Terug naar de krant

De Taliban stonden voor zijn deur, maar Nederland weigert te helpen

Leeslijst achtergrond

Evacuatie Afghaanse medewerkers Afghaanse fixer Jamal Naik, die werkte voor documentairemaker Sinan Can, wordt door de Taliban bedreigd om zijn werk. Fixers lopen sinds de machtsovername extra gevaar, maar van het ministerie van Buitenlandse Zaken komt geen hulp.

Leeslijst

Jamal Naik klinkt verdrietig, zijn stem slaat af en toe over. Een diepe zucht of een hap naar adem. De lijn tussen Amsterdam en het Pakistaanse Islamabad kraakt, soms valt hij even weg.

Hoewel het gesprek hem duidelijk pijnigt, is de 35-jarige Afghaan vastberaden zijn verhaal te delen. Over hoe hij in zijn thuisland Afghanistan werkte voor de gouverneur van de provincie Uruzgan én als fixer voor de Nederlandse documentairemaker Sinan Can. Hij vertelt dat hij afspraken voor hem regelde, tolkte en zich ontfermde over Cans veiligheid. En dat hij zich, ondanks zijn werk voor Nederlandse media, aanvankelijk weinig zorgen maakte toen de Taliban begin 2021 aan hun opmars in Afghanistan begonnen. Pas vlak voor de val van Kabul, maandag precies een jaar geleden, begon Naik zich zorgen te maken. Komen de Taliban nu achter me aan?

Die angst bleek gegrond. Tweemaal, begin september en begin oktober, klopten afgevaardigden van de nieuwe regering op zijn deur – toevallig op momenten dat hij niet thuis was. Daarna belden ze. Of Naik naar het ministerie wilde komen om te praten over zijn werkzaamheden voor de Nederlanders. Later hoorde hij van een familielid met connecties binnen de overheid dat hij gezocht werd. „Wegwezen”, zei Naiks familielid tegen hem.

Wrang

Met hulp van Free Press Unlimited, een in Nederland gevestigde organisatie die persvrijheid wil stimuleren, vluchtte Naik in december naar Pakistan. Hij hoopt dat de Nederlandse regering hem ophaalt, zoals ze sinds augustus deed met ruim 3.600 van zijn landgenoten die voor de Nederlandse missie, hulporganisaties of journalisten hebben gewerkt.

Veel grond lijkt er niet te zijn voor die hoop. Het gerechtshof in Den Haag oordeelde eind juli dat Nederland Naik niet op hoeft te halen. Omdat hij tussen de val van Kabul op 15 augustus en de uiteindelijke terugtrekking van Nederland elf dagen later om „min of meer toevallige redenen” geen evacuatieoproep kreeg van het Nederlandse ministerie voor Buitenlandse Zaken, hoeft de overheid Naik niet op te halen. Dat is „wrang”, zegt het gerechtshof zelf. Ook het verzoek van de fixer Samiullah Sardar, die onder meer voor journalist Lotte van Elp werkte, werd afgewezen.

„Ik vind het vreselijk”, zegt Sinan Can. Hij ontmoette Naik in 2016, die toen nog stafchef was van de gouverneur van de provincie Uruzgan, bij het filmen van de documentaire Onze missie in Afghanistan. „Jamal was heel kritisch. Over de corruptie die binnen het apparaat heerste, over de samenwerking tussen de Afghaanse regering en de Taliban.” Naik gaf veel inhoudelijke tips. „Bijvoorbeeld over corruptie rondom grondstoffendeals binnen de Afghaanse overheid. Jamal was heel open en eerlijk voor een Afghaan die zelf onderdeel was van het overheidsapparaat.” Die eerlijkheid, zegt Can, kan Naik nu in de moeilijkheden brengen.

Wie bij het Nederlandse vertrek geen oproep kreeg, wordt niet meer opgehaald

In de ruim acht dagen dat Can met zijn team in de zomer van 2016 in Afghanistan waren, hielp Naik hen met het vinden van de juiste mensen om te interviewen, het maken van afspraken, met vertalen. Tot aan de uitzending in januari 2017 bleef hij op afstand allerlei werk doen. Vlak voor de documentaire werd uitgezonden, wilde Can feiten controleren. „Ik wilde alle identiteitspapieren hebben van de mensen die ik had geïnterviewd, om te checken of hun namen klopten. Jamal heeft toen alles verzameld.”

Cruciaal was ook Naiks inzet voor de veiligheid van de groep, zegt Can. Hij gaf tips over met wie ze beter geen zaken konden doen – te gevaarlijk, corrupt, niet te vertrouwen. Of die keer dat Can en zijn team, daags voor vertrek uit Afghanistan, een hinderlaag inreden. „We hebben tweeëneenhalf uur in een vuurgevecht gezeten”, zegt Can. „Jamal heeft daarna geregeld dat we op weg naar de luchthaven door militairen werden begeleid.”

Lees ook ‘Veel ‘Nederlandse’ Afghanen hoeven niet meer op hulp van het kabinet te rekenen’
Een demonstratie in Kandahar, Afghanistan, om te vieren dat de Taliban een jaar aan de macht is.

