun je ook zo spoedig mogelijk die kritische depositiewaarde uit de wet halen.”

Toen u dit voorjaar zei dat het kabinet terug moest naar de tekentafel, kreeg u nul op het rekest van uw collega’s.

“Een regeerakkoord geeft richting, maar er is altijd overleg over aanpassingen. In het voorjaar hebben we ook dingen aangepast. Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, hebben we forse investeringen in onze veiligheid afgesproken. Er gaat veel meer geld naar Defensie. Dat waren spannende gesprekken soms, maar we zijn er wel in geslaagd. Ik vertrouw erop dat dat weer lukt. Maar ik ga niet doen alsof het makkelijk is.”

Toch: waar ging het dan mis bij stikstof? U zit in het kabinet, u was erbij.

“Dat moet ik me ook persoonlijk aantrekken. Ik had dus veel harder moeten aanslaan op dat stikstofkaartje, dat heeft enorm veel kwaad bloed gezet. We hebben vooral discussie geoogst.”

En die discussie leeft breed. Deze week weer, met de gedwongen plaatsing van asielzoekers in Tubbergen.

“De migratie moet fors omlaag. In ons regeerakkoord staat één cruciaal zinnetje: we moeten meer grip krijgen op migratie. Dat maken we niet waar. Elk jaar komt er in Nederland een middelgrote stad bij aan nieuwkomers. En dat in een tijd van woningnood en grote druk op alle voorzieningen. Het piept en het kraakt, dus dan moet je ook de ongemakkelijke politieke discussie durven voeren. Juist om in de toekomst draagvlak te houden voor de opvang van echte vluchtelingen. Er zijn voor ons geen taboes.”