Direct naar artikelinhoud
InterviewPatrick Lefevere (66)

‘Waarom genieten we niet van die kampioenenspirit, in plaats van er arrogante klootzakjes van te maken?’

‘Als Julian Alaphilippe wint, vraagt hij altijd: ‘Patrick, ben je fier op mij?’ Hij is zoals een vrouw tegen wie je vaak genoeg moet zeggen hoe mooi ze is.’Beeld Geert Van de Velde

Terwijl alle ogen in de voorjaarsklassiekers gericht zijn op Wout van Aert en Mathieu van der Poel, staat de wolvenroedel van Deceuninck-Quickstep-manager Patrick Lefevere (66) te trappelen om de nieuwe supervedetten met huid en haar op te vreten. En springveer Julian Alaphilippe wil koste wat het kost zijn wereldkampioenentrui tonen in onze contreien. De ploeg werd vorig seizoen al voor het negende jaar op rij zegekampioen, met veertig stuks. ‘We gaan het onze vrienden Wout en Mathieu niet cadeau doen.’

De voorbije jaren begonnen jullie zonder echte kopman aan de kasseiklassiekers. Blijft dat zo?

Patrick Lefevere: “Julian staat als wereldkampioen toch een trapje boven de rest. Maar de anderen mogen ook hun kans gaan.”

Waarom laten jullie Alaphilippe in de Omloop en de Ronde van Vlaanderen starten, in plaats van met hem voor het eindklassement in de Tour te gaan?

Lefevere: “Drie weken lang zuinig zijn met zijn krachten, geconcentreerd blijven en zijn impulsen bedwingen? Voor een podiumplek? Dat is tegen zijn temperament. Julian wil winnen, en liefst met panache. Als wereldkampioen heeft hij maar één ding in zijn hoofd: die trui maximaal tonen in de klassiekers. In de Ronde was hij vorig jaar al de sterkste man in koers. Gezien hoe hij op de Koppenberg van iedereen weg peddelde? Wout moest nadien zijn tenen uitkuisen om bij hem en Van der Poel te komen. Hij had chance dat Mathieu op kop reed op de Taaienberg, want Julian kon sneller. De millimetersprint tussen Wout en Mathieu was ook in zijn voordeel geweest: ze begonnen heel laat. Als Julian aanzet, pakt hij direct twee fietslengtes.”

Hij verliest in Milaan-San Remo wel van Van Aert, terwijl die op kop begon. 

Lefevere: “Maar ook daar was zijn aanzet explosiever. Hij verloor omdat hij vier fietswissels had moeten doen, één keer vlak voor de Cipressa. Er liep bij ons ook iets mis: Julian wilde een 54 als grootste versnelling voor de sprint, omdat het wind mee was, maar op zijn reservefiets stond een 53 gemonteerd.

“Maar de Tour? Ik heb ’m zelfs moeten overtuigen om die te rijden dit jaar. Midden juni wordt hij vader en dan wil hij liever wat meer thuis zijn om te trainen voor het najaar. Ik heb hem één vraag gesteld: ‘Hoe vaak ga je als Fransman nog de kans krijgen om een Tourrit te winnen in de regenboogtrui? Als je 90 jaar wordt, weten de mensen dat nóg.’ Dat was genoeg. Af en toe vraagt hij mijn mening, omdat ik zo direct ben. Hij heeft me ook al gevraagd: ‘Je gaat me toch in de ploeg houden, nu Remco zo goed is?’ Die twee komen goed overeen, maar Julian is de bestbetaalde en hij weet dat we geen superbudget hebben. Als hij wint, vraagt hij altijd: ‘Patrick, ben je fier op mij?’ Hij is zoals een vrouw tegen wie je vaak genoeg moet zeggen hoe mooi ze is (lacht).” 

Met Bob Jungels liet je deze winter een ex-winnaar van Luik-Bastenaken-Luik en Kuurne-Brussel-Kuurne vertrekken naar het Franse AG2R, de ploeg van Greg Van Avermaet en Oliver Naesen. 

Lefevere: “Bob is geen veelwinnaar en bleef vorig seizoen wat hangen. Als AG2R dan het dubbele biedt, steek ik mijn handen in de lucht. Jammer, want hij was graag gezien. Maar dat is de rode draad in mijn carrière: mijn middenveld wordt weggekocht. Gelukkig staan er telkens anderen klaar die even goed of zelfs beter zijn.” 

Met Yves Lampaert, Zdenek Stybar, Kasper Asgreen en Florian Sénéchal vingen jullie het vertrek van Gilbert en Terpstra de voorbije jaren makkelijk op. Wie wordt de verrassing van dit voorjaar?

Lefevere: “Davide Ballerini (die na dit interview de Omloop won.). Hij heeft hetzelfde profiel als Sénéchal: hij is zot van de Vlaamse koersen, gemaakt voor de kasseien en hij wint zelfs massasprints.” 

