Direct naar artikelinhoud
De koning versus de toeslagenouders
Column

De koning versus de toeslagenouders

Ik zag twee dingen op televisie die zoveel met elkaar te maken hadden dat ze eigenlijk door elkaar heen gemonteerd hadden moeten worden. Het eerste was de documentaire Alleen tegen de staat, waarin vijf vrouwen vertellen hoe de toeslagenaffaire ingreep in hun leven. Het tweede was de Troonrede, uitgesproken namens een demissionaire regering die ten val kwam vanwege die af­faire. Ik laat hieronder beurtelings wat passages volgen, het zal niet nodig zijn te vermelden waaruit ze afkomstig zijn.

“Toch is het heel verklaarbaar dat velen onze eigen tijd ervaren als een periode van grote en onvermijdelijke veranderingen. Het is logisch dat mensen zich afvragen: Wat betekenen al deze ontwikkelingen voor mij persoonlijk? Voor mijn toekomst en die van mijn kinderen?”

“Je begint aan jezelf te twijfelen. Het bedrag blijft in je hoofd malen, je eet niet meer, je slaapt slecht. Op het werk ga je anders functioneren. Op een gegeven moment ga je heel anders naar de wereld kijken. Mijn hoofd was gewoon te zwaar voor mijn lichaam. Het klopte niet. En niemand begreep me. Ik voelde me heel dom en onzeker. Iedereen zei: Hoe heb je zo’n fout gemaakt?”

“Bij al deze terechte zorgen past tegelijkertijd de nuchtere vaststelling dat Nederland een goed land is en blijft om in te leven. Een land dat zich macro-economisch met de beste kan meten. Als we de toekomst gezamenlijk tegemoet blijven treden, kunnen we veel aan.”

“Eigenlijk is alles vernedering ­geweest in de afgelopen tien jaar. Incassobureaus die bij je voor de deur staan. De vernedering dat een buurman of buurvrouw dat ziet. De vernedering dat gas en water afgesloten moeten worden. De vernedering dat ze je op zwarte lijsten willen zetten voor een normale verzekering. De vernedering bij de psycholoog. De vernedering dat de baas je naar ­binnen roept om het eerstvolgende loonbeslag weer met je te bespreken. Alles is een vernedering.”

“De rechtsstaat is het fundament onder de vrije en democratische ­samenleving, die al zo lang kenmerkend is voor ons land.”

“Ik weet nog dat mijn zoon zei: ‘Ik heb Allah gevraagd om de belasting dood te maken’. Hij dacht dat het een mens was die mij pijn deed. Het was een overheidsinstelling, dat wist hij nog niet.”

“In de toeslagenaffaire heeft de overheid mensen letterlijk en figuurlijk onrecht gedaan. Fouten moeten worden hersteld en wie recht heeft op compensatie moet die zo snel mogelijk krijgen. Dat blijft voor de regering absolute ­prioriteit.”

“We moeten alles allemaal zelf uitzoeken. Ik moest zelf naar een ­advocaat gaan om alles te regelen. Er is niemand, maar dan ook niemand die ons eigenlijk helpt.”

“Leden van de Staten-Generaal, u mag zich in uw belangrijke werk ­gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.”

“Ik hoop echt dat ze allemaal de tering krijgen en allemaal dood­vallen. Ik heb nooit mensen gehaat, maar ik sta op het punt dat ik alles en iedereen haat. Ik heb een tijd gehad dat ik dacht: ik vergeef iedereen, ik geef het over aan God, dan is het weg bij mij. Maar niks is weg bij mij. Ik ben zo verbitterd, het zit in me. En dat maakt me ziek.”

Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.