Direct naar artikelinhoud
ReportageWinterspelen Beijing

De vuile kant van de witte illusie van de Winterspelen in Beijing

Kanonnen blazen voortdurend sneeuw uit om het witte plaatje bij een testevenement in november compleet te maken.Beeld AFP

De Winterspelen van Beijing pronken graag met een duurzaam en groen imago. Maar op de meeste locaties valt ’s winters nauwelijks neerslag, moeten water- en energieslurpende sneeuwkanonnen overuren draaien. De angst voor ecologische schade is reëel.

Een staalblauwe hemel, min 15 graden en geen zuchtje wind: zo heeft olympisch sneeuwmaker Paul Lambert het graag. De sneeuwkanonnen langs de slopestylepiste van Zhangjiakou staan op volle kracht te blazen, in dit weer gaan ze naar hun maximum van tien liter per minuut. ‘We hebben geluk met de temperatuur’, zegt Lambert, met twee sjaals, muts, twee kappen en een skibril op. ‘Zo’n koudegolf, daarin kunnen we de meeste de sneeuw maken.’

Lambert, afkomstig uit Nieuw-Zeeland, wordt over de hele wereld gevraagd om op grote sportevenementen sneeuw te maken. Sinds 2019 is hij sneeuwmanager in Zhangjiakou, waar deze Winterspelen de freestyle ski- en snowboardwedstrijden plaatsvinden. En waar Lambert eind november vol enthousiasme over zijn sneeuwfabricatie vertelt. ‘Machinale sneeuw is beter voor het bouwen van hellingen, en het ziet er goed uit. Het is perfect voor de Olympische Spelen.’

Controversieel

De sneeuw van Lambert mag perfect zijn, ze is ook controversieel. De Olympische Winterspelen van Beijing worden als duurzaam en groen voorgesteld, maar ze worden op locaties gehouden waar ’s winters nauwelijks neerslag valt en die volledig afhankelijk zijn van kunstsneeuw. Volgens critici kost dat niet alleen heel veel water maar ook veel energie, en leidt het tot erosie, aardverschuivingen en schade aan vegetatie.

Kritiek op de milieu-impact van Winterspelen is niet nieuw, en ook in Pyeongchang (2018) en Sotsji (2014) werd nauwelijks natuursneeuw gebruikt. Maar het Olympisch Comité in Beijing zegt een oplossing te hebben gevonden, zodat de Spelen van 2022 voldoen aan de nieuwe duurzaamheidsdoelen van het IOC. Door geavanceerde technologie om water te hergebruiken zou de productie van sneeuw tijdens deze Spelen ‘geen impact hebben op het lokale waterverbruik’, aldus een woordvoerder van het comité.

Een witte streep van kunstsneeuw op de olympische piste van het Yanqing Alpine Skiing Centre.Beeld REUTERS

Dat is nogal een boude bewering, waar veel critici vragen bij stellen. In Zhangjiakou, waar tijdens deze Winterspelen de wedstrijden van het freestyleskiën, snowboarden, schansspringen en langlaufen worden gehouden, valt in december, januari en februari in totaal 47 millimeter sneeuw. In Yanqing, waar de alpine skinummers plaatvinden, is dat gemiddeld 1 millimeter meer. Ter vergelijking: dat is net iets minder dan in Amsterdam, niet meteen een sneeuwparadijs.

Sneeuwkanonnen

Dus tellen de wedstrijdzones van Yanqing en Zhangjiakou elk tweehonderd sneeuwkanonnen, die de bruine bergen van witte linten voorzien. Ze produceren fantastische sneeuw: hard, snel, met veel grip. Maar ze verbruiken ook veel water. Volgens het Pre-Games Duurzaamheidsrapport, dat vorige week verscheen, vergen de Spelen in Yanqing 890.000 kubieke meter water en in Zhangjiakou 1,9 miljoen kubieke meter, respectievelijk 1,6 procent en 9,8 procent van de lokale waterconsumptie.

Dat het hoge waterverbruik in een kurkdroge regio geen enkele impact zou hebben, komt volgens Beijing doordat het water voor de sneeuwkanonnen grotendeels gerecycled wordt: dankzij zuivering van rioolwater, hergebruik van smeltwater en opslag van regenwater. In de wedstrijdzones zijn grote reservoirs aangelegd, waarin smelt- en regenwater wordt opgevangen, en waaruit het weer kan worden opgepompt. De sneeuwmachines zouden ook nog eens 20 procent zuiniger werken.

