Terug naar de krant

De wreedste mannelijke regimes zijn bang voor vrouwen die studeren

Leeslijst opinie

Lezing De Italiaanse schrijfster hield donderdagavond op het ILFU in Utrecht de Belle van Zuylen-lezing. Ze bracht een vurig pleidooi voor goed onderwijs voor vrouwen als belangrijke emancipatiefactor. „De wreedste mannelijke regimes zijn bang voor vrouwen die studeren.”

Leeslijst

Staat u mij toe meteen te zeggen dat ik met al dan niet literaire prijzen een ingewikkelde relatie heb. Ik wil ze graag winnen en tegelijkertijd vind ik het eng ze te krijgen. Dat is altijd zo geweest, op school en op verschillende momenten in mijn volwassen leven, tot op de dag van vandaag, tot aan deze prijs die me – dat wil ik meteen benadrukken – vervult met trots omdat hij de naam draagt van een zeer talentvol schrijfster.

Zeggen dat je trots bent, dat je blij bent, is makkelijk. Er is geen enkel instituut dat je bekwaamt tot het schrijven van literatuur, zoals wel gebeurt bij, ik noem maar wat, geneeskunde, onderwijs, techniek. Zelfs een cursus creatief schrijven kan je niet bekwamen tot de vertelkunst. Jij besluit zelf, in eenzaamheid, om een groot deel van je vrije tijd, of zelfs je leven, te wijden aan schrijven. Schrijven is jouw waagstuk, jouw inspiratie, jouw schaamteloze daad van hoogmoed. Je moet – voor de duidelijkheid – onbeschaamd genoeg zijn om aan te nemen dat je over de benodigde kwaliteiten beschikt om een betekenisvolle literaire vorm te geven aan je eigen individuele ervaring van de wereld, aan jouw manier om die te verbeelden. Je springt in het diepe en wacht angstig af. Publiek, critici en prijzen kunnen je met beleefde of met grove woorden zeggen dat je het te hoog in je bol hebt gekregen. Of ze kunnen jouw aanname veranderen in een gegronde, wellicht twijfelachtige, maar niettemin gegronde ambitie. In het eerste geval heb je verdriet, in het tweede ben je blij. Op dit moment is, dankzij uw prijs, mijn ik die schrijft en vaker nog maar wat neerkladt enthousiast – dat verzeker ik u –, ze voelt zich trots dat ze, in dertig jaar tijd, duizenden bladzijden heeft geschreven, ze is kortom gelukkig.

Laten we eens terugkeren naar de tijd van Belle van Zuylen, de naamgever van deze lezing, laten we haar eens, enigszins willekeurig naar ons toe trekken. Ze beleeft vol verrukking en afschuw de tijden van de prachtige en verschrikkelijke Franse Revolutie. Over een aantal zaken is ze sceptisch, over andere heeft ze geen twijfels. Ze verafschuwt geweld, maar ze erkent het ook in de onderdrukking en vernedering van de zwaksten. Ze trekt zich op haar manier niets aan van de eeuwige liefde, van de familie, van de zogenaamde dwingende stem van het bloed. En ze heeft veel aandacht voor de onderwerping van vrouwen, voor hoe ze worden verdrukt door de privileges van mannen. Ze onthult juist op ironische wijze de substantiële ongegrondheid van die privileges, ze twijfelt aan de natuurlijke superioriteit van mannen ten opzichte van vrouwen, ze lijkt zelfs onzeker over de bestendigheid van mannelijke en vrouwelijke karaktereigenschappen. Af en toe lijkt ze ervan overtuigd dat als we alles goed beschouwen, het gewoon een kwestie van opvoeding en onderwijs blijkt te zijn.

Haar scepticisme slaat zo’n beetje overal barsten in en toont een mogelijke nieuwe wereld. Wij zijn erfgenamen van haar en van vrouwen zoals zij. Die barsten hebben wij, stukje bij beetje, met wisselend succes, van generatie op generatie, groter gemaakt en de kaarten zijn uitvoerig opnieuw geschud. Het wondermiddel was inderdaad opvoeding, was inderdaad onderwijs. We hebben er gebruik van gemaakt als van een doorslaggevend hulpmiddel en algemeen onderwijs heeft dan ook veel dingen aangetoond die Belle, in haar Drie vrouwen, had opgeworpen als mogelijke experimenten: als je een boerenzoon grootbrengt als heer, dan zullen de gelijkenissen prevaleren boven de verschillen; hetzelfde gebeurt als je de zoon van een heer grootbrengt als boer. En wat zal er gebeuren als je een meisje als jongen opvoedt en een jongen als meisje? Zullen de geslachten harnassen of kooien zijn, of zullen ze veel veranderlijker zijn dan ze op eerste gezicht zouden lijken?

