Terug naar de krant

Waarom dictators zo dol zijn op verkiezingen

Leeslijst achtergrond

Nepverkiezingen Verkiezingen worden bijna overal gehouden, maar dat betekent niet dat de democratie terrein wint. Voor autoritaire regimes bieden ze geloofwaardigheid en toegang tot financiële hulp.

Leeslijst

Dertig jaar geleden, na de Koude Oorlog, keken grote delen van de wereld nog voor inspiratie naar het Westen, met een schuin oog op zijn benijdenswaardige welvaart. Maar inmiddels kalft volgens de gezaghebbende organisatie Freedom House het aantal democratisch bestuurde landen in de wereld al voor het vijftiende achtereenvolgende jaar af.

Lees ook VS dragen democratie uit, maar zitten er wankel bij
Een demonstratie tegen discriminerende maatregelen bij de verkiezingen in de buurt van  het Witte Huis in Washington, in november dit jaar.

Niet dat er minder verkiezingen worden gehouden. Integendeel, er zijn nog maar weinig landen over waar nooit gestemd wordt. Ook autoritaire regimes hebben de smaak hiervan te pakken gekregen, al plooien zij het doorgaans zo dat ze er zeker van zijn dat ze winnen. „Zo hopen ze meer legitimiteit voor hun bewind te krijgen”, zegt Daniel Calingaert, die voor Freedom House onderzoek deed naar democratie en nu bij Bard College in New York werkt. „Alle semi-autoritaire staten houden tegenwoordig verkiezingen en zelfs veel niet-vrije staten doen dat.”

Van Rusland, Noord-Korea en Iran tot grote aantallen landen elders in Azië, het Midden-Oosten en Afrika, overal worden verkiezingen of iets wat daar althans op lijkt gehouden. Vaak hebben de leiders er al de media in handen, zo nodig zetten ze oppositiepolitici gevangen en met wat intimidatie van de kiezers weten ze de ‘juiste’ uitslag doorgaans wel te behalen. In een land als Zimbabwe wordt er in zulke gevallen op gezinspeeld dat huizen in brand gestoken zullen worden, als mensen niet op de leider of diens partij stemmen. Het ‘schudden van de lucifersdoosjes’ wordt deze techniek wel genoemd. Die werkt omdat velen nog de schrik in de benen hebben van eerdere verwoestende politiek georiënteerde brandstichtingen. En desnoods vervalsen ze de uitslagen.

„Voor autoritaire leiders kunnen verkiezingen een middel zijn om hun regimes stabieler te maken”, zegt de Britse politicoloog Nic Cheeseman, hoogleraar aan de universiteit van Birmingham en co-auteur van het boek ‘How to rig an election’. „Als je het een beetje handig speelt, kun je er de oppositie in je land mee verdelen.” Een klassiek voorbeeld is de Keniaanse president Moi die in de jaren 90 de verenigde oppositie met een doelbewuste strategie wist te splijten.

Autoritaire regimes zijn ook tuk op verkiezingen omdat het hun internationale geloofwaardigheid verhoogt. Ze komen dan makkelijker in aanmerking voor financiële hulp. „In landen als Ethiopië en Rwanda worden verkiezingen telkens weer op grote schaal gemanipuleerd”, zegt Cheeseman, gespecialiseerd in Afrika. „De Rwandese president Kagame wint steeds met belachelijke meerderheden. Toch wordt hij internationaal lang niet zo buitengesloten als bij voorbeeld Eritrea, dat geen verkiezingen houdt.”

Nepverkiezingen

Door regimes als dat van Kagame niet harder aan te vallen over zulke nepverkiezingen ondergraaft het Westen volgens Cheeseman zijn eigen geloofwaardigheid en die van de democratie die ze propageren. „Als je wel actief de oppositie steunt in Venezuela omdat de verkiezingen niet eerlijk zijn verlopen, maar niet in Rwanda of in Oeganda, waar de autocratische president Museveni zich heeft ontwikkeld tot een nuttige bondgenoot van het Westen tegen het terrorisme, merken mensen dat je met twee maten meet en dat weten landen als Rusland en China heel goed uit te buiten. Die inconsistentie is heel schadelijk.”

Lees ook ‘Veel autoritaire staten zijn intern juist zwak’
Tijdens een top van de G20 in Japan in 2018 ontmoeten Xi Jiinping (China), Jair Bolsonaro (Brazilië), Narendra Modi (India) en Cyril Ramaphosa (Zuid-Afrika) elkaar voor onderling overleg.

Het Westen heeft in sommige gevallen ook krediet voor de democratie verspeeld door verkiezingen door te drukken in landen die daar niet rijp voor waren. „Als je het te haastig doet, zoals in Afghanistan en Somalië, kunnen verkiezingen meer problemen creëren dan je ermee oplost”, stelt Cheeseman. Iets dergelijks dreigt nu in Libië, waar voor 24 december presidentsverkiezingen op de rol staan. De partijen zijn het nog niet eens over de kieswet en het wemelt nog van de gewapende milities in het land die hebben duidelijk gemaakt dat ze alleen een zege van hun eigen kandidaat zullen aanvaarden. Nieuwe gevechten lijken daarom waarschijnlijk.

Ook Calingaert beseft dat verkiezingen contraproductief kunnen uitpakken, als verliezers de uitslag niet erkennen. Tegelijk wijst hij erop dat verkiezingen toch vaak het minste kwaad zijn. „De vraag blijft: hoe moet je anders leiders kiezen?” Bij verkiezingen krijgen meer mensen kans hun voorkeur te geven. „In Afghanistan zou dat zonder verkiezingen zijn gedaan door een raad van stamoudsten, nu kregen ook vrouwen en jongeren de kans te stemmen.”

Verrassingen nooit uitgesloten

Verrassingen zijn bij verkiezingen bovendien nooit uitgesloten, zegt Calingaert. In het steeds meer autoritair bestuurde Sri Lanka verloor toenmalig president Rajapaksa in 2015 verrassend van zijn rivaal en in Zambia versloeg deze zomer nog oppositiekandidaat Hakainde Hichilema tot ieders verbazing de zittende autocraat Edgar Lungu. In Liberia en Sierra Leone kwam na verkiezingen die volgden op een lange burgeroorlog een begin van democratisering op gang.

Een nieuwe, vanuit westers perspectief zorgwekkende trend is dat na verkiezingen die op zichzelf de toets der kritiek kunnen doorstaan, regeringen de bakens beginnen te verzetten, zoals in Hongarije, Polen, India en Brazilië gebeurt. Ze breiden de bevoegdheden van de regering uit, tasten de onafhankelijke rechtspraak aan en beperken de persvrijheid. „De democratie erodeert dan van binnenuit”, zegt Calingaert.

Desondanks menen Calingaert en Cheeseman dat de toekomst meer aan democratieën is. Volgens Cheeseman blijkt dat democratische landen zich op termijn beter ontwikkelen dan autoritaire bestuurde landen. „Een land als China probeert natuurlijk zijn economische kracht overzee te projecteren”, zegt Calingaert, „maar het heeft geen model dat het kan exporteren, er zit geen ideologie achter die anderen kan inspireren. Het is alleen maar een land dat door machtige mensen wordt bestuurd.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 9 december 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in