Direct naar artikelinhoud
Hoe mijn Syrische vriend zichzelf verloor en hervond
LongreadOp drift

Hoe mijn Syrische vriend zichzelf verloor en hervond

Beeld Ming Ong

Correspondent Kim Deen leert Kaiser, een Syrische vluchteling, kennen in Istanbul. Ze raken bevriend. De wereld ligt dan nog voor hem open, net als voor andere Syrische vluchtelingen. Als het Kaiser niet lukt om zijn familie in Europa achterna te reizen, gooit hij het roer om en vertrekt naar Brazilië. In de feestwereld van São Paulo voelt hij zich thuis, tot hij op een dag verdwijnt.

Ooit schreven vrienden die door oceanen gescheiden waren elkaar brieven. Ook tussen Kaiser en mij lag een oceaan en daarbij een Syrisch paspoort. Wij stuurden elkaar brieven in de vorm van spraakberichten op WhatsApp, waarin we elkaar meenamen in onze gescheiden werelden. Het leven van Kaiser was voor mij een fantasiewereld geworden, gecreëerd uit de geluiden van Brazilië.

Als ik in de stromende regen op station Naarden-Bussum stond, opende ik een bericht en luisterde naar het zweten en zwoegen van São Paolo, de stad van 13 miljoen zielen. Soms klonk het alsof de stad lui in de zon was gaan liggen, als een spinnende kat, ongestoord door de blaffende straathonden in de verte. Meestal stuurde Kaiser een bericht als hij net wakker was. In zijn stem hoorde ik dan de rokerige avonturen van de nacht ervoor.

Zijn spraakberichten, vaak een uur lang, zaten vol verhalen. Over zijn rebellerende oudere huisgenote, die weigerde op te groeien. Of over de tabaksverkoopster, die hem toevertrouwde hoe haar zware leven lichter werd na het drinken van de magische plant ayahuasca. Hij beschreef het naakte vlees van carnaval en de verlopen make-up op mannengezichten. “Het is misschien wat vroeg om te zeggen”, vertelde hij me in zijn glorieuze eerste dagen daar, “maar voor het eerst heb ik het gevoel dat ik ergens thuis kan horen”.

Met dat vertrouwen dook hij Brazilië in. Hoe langer hij weg was uit Istanbul, de plek waar wij vier jaar geleden afscheid van elkaar namen, hoe onduidelijker mijn beeld van zijn leven werd. In de spraakberichten kreeg ik mee hoe hij van avontuur naar avontuur viel, zijn thuis steeds ergens anders. Pas gemaakte vrienden verloor hij al snel weer uit het oog. Soms hoorde ik weken niet meer van hem, tot hij weer opdook in een spraakbericht.

Op blote voeten door de buurt

Als de wereld een jaar geleden stil komt te liggen door het coronavirus, krijg ik een ongerust bericht van een vriendin uit Istanbul. “Heb jij Kaiser in de laatste dagen gesproken?”, vraagt ze. “Mijn berichten komen al een tijd niet meer aan op zijn telefoon.” Ook ik begin mij zorgen te maken als blijkt dat al zijn vrienden hem lang niet hebben gesproken. In mijn telefoon zie ik dat hij weken niet op WhatsApp is geweest. Voor het laatst gezien op 3 april, tien over elf in de ochtend.

Met de hele vriendengroep struinen we sociale media af, op zoek naar sporen. Die zijn niet makkelijk te achterhalen. Veel van de vrienden die wij op zijn Facebook-profiel vinden, zijn hem alweer uit het oog verloren. Het lukt ons een aantal aanwijzingen te vinden, maar die voorspellen niet veel goeds. “Hij was heel anders, agressief. Hij wilde de hallucinerende paddenstoelen die ik voor hem verstopt had”, appt zijn laatste huisgenoot Andrea. Begin april heeft ze hem het huis uitgezet. “Ik maak me grote zorgen om hem. Het spijt me.”