Ga je die mannen allemaal tegelijk opstellen? 

Lefevere: “Waarom niet? We gaan het onze vrienden Wout en Mathieu niet cadeau doen, hoor. Als zij in de finale geïsoleerd raken, moeten wij met meerdere pionnen kunnen spelen.”

Zie je Yves Lampaert nog een topklassieker winnen? 

Lefevere: “Als alles meezit. Hij droomt van Roubaix, maar is daar zo van doordrongen dat hij soms te wild koerst. Twee jaar geleden had het al prijs kunnen zijn, in de editie die Gilbert won. Yves was te gul met zijn krachten. Gilbert was slimmer en dwong het af met zijn ervaring. Maar vergeet niet dat Yves door aanvallend te koersen al twee keer Dwars door Vlaanderen heeft gewonnen. In de Ronde moet hij ook niet wachten tot de Paterberg. Daar kan hij Wout en Mathieu niet volgen.”

Hoe komt het dat renners die jullie ploeg verlaten nadien minder presteren?

Lefevere (knipoogt): “Moet ik hier al mijn geheimen onthullen? Het is een saus van van alles. Niemand wordt bij ons behandeld als graaf of als slaaf. We hebben een geweldige ploegsfeer, topmateriaal, de beste sprinttrein van het peloton... Mannen als Kittel, Gaviria en Viviani hebben gemerkt dat het zonder die trein een stuk moeilijker is. Maar onze staf is de ruggengraat van de ploeg, op hen kan ik altijd rekenen. Dat heb ik geleerd van Walter Godefroot, bij wie ik na mijn eigen wielercarrière begon als assistent-ploegleider. ‘Renners komen en gaan’, zei hij. ‘Ze zouden hun moeder verkopen voor 1.000 frank extra. Maar goed personeel moet je houden.’

“Als ik het grote verloop bij andere ploegen zie, stel ik me vragen. Onze staf heeft een groot aandeel in de sfeer. Al is het door corona wel minder plezant geworden. Na een overwinning toasten we nog met champagne, maar iedereen blijft op zijn stoel zitten, in zijn eigen bubbel. Normaal legt het personeel een pot uit om ’s avonds iets te drinken in de bus: ze kopen wat drank in de Lidl, of krijgen een halve pallet wijn van mij. Met die contactbubbels is dat moeilijker geworden.

“Tijdens de eerste lockdown heb ik het moeilijk gehad. Even dacht ik zelfs aan stoppen. Ik kwam hier met een tv-ploeg van Eric Goens filmen en de stilte greep me naar de keel. Er was hier geen leven meer. Het personeel zat technisch werkloos thuis, al het materiaal stond uitgestald als in een museum, de wagens hadden geen nummerplaten meer. ‘Voor wie en voor wat doe ik dit nog?’ vroeg ik me af.

“Ook nu zit ik weer in de stress. Al mijn coureurs zijn einde contract, behalve Evenepoel, Alaphilippe, Lampaert en Mauri Vansevenant. Voor hen heb ik opties tot 2024. Als een ploeg hen wil, kan ik hetzelfde bedrag op tafel leggen en dan moeten ze blijven. Maar als Ineos 10 miljoen euro per jaar biedt voor Alaphilippe, moet ik ‘merci en salut’ zeggen. Bij zijn laatste contractverlenging kon hij elders al meer verdienen. Maar Julian voelt zich super in onze ploeg.”

Is het mogelijk dat de ploeg eind dit jaar stopt? 

Lefevere: “Ten laatste eind maart weet ik of mijn sponsors willen verlengen. Met Deceuninck heb ik een optie voor twee jaar extra. Lidl, Quick-Step, Specialized en Latexco willen doorgaan. Maar ik wil naar een hoger budget, want alle coureurs vragen meer. Dus moet ik alles weer heronderhandelen, terwijl sommige sponsors de coronacrisis gebruiken als argument om minder te betalen. Leuk, hè?”

‘Die jonge gasten zoals Remco spreken vlot drie talen, en in plaats van altijd de underdog te spelen, zeggen ze wat ze denken. Waarom genieten we niet van die kampioenenspirit?’Beeld VTM

MET PENSIOEN

Als je met Remco de Tour wilt winnen, moet je investeren in dure ronderenners. Zal dat ten koste gaan van de kern voor de klassiekers?

Lefevere: “Niet als we het budget kunnen verhogen. Anders zullen we keuzes moeten maken. Wij worden altijd een ploeg voor de klassiekers genoemd, maar niemand ziet wat we al gedaan hebben in de grote rondes: twee- de in de Vuelta van 2018 met Enric Mas, vijftien dagen geel en een vijfde plaats in de Tour van 2019 met Alaphilippe, en vorig jaar twee weken roze trui en vierde in de Giro met onze neoprof João Almeida. AG2R won vorig jaar vijf koersen. Vijf! En toch krijgen ze nu 7 miljoen euro van Citroën. In Frankrijk kan zoiets, ik kan daar alleen maar van dromen.”