Ja, zeker, vandaag de dag is alles duidelijker dan tweehonderd jaar geleden. Opvoeding en onderwijs maken vooroordelen en ongefundeerde overtuigingen zwakker. Maar bovenal halen ze hoog en laag overhoop en ondermijnen ze oude hiërarchieën en de machtsverhoudingen waarop die zijn gebaseerd. Denk eens aan hoeveel wij vrouwen de laatste honderd jaar aan school hebben gehad. Wij, dames en heren, waren verspilde intelligentie, een van de ergste verkwistingen van rijkdom die er op deze planeet zijn geweest. We werden aan de zijlijn gehouden van alles wat ertoe doet. We waren volledig ondergeschikt aan de mannenwereld, we moesten gehoorzame dochters, echtgenotes, moeders, minnaressen zijn, en meer niet. Als we werkten, vielen ons alleen zorgberoepen ten deel of we eindigden al ploeterend voor een paar centen op een veld, in een fabriek, in een bordeel. In al die gevallen stonden we mannen en hun behoeften ten dienste. Maar bovenal waren we onschuldig veroordeeld tot onwetendheid. Als we geluk hadden, konden we onze intelligentie, onze inspiratie, ons talent gebruiken door mannen heimelijk te bespelen, maar wel altijd in de schaduw van hun handel en wandel en zonder hun waarden te buiten te gaan.

Dat betekende vrouw zijn. Dat betekent helaas ook vandaag de dag nog vrouw zijn, als u bedenkt dat velen van ons, in alle delen van deze wereld, zowel in het Oosten als in Westen, nog altijd van onderwijs verstoken zijn. Onszelf onderwijzen, waar en wanneer dat mogelijk was, heeft ons veranderd, verandert ons nog steeds. We moeten scholen, zelfs de slechtste, zelfs de stomste, altijd blijven loven, ze hebben ons geholpen. Dankzij scholen – daar waar dat mogelijk was, ten koste van grote opofferingen, in een wereld die nog altijd is gemaakt naar beeld en gelijkenis van de man – bekleden we vaak belangrijke posities in elke sector. Niet voor niets zijn de wreedste mannelijke regimes bang voor vrouwen die studeren. Niet voor niets zijn er overal in de wereld – echt overal – machten die van plan zijn om ons weer in onze huiselijke kooien op te sluiten, om ons te beroven van onze rechten, die nog steeds het meeste gevaar lopen van allemaal om te worden ingetrokken. Een opgeleide vrouw wordt gevreesd. Een opgeleide vrouw beschouwt de mannelijke hiërarchieën niet meer als natuurlijk, of ingegeven door een god. Een opgeleide vrouw maakt de gepretendeerde superioriteit van mannen belachelijk. Een opgeleide vrouw bewijst dag na dag dat het mogelijk is om de wijde wereld die de mannen zich hebben toegekend binnen te dringen en hetzelfde te doen als zij en vaak nog beter ook. Daarom is Afghanistan, Kabul, voor elke vrouw op deze planeet, verleden, heden en een altijd mogelijke toekomst.

Er is inderdaad nog veel te doen, ook daar waar vrouwen inmiddels hun rechten en hun waardigheid weten te verdedigen. Sinds de tijd van Belle tot op de dag van vandaag hebben we alle scenario’s veranderd, en toch zitten we nog altijd muurvast in een taalgebruik dat ons maar deels uitdrukt, we zitten nog altijd muurvast in de regels van de mannen, in hun dagelijkse onderdrukkingen. Hier wil ik het onderwerp seks aanstippen door iets van mijn eigen ervaring te delen van toen ik een meisje was.