Nederland haastte zich in de zomer van 2021 de bijna twintigjarige militaire missie in Afghanistan te beëindigen. In aanloop naar de terugtrekking evacueerde Nederland tolken en andere Afghanen die op hoog niveau voor de Nederlandse missie werkten. Na de val van Kabul op 15 augustus begonnen de evacuaties op grotere schaal, later dan sommige bondgenoten met vergelijkbare missies. Doordat deze Afghanen voor vijanden van de Taliban hadden gewerkt, liepen zij na de machtsovername gevaar. Na de motie-Belhaj van 18 augustus werd de groep die in aanmerking kwam voor evacuatie verruimd. Op 26 augustus ging een bom af op het vliegveld van Kabul. Nederland trok zich abrupt terug uit Afghanistan en stopte de evacuaties. Lang niet iedereen die een evacuatieverzoek had gedaan, was toen geholpen. Pas weken na de terugtrekking hervatte Nederland de ophaalacties.

Voorwaarden verder ingeperkt

Periodiek informeert het kabinet de Kamer over de evacuaties. In juli dit jaar stonden er nog 942 Afghanen op de Nederlandse ophaallijst. Maar de voorwaarden zijn sinds de terugtrekking uit Afghanistan ingeperkt. In oktober schreef het kabinet dat Nederland zich „actief” blijft inzetten voor Afghanen die onder de motie-Belhaj vallen én tussen 15 en 26 augustus een evacuatieoproep hebben gekregen, maar het vliegveld om welke reden dan ook niet konden bereiken. Wie onder de motie valt en aan strikte criteria voldoet, wordt ook zonder oproep in augustus opgehaald. Medewerkers van hulporganisaties bijvoorbeeld, die sinds 2018 minstens een jaar „substantiële werkzaamheden” verrichtten.

Free Press Unlimited diende omstreeks 19 augustus, een week voor de Nederlandse terugtrekking, een evacuatieverzoek in voor Naik en zijn collega Sardar. Zij kregen geen oproep. Het gerechtshof stelt dat de staat vrij is om voorwaarden te stellen aan evacuaties. Dat het kabinet zich in verschillende Kamerbrieven committeerde aan de motie-Belhaj, doet er niet toe. Dat is „politiek verkeer” waar burgers zich niet op kunnen beroepen.

Het ministerie zegt desgevraagd niet te weten waarom Afghanen als Naik en Sardar niet zijn opgeroepen tot evacuatie. Momenteel doet de Commissie Ruys onderzoek naar de ‘acute evacuatiefase’. Het ministerie: „Het past ons tot de commissie met haar bevindingen komt niet om hierop in de media vooruit te lopen.” De „extra inspanning” die het kabinet beloofde voor fixers en journalisten, komt er concreet op neer dat 25 mensen die op een Europese evacuatielijst stonden, in Nederland worden opgenomen. Naik en Sardar zitten daar niet bij.

fixerJamal Naik Wij hebben Nederland geholpen. Nu wij hulp nodig hebben, krijgen we niets

Zuur en onrechtvaardig

Asieladvocaat Barbara Wegelin van Van der Woude De Graaf Advocaten is kritisch over het criterium van de evacuatieoproep. „Het was een enorme chaos in augustus 2021. Het was volstrekt arbitrair wie er wel en niet een oproep kreeg.” Volgens haar was het bij de evacuatieverzoeken „in de praktijk leidend” of een Afghaan iemand in Nederland kende met de juiste connecties: advocaten, medewerkers van Defensie of Buitenlandse Zaken, een hulporganisatie. „Ze kwamen erdoorheen door eindeloos iedereen plat te bellen en te mailen. Wie die connecties niet had, hoorde niks meer.”

Frans-Willem Verbaas, de asieladvocaat die Naik en Sardar bijstaat, vindt het arrest „zuur en onrechtvaardig”. Dat een oproep tot evacuatie nu de maatstaf is om opgehaald te worden, lijkt „erg op willekeur”. Hij vindt dat het kabinet terugkomt op beloften, om minder werk te hoeven verrichten. „Het is alsof de overheid zegt: we willen doorgaan met evacueren, maar de groep die we nu nog moeten ophalen is wel érg groot. Hoe kunnen we die verkleinen?” Dit geldt volgens hem niet alleen voor fixers, maar ook voor anderen die niet direct voor de Nederlandse missie werkten.

Verbaas vreest voor zijn andere zaken. De Alkmaarse advocaat staat ongeveer twintig Afghanen en hun families bij die niet op de evacuatielijst van Buitenlandse Zaken staan, maar wel zeggen banden te hebben met Nederland. Verbaas schat dat hij en andere Nederlandse advocaten zo’n 350 Afghanen bijstaan die buiten de evacuatielijst vallen. Dat is inclusief familieleden die evacués willen meenemen.

Jamal Naik wanhoopt. Over wat er met zijn land gebeurd is, over hoe het gaat met zijn in Afghanistan achtergebleven gezin – een vrouw en vier kinderen. Ze zijn ondergedoken. Hoe hij ze moet onderhouden, weet Naik niet. „Wij hebben Nederland geholpen. Nu wij hulp nodig hebben, krijgen we niets.” Met collega Sardar verblijft hij in een safe house van Free Press Unlimited in Islamabad. Ze kwamen het land op een toeristenvisum binnen. „Ons visum is een half jaar geleden verlopen. Nu durven we het huis niet uit. We leven als gevangenen, bang voor de politie.” Een verzoek tot verlenging weigerden de Pakistaanse autoriteiten – waarom weten Naik en Sardar niet.

Can belt af en toe met Naik. Ze praten over zijn zaak, over diens gemoedstoestand, maar ook „over het leven”. Heeft Can spijt dat hij met Naik heeft gewerkt? „Nee. Hij was cruciaal voor het werk dat we daar deden. In de tien jaar dat ik nu reis, was hij de belangrijkste fixer die ik heb gehad.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 16 augustus 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in