Direct naar artikelinhoud
In memoriam

Willibrord Frequin (1941-2022) was de uitvinder van de overvaljournalistiek

Willibrord Frequin, eerder dit jaar, bij de boekpresentatie van het boek Willibrord, Verlegen Vlegel.Beeld Brunopress

Willibrord Frequin beleefde zijn gloriejaren bij KRO’s Brandpunt, waar hij voor de kijker het venster op de wereld opende. Op Hemelvaartsdag overleed de presentator, 80 jaar oud. ‘Er zijn te veel slechte mensen op de wereld.’

Hij was voor de duvel niet bang en stak iedereen een microfoon onder de neus, of het nu de paus was of prins Bernhard. Bij paus Johannes Paulus II stelde hij het condoomverbod van de rooms-katholieke kerk aan de kaak. De tweede overviel hij met vragen over de Lockheedaffaire. “Kerel, ben je helemaal belazerd?!”, riep de prins nijdig. “Mijn kortste interview ooit”, blikte Willibrord Frequin ooit ironisch terug.

De KRO-journalist, die donderdag op tachtigjarige leeftijd stierf aan de gevolgen van parkinson, doorbrak elk cordon en mag de uitvinder worden genoemd van de confrontatiejournalistiek. Het genre zou later in grote kring, bijvoorbeeld bij de commerciële omroep en PowNed, populair worden. Zelf omschreef Frequin zijn missie als een strijd voor rechtvaardigheid.

Dat sentiment had hij, naar eigen zeggen, van huis uit meegekregen, een gezellig rooms nest, waar vader Louis Frequin hoofdredacteur was van De Gelderlander. Arme mensen helpen met kleding, geld en onderdak was in huize Frequin de gewoonste zaak van de wereld, vertelde de geboren Arnhemmer eens in een interview.

Frequin confronteert Prins Bernhard met de Lockheedaffaire, in 1976.Beeld Willem Pekelder

In de jaren zestig kwam Willibrord Frequin, met een zetje van zijn vader, in dienst van KRO’s Brandpunt. De actualiteitenrubriek was toen onder leiding van hoofdredacteur Richard Schoonhoven juist een andere richting ingeslagen: geen onderdanigheid meer aan kerk of Katholieke Volkspartij, gewoon kritische journalistiek bedrijven.

Frequin trok naar de brandhaarden van de wereld en deed samen met de beroemde cameraman Lajos Kalános geëngageerd verslag vanuit de toenmalige dictaturen Spanje, Griekenland en Argentinië. “We hebben de onderdrukte bevolking een platform gegeven”, zei hij erover.

Frequin versloeg de hongersnood in Biafra en bezocht de martelkamers van Idi Amin. Brandpunt opende in die jaren voor de kijker het venster op de wereld. Op de vraag of de mens slecht is, antwoordde Frequin: “Ik denk het wel. In elk geval zijn té veel mensen slecht. Ik zou graag even voor God spelen. Ik zou dan alle slechte mensen verdelgen, waarna we een heel klein, fijn, gezellig wereldje zouden overhouden.”

‘Durf je wel, hè, oude zieke mensen beroven?’

In 1989 kwam er een knak in zijn carrière na de zogenoemde hoofdenaffaire, die hem zijn baan als Brandpunt-presentator kostte. De reportage over handel in geprepareerde mensenhoofden, die zouden worden gebruikt voor ‘bizarre seks’, was volgens de politie van A tot Z in scène gezet. Misschien dat toen voor het eerst hardop de term ‘nepnieuws’ viel.

In 1996 trad hij aan bij de commerciële omroep, eerst RTL 4, later SBS6. Voor beide zenders maakte hij De week van Willibrord, een programma waarin Frequin op geheel eigen wijze zijn strijd voor rechtvaardigheid voortzette. Oplichters, bureaucraten, psychopaten en ieder ander die de kwetsbare, kleine mens bedreigde kreeg te maken met zijn ongefilterde overval-journalistiek. Frequin jagend op een bejaardenhulp, roepende: “Durf je wel, hè, oude zieke mensen beroven?”, het staat menig kijker op het netvlies gebrand. Zijn gloriedagen als journalist lagen toen achter hem.

Een van zijn laatste tv-optredens was Beter laat dan nooit, een RTL-realityshow waarin Frequin samen met zijn makkers Gerard Cox, Barrie Stevens en Peter Faber op reis ging naar verre oorden.

Willibrord Frequin, die in zijn leven vier keer trouwde, laat een vrouw, twee dochters en een zoon na.

Lees ook: 

In 2005 interviewde Arjen Visser Willibrord Frequin in de Tien Geboden

“In het hiernamaals was iedereen super-gelukkig, daar werd één groot, Bourgondisch feest gehouden. Wie wil daar niet bij zijn?”