Klassieke muziek, op maximaal volume

We vinden een aantal buren, die ons vertellen dat hij op blote voeten door de buurt liep, schreeuwend en spugend naar voorbijgangers. Na een aantal dagen verdween hij, maar ze hebben geen idee waarheen. Een scenario speelt door mijn hoofd, waarin hij in gevecht is gekomen met bespuugde voorbijgangers. Meteen denk ik aan het verhaal dat hij mij ooit vertelde in Istanbul, terwijl grote meeuwen over ons vlogen langs de Bosporus. “Als de kinderen in de buurt je nog een keer lastigvallen”, adviseerde zijn moeder hem ooit thuis in het Syrische Daraa, “dan schop je ze gewoon tussen hun benen”.

Maar een agressieve jongen is Kaiser, die vooral met zijn ogen rolde als hij werd uitgedaagd tijdens een uitgaansavond, nooit geworden. Even ben ik bang dat Brazilië mijn vriend heeft veranderd, maar dan sturen de buren een bericht waarin ik Kaiser weer herken. Hij terroriseerde de buurt met luide muziek, die buurtgenoten hoofdschuddend hun open deuren en ramen deed sluiten. Maar het was niet zomaar harde muziek. Op maximaal volume draaide hij prachtige klassieke muziek.

Het doet me voor het eerst weer grinniken achter mijn beeldscherm. Even ben ik weer in de smalle steeg die naar zijn appartement in Istanbul leidde. Lopend langs vluchtige graffiti en drogend wasgoed, werd ik in die kleine straat al begroet door de klassieke muziek die uit Kaisers balkondeuren zweefde. Bij hem thuis groef hij in zijn virtuele muziekcollectie, terwijl hij een nacht lang kon vertellen over zijn pas ontdekte fascinaties. De betekenis van een Turks woord, een intrigerende filmtechniek die hij als filmmaker in spe wilde uitproberen, of een nieuwe liefde – die altijd leek op de Bijbelse Lilith, de vrijgevochten vrouw die hij als een heldin bewonderde.

Hij begon aan een complexe monoloog

Zeven jaar geleden ontmoetten we elkaar op precies zo’n avond. Ik was net in Istanbul aangekomen, voor een studieproject over de Syrische oorlog, die over de grenzen van Turkije spoelde. “Je zou eens met mijn vriend Kaiser moeten praten”, zei de begeleidster van de cursus. “Hij kan goed vertellen.” De volgende dag stak ik in een oude ferry de Bosporus over naar de Anatolische kant van de stad. In zijn kamer zonder ramen, verlicht door tl-buizen, zette Kaiser koffie voor ons. Daarna begon hij aan een complexe monoloog over de talloze strijdende partijen in zijn thuisland. Druk gebarend met zijn lange, dunne vingers, rookte hij sigaret na sigaret, tot de kamer blauw stond van de rook en zijn verhalen op waren.

Voordat ik weer terug de straat opging, gaf hij me een boek mee, Late Night Thoughts on Listening to Mahler’s Ninth Symphony. Hij had het op een markt gevonden, maar het was zelfs hem, een onconventionele denker, te wazig. “Misschien snap jij het en dan kan ik de volgende keer naar jou luisteren”, zei hij, voordat ik weer terug de nacht in ging. Deinend op het woeste winterwater onderweg naar huis, las ik wat hij in hanenpoten op de eerste pagina had geschreven: “Aan een zoeker naar waarheid”.

Die zin bleek profetisch. Hoewel ik een jaar later als student naar Istanbul terugkeerde, stopte ik al snel met mijn studie om daar als journalist te werken. Ik was benieuwd naar de snelle veranderingen die het land doormaakte. Want Istanbul, de stad die in het verleden lijkt te zijn blijven hangen, was opeens het toneel van grote wereldgebeurtenissen: de vluchtelingencrisis, de autoritaire koers van president Erdogan en de dreiging van de snel opkomende terreurgroep Islamitische Staat.