We wisten nooit hoe we ons moesten gedragen, hoe we moesten zijn. In het Italiaans, om maar een voorbeeld te noemen, is de uitdrukking “uitdagende vrouw” nog altijd heel gangbaar. Ik heb deze twee woorden voortdurend horen gebruiken, door mijn vrienden, door mijn familieleden, door mijn eigen vriendinnen, door mijn moeder. Maar wat was dat nu eigenlijk, een uitdagende vrouw? Dat was een vrouw die inging tegen de opvoeding die wij meisjes vanaf de late kindertijd kregen van onze moeders om te voorkomen dat vooral onze vaders en broers en opa’s en vriendjes zich opgelaten voelden en gewelddadig zouden reageren. Een uitdagende vrouw was uitdagend omdat ze een houding aannam die het mannelijk verlangen opwekte. Als je uitdagend was, stemde je ook impliciet in en zelfs als uit de feiten bleek dat dat niet zo was, werd daarmee een verkrachting gerechtvaardigd, zo niet gelegitimeerd.

In mijn jonge jaren voelde ik dat mijn lichaam, door verlangen op te wekken, aanzette tot zowel verbaal als fysiek geweld. En ik heb heel goed mijn best gedaan om niet uitdagend te zijn, hoewel ik het soms wel wilde zijn. De eerste die me bewaakte en bestrafte was mijn vader. En niet omdat hij uitermate repressief was, maar vooral vanwege de bezorgdheid die hij uitwasemde als ik me niet aan de regels hield, een bezorgdheid waar ik erg gespannen van werd en waar ik onder leed. Hij was op zijn hoede voor hoe mijn moeder, ik, mijn zus ons gedroegen. Ik ben een man, zei hij, en ik weet wat voor zwijnen mannen zijn, dus pas op, gedraag je zoals het hoort. Ik was bang dat als ik niet in staat zou zijn om mannen níet uit te dagen met enkel mijn bestaan, hij niet alleen iemand die mij met woorden en blikken onteerde zou vermoorden, maar erger nog, zelf vermoord zou worden.

Ziet u? Het mannelijk verlangen staat hoog, wij laag. Het schrijft voor hoe je het moet aanwakkeren en hoe niet. Zelfs nu het vandaag de dag lijkt dat het vrouwelijk lichaam definitief bevrijd is, staan de zaken er helemaal niet goed voor. Denk maar aan films, denk maar aan televisieprogramma’s en series, denk maar aan reclame, denk maar aan porno. Ja, denk ook maar aan romans. De vertegenwoordiging van het vrouwelijk verlangen staat nog steeds het mannelijk verlangen ten dienste, vaak zelfs wanneer films of boeken door vrouwen worden gemaakt. In seksscènes worden het vrouwelijk initiatief en het vrouwelijk genot zo uitgedacht dat ze de voyeuristische behoeften van mannen dienen. Ons worden gedragspatronen ingefluisterd die we vervolgens braaf toepassen in het echte leven, soms zelfs overtuigd dat we eindelijk vrije en ongehoorzame vrouwen zijn. Zelden worden vrouwelijk ongemak, teleurstelling, verdriet in beeld gebracht. En we horen ook nauwelijks iets over de drang van mannen om ons seksueel op te voeden of her- op te voeden, zodra we ons ongevoelig of echt weerspannig tonen, dat wil zeggen, zodra we ons niet houden aan het model van plezier en genot dat zij in gedachten hebben.

Als Belle zou ontwaken in onze wereld, zou ze ongetwijfeld veel kritischer zijn dan toen ten opzichte van onze bloeiende industrie van grootsheid. Ze zou de spot drijven met de enorme hoeveelheid monumenten die naar de maatstaven van televisie en social media worden opgericht. En ze zou het – zo stel ik me voor – eens zijn met de keuze van wie mij deze prijs heeft toegekend en ermee instemt dat ik alleen met mijn nederige schrijven bij deze plechtigheid aanwezig ben. Voor ik afscheid neem, wil ik opnieuw mijn dankbaarheid uiten omdat u hebt besloten een kluwen geschreven woorden een prijs te geven en niet hebt verlangd – niet eens hebt laten doorschemeren – dat, voor de gelegenheid, mijn hele persoon, gelukkig en bang, aanwezig moest zijn. Dat was heel genereus. Overigens zijn de cohesie en coherentie en algehele beminnelijkheid van die persoon – dat verzeker ik u – een stuk minder groot dan die van de boeken die ze, in haar rol van schrijfster, heeft geschreven en gepubliceerd.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 24 september 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in