‘Het smeltwater kan ook gebruikt worden door de landbouwers beneden in de vallei, die dat in het verleden niet hadden’, zegt Paul Lambert. ‘We voegen geen additieven toe aan het water, geen chemicaliën of bacteriën. Het water is gewoon water.’ Hoe het hergebruik precies werkt, weet hij niet. Hij verwijst naar het Olympisch Comité van Beijing. Maar zegt ook: ‘De lokale inwoners zijn hier heel inventief. Zonder twijfel gebruiken ze het extra water voor hun akkers en gewassen.’

Of de beweringen kloppen, valt moeilijk te controleren. Een verzoek om een interview met een expert van het Olympisch Comité van Beijing wordt afgewezen (zoals bijna alle interviewaanvragen met Chinese betrokkenen bij de Winterspelen), en het Duurzaamheidsrapport blinkt uit in vaagheid. Het staat vol met beloftes over ‘natuurbescherming’, ‘duurzaamheid’, ‘positieve milieu-impact’ en ‘koolstofarme Spelen’, maar meldt niet hoe die beloftes concreet worden ingevuld.

Een van de vele sneeuwkanonnen die nodig zijn om de Spelen van voldoende sneeuw te voorzien.Beeld REUTERS

Uit het rapport blijken ook positieve zaken. In de wedstrijdzone in Beijing worden veel stadions van de Zomerspelen van 2008 hergebruikt: zo is de Water Cube, het olympische zwembad, omgebouwd tot Ice Cube, een curlingbaan. Het basketbalstadion van 2008 is een ijshockeypiste geworden, en het volleybalstadion een ijspiste voor shorttrack en kunstschaatsen. Nieuwe gebouwen, zoals de Skating Oval, voldoen aan de hoogste Chinese criteria voor groene gebouwen.

De Winterspelen maken ook enkel gebruik van hernieuwbare energie, aldus het rapport. Het ijs op de schaatsbanen wordt gekoeld met 20 procent zuiniger technieken, 84 procent van de 4.090 voertuigen zal op elektriciteit, gas of waterstof rijden, en sponsors zullen 600 duizend ton CO2-uitstoot compenseren. Het Olympisch Comité van Beijing maakt zich er sterk voor dat de Spelen klimaatneutraal zullen zijn. Maar omdat veel gegevens ontbreken, is het moeilijk die claim te verifiëren.

Hoge CO2-uitstoot

‘Ze noemen het klimaatneutrale Spelen, maar dat is onmogelijk’, zegt Carmen de Jong, hoogleraar hydrologie aan de Universiteit van Straatsburg. ‘Ze gebruiken 100 procent kunstsneeuw, dat kost heel veel energie. En de skipistes, de reservoirs, de olympische dorpen zijn allemaal compleet nieuw gebouwd, dat betekent een heel hoge CO2-uitstoot. Ze nemen honderd kleine maatregelen, maar gaan voorbij aan de belangrijkste problemen.’

De Jong reisde in de jaren negentig regelmatig naar China, en deed samen met Chinese collega’s onderzoek naar overstromingen, onder meer bij de Drieklovendam. In 2006 verlegde ze haar aandacht naar skigebieden, onder meer in de Alpen en China, waar door klimaatopwarming problemen ontstaan. Met de Winterspelen in China kwamen haar twee interesses samen: de Jong begon zich in het watermanagement van Beijing 2022 te verdiepen.

Zo probeerde ze het waterverbruik van de sneeuwproductie in Zhangjiakou en Yanqing te controleren, op basis van eigen berekeningen. Ze denkt dat het hoger ligt dan de officiële cijfers, maar vindt het moeilijk concrete getallen te noemen. ‘Er is geen enkele transparantie over de grootte van de wedstrijdzones’, zegt ze. ‘Er zijn geen kaarten met duidelijke afbakeningen. Je moet echt als een detective te werk gaan.’

Duidelijk is dat de Winterspelen plaatsvinden in een regio met extreme waterschaarste: in Zhangjiakou bedraagt de watervoorraad 347 kubieke meter per persoon, flink onder de WHO-norm van 1.000 kubieke meter. De regio voert al jaren een strijd tegen watertekorten, en voerde in 2017 waterquota en -taksen voor landbouwers in. Het grondwaterverbruik is verminderd, maar ligt – afgezet naar aantal inwoners – nog steeds twee keer zo hoog als in Nederland.