Beeld Ming Ong

Er was zoveel meer in hem te ontdekken dan het Syrisch conflict

Al snel streken de meest doorgewinterde oorlogsjournalisten neer in de stad. In slecht verlichte cafés aan lange, drukbezette tafels, luisterde ik diep onder de indruk naar hun verhalen, die sterker waren dan de enorme hoeveelheden Turkse raki die ze dronken. Ze waren gegijzeld geweest in Syrië, hadden collega’s verloren door bermbommen in Irak en reden vermomd in traditionele kleding door onveilige gebieden in Afghanistan, hopend dat zij die dag niet zelf het nieuws zouden worden.

Maar Kaiser werd niet betoverd. Hij wilde met mij mee tijdens een boottocht over de Bosporus met de buitenlandse journalistenbubbel, maar sprak dan urenlang in een hoekje met de paar verloren zielen die er niet echt bij hoorden. Diplomaten, ngo-medewerkers en correspondenten konden volgens hem over niets anders praten dan werk. “Ik ga niet meer in gesprek met mensen die het met mij alleen maar over Syrië willen hebben”, zei Kaiser gefrustreerd. En Kaiser had gelijk natuurlijk. Er was zoveel meer in hem te ontdekken dan het Syrisch conflict.

Hij was een van de vele jonge Syriërs die ik in die tijd ontmoette die, eenmaal hun land uit, op zoek waren naar het grote ‘wat nu?’. De bevriende kunstenaars Imad en Ali probeerden weer een portfolio op te bouwen in de vervallen werkplaats met een eenzaam uitzicht over de lege daken van de stad. Ali had zijn kunstwerken achter moeten laten in een boerderij in Syrië, niet wetend of zijn levenswerk nog intact was. Of Asmaa, die zich ontworstelde van haar verlegenheid en hoofddoek in Istanbul, om als journalist een stem te geven aan haar Syrië.

Zijn stem klonk duidelijk boven het nachtelijke geroezemoes

Kaiser schoof de wat-nu-vraag lang opzij. In de manier waarop hij nonchalant door de straten liep, was te zien dat hij Istanbul om zijn vingers had gedraaid. Gekleed in zijn leren zwarte jasje liep hij met een ondeugende glimlacht de nacht in. Op weg naar de vrijzinnige bar Gizli Bahçe, liep hij voorop, druk gebarend in gesprek. Zijn stem klonk duidelijk boven het nachtelijke geroezemoes rondom de centrale Istiklal-straat, tot je hem plotseling niet meer hoorde. Dan was hij weer kwijt, meegevoerd door de nacht.

Maar hoe avontuurlijk Istanbul ook kon zijn, de stad van het verleden was geen plek voor de toekomst. Kaiser en ik hadden elkaar ontmoet in het jaar na de Gezi-protesten (2013), de opstand tegen de autoritaire koers van Erdogan, die de oppositie in Turkije dichter bij elkaar had gebracht. In die euforische dagen ontmoetten jongeren met verschillende politieke, religieuze en seksuele oriëntaties elkaar, terwijl ze samen in de huizen van vreemden voor het traangas schuilden. Maar in de jaren die volgden, werden de docenten van mijn universiteit gearresteerd. Zag ik honderden gepantserde politiebusjes optrekken tegen dappere groepjes homoactivisten. Vertrokken onze Turkse vrienden een voor een naar Europa, op zoek naar vrijheid.

Niet alleen verwelkomd, maar echt omarmd

En op een zomeravond in 2016 valt de hele stad tegelijkertijd stil. Kaiser en ik drinken een biertje op straat en zien in de barbierszaak tegenover ons alle klanten tegelijkertijd opstaan, met het scheerschuim nog op hun gezicht. Ze kijken naar een televisiescherm, waarop te zien is hoe tanks de grote bruggen over de Bosporus blokkeren. Even later vliegen straaljagers over ons en rennen we door de straten. Met notitieblok in de aanslag besluit ik buiten te blijven om als journalist deze couppoging te verslaan. Omdat hij mij niet alleen op straat wil laten, blijft Kaiser bij mij, maar in zijn gezicht zie ik opeens de ernst van de situatie. Ook in Turkije is de oorlog nooit ver weg.

Niet lang na die avond sta ik met een gefrustreerde Kaiser voor de Duitse ambassade. Het is vroeg in de ochtend, niet zijn beste tijd van de dag, en de zon schijnt fel in onze ogen. Voor de ambassade duwen en trekken we ons door de menigte Syrische vluchtelingen. Het ruikt naar zweet en verkeer. Kaiser heeft het gehad met Turkije en wil naar Duitsland. Daar wonen zijn ouders en drie zussen, die hij al lang niet heeft gezien. In Berlijn wil hij naar de filmschool. Hij heeft genoeg geld verzameld en volgt lessen Duits. Maar weer wordt hij afgewezen.

“Weet je, fuck Duitsland als ze mij niet willen”, besluit Kaiser op een dag. “Ik ga naar Brazilië.”

En zo geschiedt. Van de een op andere dag zit hij in São Paolo en sturen we elkaar spraakberichten. “De stad is zo divers, Kim. Het maakt hier niet uit waar ik vandaan kom. Op een dag kom je langs en zul je het zien”, hoor ik hem met opwinding in zijn stem vertellen. “Ik ben hier niet alleen verwelkomd, maar echt omarmd. In Istanbul was ik de Syriër en zorgt de geopolitieke situatie ervoor dat Turkse mensen vooroordelen over Syriërs hebben. En als ik naar Europa was gegaan, dan was ik de asielzoeker. Maar hier ben ik daar van verlost. Hier ontmoeten mensen me en zien ze alleen mij.”

Niet alleen verwelkomd, maar echt omarmd

Niets meer van hem gehoord

In de weken na zijn verdwijning vinden we langzaam zijn voetsporen. Nadat hij in São Paolo het huis van Andrea uit is gezet, is hij ook twee hostels uitgegooid, waarbij hij zijn telefoon, kleding en paspoort is verloren. Vervolgens ging hij naar zijn vriendin Stela om geld te lenen. “Hij zag er niet goed uit”, appt ze. “Ik zag een paar verwondingen op zijn lichaam. Ik gaf hem geld omdat hij naar Florianópolis wilde reizen. Hij zou mij laten weten wanneer hij daar aan was gekomen, maar ik heb niets meer van hem gehoord.”

Ik kan me herinneren hoe hij ooit over Florianópolis vertelde. Een schiereiland waar hij eerder woonde, dat ook wel Ilha da Magia wordt genoemd: het eiland van de magie. Daar aan de zee voelde hij zich op zijn gemak. Zo’n plek waar je naartoe zou vluchten als er een einde aan de wereld komt. En inderdaad vinden we in Florianópolis zijn sporen. Hij wordt dagelijks op het strand gezien, in dezelfde kleding en met een slepende voet. Het lijkt erop dat die gewond is. De vriendelijke verkoopster van een ijssalon in de stad geeft hem iedere ochtend water en wat geld.

We zijn opgelucht dat we hem eindelijk in het vizier hebben, maar hebben geen idee hoe we hem kunnen helpen. Pas als hij iets gevaarlijks doet, kan hij gedwongen worden opgenomen. Daarbij dreigt de pandemie uit de hand te lopen in Brazilië en zijn de hulpdiensten veel te druk om zich bezig te houden met een verwarde jongen. Maar dan komt er onverwacht hulp van een vrouw met de toepasselijke naam Angelita, ‘engel’. Haar organisatie helpt daklozen tijdens de pandemie. Ze wint het vertrouwen van Kaiser en een tijd lang komt hij dagelijks bij haar langs om eten en sigaretten te halen.

Hij heeft in ieder geval een dak boven zijn hoofd

Toch weigert hij elke andere hulp. In zijn psychose gelooft hij dat hij gevolgd wordt via camera’s en mobiele telefoons. Hij voelt zich niet veilig in de hotelkamer die Angelita voor hem regelt. Zo komt hij terecht bij de daklozen van Florianópolis en brengt zijn dagen schakend met hen in de zon door. Met het geld dat zijn familie en vrienden hem via Angelita sturen om voor zichzelf te zorgen kan hij in zijn wanen niet meer redelijk omgaan. Hij koopt spullen voor zijn dakloze vrienden, of doneert het aan een evangelische kerk.