Waterschaarste

‘Als je kijkt naar de langetermijnplannen voor Zhangjiakou, dan staat daarin: we hebben waterschaarste, we moeten snijden in irrigatie, in landbouw, in mijnbouw, in alle waterintensieve activiteiten’, zegt De Jong. ‘Tegelijk zeggen ze: toerisme is groen, investeren in toerisme is goed. Maar ze melden niet hoeveel water dat toerisme nodig heeft. Die skiresorts zullen evenveel water verbruiken als irrigatie.’

Het Olympisch Comité van Beijing zegt dat de skigebieden slechts oppervlaktewater gebruiken, maar zegt er niet bij waar dat water vandaan komt. In 2015 werd een pijpleiding aangelegd tussen Zhangjiakou en het Yunzhou Reservoir, een drinkwaterreservoir 40 kilometer verderop. De leiding – waarvan 8 kilometer door een tunnel gaat, en 20 kilometer het water omhoog moet pompen – kan jaarlijks 5 miljoen kubieke meter water naar Zhangjiakou doorsluizen. De skipiste in Yanqing is eveneens met een drinkwaterreservoir verbonden, via een 7 kilometer lange, ondergrondse pijplijn.

De aanslag op de drinkwaterreservoirs zou minimaal zijn, want volgens het Olympisch Comité wordt het water voor de sneeuwkanonnen grotendeels hergebruikt (precieze cijfers ontbreken, in staatsmedia suggereert een verantwoordelijke ‘minstens 50 procent’). Volgens De Jong is dat hergebruik niet zonder risico’s. ‘De waterkwaliteit van kunstsneeuw is niet goed. Dat water is opgeslagen, opgepompt, vuil geworden op de skipiste. Dat kan een verzamelplaats worden voor bacteriën. Als je dat jaar na jaar wil hergebruiken, riskeer je gezondheidsproblemen. Het eindeloos recyclen van water is een gevaarlijke droom.’

Misleidend

Het probleem met alle duurzaamheidsclaims is dat het Olympisch Comité van Beijing niet transparant is, en slechts snippers informatie geeft. In sommige gevallen is die informatie misleidend. Chinese wetenschappers onthulden in 2015 dat de skipiste van Yanqing niet vlak náást een natuurreservaat zou komen, zoals het Olympisch Comité beweerde, maar pal erin. De berichten werden gecensureerd, en de grenzen van het natuurreservaat verlegd.

In het Pre-Games Duurzaamheidsrapport wordt die voorgeschiedenis weggelaten, maar wordt trots gemeld hoe 11.027 zeldzame planten en 24.272 bomen naar een nieuwe natuurzone zijn verplaatst, met een succesratio van 90,7 procent. ‘Dat heeft niets van doen met ecologische diversiteit’, zegt De Jong. ‘Die nieuwe zone heeft een heel andere topologie. Je kunt niet tegen die dieren zeggen: ga nu maar een beetje naar rechts, dat is jullie nieuwe zone.’

De vraag is, in tijden van klimaatopwarming, waar de Winterspelen wel nog duurzaam kunnen plaatsvinden. In Pyeongchang (2018) werd 90 procent kunstsneeuw gebruikt, in Sotsji (2014) lieten de Spelen een spoor van ecologische vernieling na. In Vancouver (2010) smolt de sneeuw vlak voor de Spelen en werd in allerijl verse sneeuw per helikopter aangevlogen en per truck aangevoerd. De Jong: ‘De organisatoren willen prestige voor hun stad, ze willen een mooie witte achtergrond.’

Zelfs in de Alpen, waar nog makkelijk een metertje natuursneeuw valt, wordt tweederde van de skipistes bedreigd door klimaatopwarming. Bovendien keert de bevolking zich daar tegen de organisatie van Winterspelen. Ze maken zich zorgen om het kostenplaatje, om verkeersopstoppingen en om het milieu. Daardoor komen de Spelen steeds vaker terecht in landen waar nationale ambities voorgaan op bezwaren van de lokale bevolking, en milieuorganisaties weinig invloed hebben.

‘Er zijn geen oplossingen’, denkt De Jong. ‘Je zou heel ver naar het noorden kunnen gaan, waar er veel sneeuw is, maar dan moeten alle atleten heel ver reizen. De enige stelregel is: hoe minder van dit soort evenementen je organiseert, hoe beter voor het milieu.’