De situatie wordt pas echt complex als hij het stel Adriana en André ontmoet. De twee zijn drugsverslaafd en wonen in een leegstaand pand dat zij bewaken voor de eigenaar. Kaiser doet Adriana en André aan hun uit het oog verloren zoon denken en daarom willen ze graag voor hem zorgen. De twee lijken niet de ideale kandidaten om hem te helpen, maar er is geen alternatief. Hij heeft in ieder geval een dak boven zijn hoofd. Daarbij belooft Adriana met hem naar de dokter te gaan.

Al snel lijkt Kaiser in de problemen te komen. Adriana belt in paniek dat een drugsdealer met een slagersmes naar hun huis is gekomen om de 90 Braziliaanse real op te eisen die Kaiser hem schuldig is voor wiet. Bezorgd sturen we het geld, en als ze hun huis uitgezet worden vanwege de woede-uitbarstingen van Kaiser, regelen we ook meteen een nieuw appartement. Maar als Adriana in een volgend telefoontje vertelt dat Kaiser 1000 real schuld zou hebben bij een maffiose geldschieter en hij alleen veilig zou zijn doordat Adriana en André gerespecteerd worden in de buurt, begint het te dagen dat ze ons oplichten.

Met een grote ruzie verliet hij hun appartement

Toch kunnen we weinig doen. Ook als we geen geld meer sturen, weet het stel manieren te vinden om hem uit te buiten. Adriana is van plan om met Kaiser te trouwen om zo een lening bij de bank af te kunnen sluiten, zodat ze een appartement kunnen kopen. Van Kaiser krijg ik soms een bericht op Facebook. “Ik heb de hele tijd honger”, stuurt hij me. “Kun je alsjeblieft een pizza voor ons bestellen op je telefoon?” Ik zucht diep achter mijn beeldscherm. Ik zie niet meer hoe we dit op kunnen lossen.

Als eind juni de zomer in Europa tot een hoogtepunt begint te komen, krijgen we opeens een bericht van zijn Braziliaanse vriendin Marina. “Ik heb heel goed nieuws jongens!!!!”, schrijft ze vluchtig. “Ik vertel jullie alles als we zo thuis zijn, Kaiser en ik!” Opgelucht lees ik even later hoe Kaiser van de een op andere dag doorkreeg dat Adriana en André hem gebruikten. Met een grote ruzie verliet hij hun appartement en ging naar Angelita. Zij belde Marina in São Paolo, die hem meteen kwam ophalen. Nu zit hij in haar oude trui bij haar moeder thuis.

Als ik Facebook open, zie ik een bericht van Kaiser. “Laat die pizza maar zitten, die eten we samen in Berlijn”, schrijft hij mij en stuurt daarna een YouTube-link. Als ik die open, klinkt het Nederlandse nummer dat ik eens op had gezet terwijl we elkaar vertelden over de verschillende werelden waar wij vandaan kwamen. Het was zo’n typische Istanbulse nacht, het daglicht piepte al tevoorschijn en we hadden een Bomonti-bier te veel op. Ik sprong op zijn bank om voor zijn geamuseerde gezicht mee te zingen: “Het regent harder dan de grond aankan / harder dan ik hebben kan”.

In de hostels heerste een competitie voor aandacht

In de maanden die volgen, spreken we elkaar op Skype. Hij is teruggekeerd uit zijn psychose en ziet er doodmoe uit. Voor het eerst beschrijft hij zijn eerste jaren in Brazilië zonder superlatieven en begin ik beter te snappen hoe hij zo de weg kwijtraakte. In de hostels heerste een competitie voor aandacht. Hij maakte vrienden door zich op te stellen als de jongen waar je rustig in de hoek een jointje mee kon roken. Wiet stelde hem op zijn gemak en langzaam blowde hij steeds meer. Na een tijdje vertrokken zijn nieuwe vrienden weer terug naar huis. Maar Kaiser had geen thuis om naar terug te keren.

De maanden voor zijn psychose was hij steeds meer alleen. Hij voelde zich depressief, maar probeerde zich uit dat moeras te worstelen door te lezen over psychologie. Op zijn laptop bestudeerde hij de werken van bekende psychologen, om die toe te passen op zijn eigen traumatische ervaringen. “Ik snap nu dat je niet zelf aan de slag moet met trauma”, vertelt hij.

Hij raakte steeds meer de weg kwijt, werd woedend en paranoïde. Voor zijn werkgever vertaalde hij vertrouwelijke documenten voor de Britse overheid, waaronder bekentenissen van Syrische jihadisten. Terwijl hij in een psychose raakte, geloofde hij dat agenten van de Britse inlichtingendienst M16 zijn hersenen gehackt hadden en hij zo in hun trainingsprogramma terechtkwam. “Ken je die film, The Truman Show? Ik maakte zoveel gekke dingen mee dat ik begon te geloven dat mijn leven gefilmd werd.”

In de hostels heerste een competitie voor aandacht
Beeld Ming Ong

Daar aan de andere kant van de oceaan staat hij er alleen voor

Als hij op een van de eerste herfstdagen online komt op Skype en herken ik hem bijna niet. Hij heeft zijn wilde krullenbos afgeknipt. “Mijn haar maakte mij altijd bijzonder”, vertelt hij. “Maar ik wil er nu normaler uitzien.” Hoewel hij nog herstelt van zijn psychose en alles langzamer gaat, moet hij zijn leven weer op orde zien te krijgen. Een woning zoeken, zijn wiet-verslaving onder controle krijgen en een nieuw Syrisch paspoort regelen. Hij wil een tweede baan vinden om zijn schulden af te betalen. Hoeveel hij ook met zijn vrienden en familie belt, daar aan de andere kant van de oceaan staat hij er alleen voor.

Opeens besef ik mij dat hij er veel ouder uitziet dan het beeld van hem dat ik nog altijd in mijn hoofd heb. Dat beeld van Kaiser en ik, met onze benen over de reling van een ferry over de Bosporus, hardop fantaserend over onze toekomstige plannen. Mijn oorlogsreportages en zijn prijswinnende film over een bende homo’s en lesbiennes die de wapens oppakken tegen Islamitische Staat. Maar dat hij er ooit droomde een rijke en beroemde filmmaker te worden doet hij nu af als een kinderlijke fantasie. “Ik keek lang neer op de Syriërs die naar Duitsland vertrokken en daar asielzoeker zouden worden”, zei hij. “Maar zij hebben een taal geleerd en zijn afgestudeerd. Wat heb ik bereikt?”

Aan het water van de Paul-Lincke-Ufer ontmoet ik in Berlijn Kaisers oudere zus Balkis. In haar gezicht herken ik de grote donkere ogen van Kaiser en net als hem maakt ook Balkis drukke handgebaren als ze praat. “Ik heb het gevoel dat er nooit meer een einde komt aan mijn stress”, zegt ze, terwijl ze met haar ogen de zwanen in het water volgt. Tijdens de pandemie verloor ze haar baan als architect en Kaisers verdwijning kwam grotendeels op haar schouders terecht.

Je kunt er nooit volledig voor elkaar zijn

Haar ouders konden de verdwijning van hun zoon niet aan. De spanning die het opleverde, was net de laatste druppel die ervoor zorgde dat ze uit elkaar gingen. Het vertrek uit Syrië valt het gezin nog altijd zwaar en het lukt hen niet de draad op te pakken. In Syrië waren de ouders van Kaiser en Balkis beiden gerespecteerde hoogleraren. Maar in Duitsland lukt het niet meer om op die positie te komen. Hun vader, hoogleraar in de bouwkunde, zit al vier jaar zonder werk en heeft het zo moeilijk met zichzelf dat hij steeds verder afdwaalt van zijn geloof, zijn vrienden en familie.

Met zijn moeder belt Kaiser nu iedere dag, maar het is niet genoeg. Je kunt er nooit volledig voor elkaar zijn, vertelt hij me, als je elkaar niet kunt vasthouden. Ik knik en zeg dat ik het begrijp, terwijl ik terugdenk aan een Nederlandse vriend die in een psychose terechtkwam. Thuis was toen alles wat telde. Een nest om met gebroken vleugels naar terug te keren. “Als het lukt om voor mijn dertigste verjaardag naar Berlijn te komen, dan vieren we het bij mij thuis”, zei hij. “Mijn moeder maakt dan een tafel vol Syrische gerechten. Je gaat het fantastisch vinden.”

Maar hoe simpel die wens ook is, voor een door grenzen gescheiden Syrisch gezin is het een verre droom. De procedures om zijn Syrische paspoort en verblijfsvergunning te bemachtigen zijn een uitdaging voor de nog herstellende Kaiser. Een toeristenvisum kan hij op den duur aanvragen, maar een verblijfsvergunning is een ander verhaal. Gezinshereniging is alleen mogelijk voor kinderen tot achttien jaar.

Alles om vluchtelingen uit Europa te houden

Even denk ik de sleutel tot de poorten van Europa te hebben gevonden als ik in een document van het Duitse migratiedepartement lees dat een uitzondering gemaakt kan worden als een kind afhankelijk is van de zorg van ouders, bijvoorbeeld in het geval van een handicap of psychologische problemen. Maar die hoop wordt de grond ingeboord als ik met een bevriende mensenrechtenadvocaat in Berlijn bel, die zich in migratie specialiseert: “Die uitzondering gaat niet gemaakt worden, Kim. Ze doen er alles aan om vluchtelingen uit Europa te houden.”

En dat is de reden waarom zo veel Syrische gezinnen van elkaar gescheiden blijven. Geen politieke onmacht, maar politieke onwil. Dat is de reden waarom zoveel jonge Syriërs, zoals Kaiser, in hun eentje worstelen met psychologische problemen. Het is niet ongewoon dat Kaiser een psychose kreeg. Jongeren die een trauma hebben meegemaakt, een drugsverslaving hebben, of een migratieachtergrond, lopen een verhoogd risico.

Ik denk aan Fouad, die ik net als Kaiser leerde kennen in Istanbul. Een zachtmoedige jongen die zo verward overkwam, dat het leek alsof hij permanent herstellende was van de harde klap die het leven aan hem had uitgedeeld. Hij was gedeserteerd uit het Syrische leger en had daar gruwelijke dingen meegemaakt, waar hij nooit over sprak. In Istanbul probeerde hij zich door depressies en onderbetaalde baantjes heen te worstelen. Zijn beste vriend Taha en zijn witte kat Alfredo sleepten hem daar doorheen. Tot hij niet meer kon en in een gevaarlijk rubberen bootje naar Griekenland stapte.

Nu weet je ook hoe het is om met monsters te leven

Even lijkt hij verlost te zijn van zijn rampspoed en een toekomst te zien. Na de couppoging in Turkije schrijft hij me: “Nu weet je ook hoe het is om met monsters te leven. Blijf niet langer daar, het is tijd om terug naar Europa te komen.” Maar al snel stuurt hij mij verslagen berichten uit Duitsland. “Ik voel me hier vaak verdrietig. Tot ik mijn verblijfsvergunning heb mag ik hier niets doen, dus het is moeilijk om hier iets op te bouwen. Ik mis mijn vrienden en ik weet niet eens hoe het met Alfredo is. Ik voel me schuldig dat ik hem in de steek heb gelaten.”

In Berlijn zag ik hem nog een keer, in een vies kraakpand waar hij terecht kwam. Op de keukentafel lagen restjes wiet en hallucinerende paddenstoelen. In de maanden die volgen, worden zijn berichten op Facebook steeds vager en uiteindelijk komt ook Fouad in een psychose terecht.

De Arabische Lente brak aan toen ik, net uit de schoolbanken, aan mijn eerste reis buiten Europa begon. In de plaatselijke kiosken bladerde ik altijd even door kranten en tijdschriften om de euforische beelden van de protesten te bekijken. Eerst de beelden van Tunesiërs die de straten op gingen nadat straatverkoper Mohammed Bouazizi zichzelf uit wanhoop in brand had gestoken. Daarna de beelden van het bomvolle Tahrirplein in Cairo en vervolgens de protesten in Syrië, deze lente tien jaar geleden. De demonstrant werd destijds door het tijdschrift Time uitgeroepen tot Persoon van het Jaar. En de demonstrant is precies de reden waarom ik vier jaar later in de regio belandde.

Nu weet je ook hoe het is om met monsters te leven

 Geur van uitgerolde tapijten, die roken naar zeep van Aleppo

Maar tien jaar geleden begreep ik nog niet hoezeer de levens van mijn toekomstige vrienden door die uitzinnige maanden zouden veranderen. Terwijl ik na mijn reis weer terug naar huis kon, vertrokken vrienden als Kaiser van huis om niet meer terug te keren. In Istanbul hoorde ik hun heimwee spreken als ze vertelden over een heel gewone dag van vroeger. De geur van uitgerolde tapijten, die roken naar zeep van Aleppo. De vertrouwde zangstem van Fairouz in de ochtend aan de keukentafel. De diep oranje-paarse hemel boven Damascus en het uitzicht over de Qasioun berg. Het familiehuis, waar elke vlek en scheur van het behang een verhaal had.

In Turkije, Nederland, Canada, of zo ver als Brazilië begonnen ze opnieuw. In een land dat nog lang geen thuis is. Waar universiteitsprofessoren weer onderaan de ladder beginnen. Waar velen nog altijd niet mogen stemmen, terwijl niet alleen rechts-populistische, maar ook centrumpartijen de weg proberen vrij te maken om hen terug te sturen. Naar een land waar tienduizenden werden doodgemarteld door hun eigen regering omdat ze het beste voor hun land wensten.

Met slechts een kleine rugzak aan bezittingen, maar vol grote dromen, verlieten miljoenen Syriërs in de afgelopen tien jaar de oorlog, op zoek naar een thuis. “We zijn zo jong Kim”, stuurde Kaiser mij opgewonden in zijn eerste dagen in Brazilië. “Soms voel ik mij nostalgisch als ik denk aan onze tijd in Istanbul. Maar ik denk dat we ons vooral moeten verheugen op onze avonturen in Berlijn, São Paolo en wie weet waar nog meer. Kijk ons nou, we hebben zoveel dromen en plannen. Het leven is goed, weet je.”

Een brede glimlach verschijnen onder zijn krullen

Maar nu we wat ouder zijn, zien we dat de dromen van Kaiser ommuurd zijn door grenzen. En leerden we dat je veel harder kunt vallen in een vreemd land dat maar niet van jou mag zijn. Lang was ik bang dat de wanhoop zich langzaam een weg in Kaisers gezicht zou slijten. Maar steeds vaker zie ik in zijn ogen een kracht waar ik een diepe bewondering voor heb. “Soms denk ik dat ik alles moest verliezen om echt te kunnen liefhebben wat ik in mijn leven heb gekregen”, vertelt hij aan de andere kant van de lijn. “Zoals onze vriendschap.”

Ik kijk naar mijn vriend op het beeldscherm en zie een brede glimlach verschijnen onder zijn krullen, die alweer beginnen aan te groeien. “Kim”, zegt hij, “denk eens na over een verhaal waar je altijd al aan had willen werken. Daar gaan we mee aan de slag. Als we weer samen zijn.”

Verantwoording: Dit stuk is gebaseerd op gesprekken met Kaiser en zijn zus. Hun volledige namen en contactgegevens zijn bekend bij de hoofdredactie. Daarnaast zijn vrienden van Kaiser geraadpleegd in Brazilië. Ook van hen zijn de achternamen ofwel contactgegevens bekend. 

Lees ook:

Rasha Keirout (38) kreeg een verblijfsvergunning, maar moet van Denemarken nu toch terug naar Syrië. ‘Damascus is veilig’

Denemarken wil als eerste Europees land gevluchte Syriërs gedwongen terugsturen, omdat de situatie in delen van Syrië veilig zou zijn. Vooral vrouwen worden getroffen door dit besluit.