Om Remco te omringen haalde je de voorbije jaren piepjonge, betaalbare klimmers zoals Almeida, Andrea Bagioli en Mauri Vansevenant. Zij worden almaar beter en duurder.

Lefevere: “UAE was eind vorig jaar Almeida’s kop al aan het zot maken. Ik vind dat onethisch: hij ligt nog een jáár onder contract, en ik wil hem niet laten gaan. Hij is voor Remco al heel belangrijk geweest. Sponsors zullen nu toch al wel beseffen wat een schoon verhaal we met Remco kunnen schrijven? Ik las in de krant dat Deceuninck vorig jaar een boerenjaar had. Quick-Step breidt ook almaar uit. Onze ploeg is een geweldige return on investment gebleken.

“Ik wil nu een perspectief op lange termijn. Als ik weer maar kan tekenen voor twee jaar, ga ik gewoon met pensi- oen. Die stress van drie jaar geleden wil ik niet meer. Toen hadden we na de Tour nog altijd geen nieuwe hoofdsponsor en had ik de ploeg bijna verkocht aan Sylvan Adams van Israel Cycling (de nieuwe ploeg van Chris Froome en Sep Vanmarcke, red.).” 

Stel dat je je zin krijgt, hoe lang ga je dan nog door?

Lefevere: “Zolang ik kan ademen. Het zal wel pretentieus klinken, maar de sponsors staan erop dat ik blijf. Maar dat betekent niet dat ik hier alle dagen van ’s morgens tot ’s avonds moet zijn. Ik heb geleerd dat ik meer kan doen door minder te werken.” 

Kun je het je voorstellen: met pensioen gaan? 

Lefevere: “Op goede dagen niet (lacht). In de eerste lockdown zat ik plots maandenlang thuis en de restaurants waren nog dicht ook! Ik dacht dat ik de muren op zou rijden, maar het viel goed mee. Ik ben bijna dertig jaar bij mijn vrouw en ik was nog nooit drie weken aan een stuk thuis geweest. Plots zaten we elke dag samen aan het ontbijt, lunch en avondmaal. Maar we vonden het plezant. Ik heb wat gelezen, met de elektrische fiets gereden, gezond gegeten, minder alcohol gedronken... Maar toen we weer mochten koersen, begon mijn bloed sneller te pompen. In mijn hoofd ben ik geen 66, al voelt mijn lijf soms wel zo.” 

Wat is je grootste kracht als manager? 

Lefevere: “Mijn rust geeft mensen vertrouwen. Ik heb in mijn leven ook wel wat boeken gelezen over leider- schap. Jack Welch, de CEO van General Electric, schreef dat je je topmensen en middenveld goed moet soigneren. Maar bij de onderste 10 procent zitten de rotte appels, en die moet je er zo rap mogelijk uitgooien. Dankzij mijn ervaring en personeel weet ik snel wie dat zijn. Wij screenen onze renners ook psychologisch: ik moet geen ego-trippers of labiele karakters hebben.”

Je hebt de voorbije jaren met Van Aert en Van der Poel gepraat. Geen spijt dat het niet is gelukt?

Lefevere: “Met Mathieu heb ik nooit gepraat, met zijn vader wel. Adrie heeft drie jaar bij mij gereden. Jaren later vroeg ik hem hoe het met David was, zijn oudste zoon die was beginnen te koersen. ‘Goed’, zei hij, ‘maar mijn jongste wordt nog beter. Hij is nog maar 10 jaar en kan alles: lopen, springen met de fiets, bochten aansnijden... Hou hem maar in de gaten.’ Dat deed ik, maar de broers Roodhooft waren me voor.

“Vorig jaar heb ik met hen nog gesproken over een samenwerking. Vooral in Philip zag ik een potentiële opvolger, hij runt dat bedrijf. Maar ze zaten vast aan de fietsen van Canyon – een deal waar Mathieu mee van profiteert – terwijl wij al jaren getrouwd zijn met Specialized. Daarop liep het vast. Maar zeg nooit nooit.

“Met Wout heb ik gepraat vóór zijn overstap naar Jumbo- Visma. Er was één obstakel: zijn contractbreuk met de ploeg van Nick Nuyens. Ik had destijds Frank Vandenbroucke al in de ploeg gehaald, nadat die zijn contract met Lotto had verscheurd. In zo’n juridische veldslag had ik geen zin meer. De UCI had ongetwijfeld ook moeilijk gedaan: als die mij iets kunnen lappen, zullen ze dat niet laten. Bij Jumbo-Visma wilden ze dat risico wel nemen. Maar die rechtszaak tussen Nuyens en Van Aert is nog niet gedaan: Nick heeft beroep aangetekend.”

'Ik blijf zolang ik kan ademen: de sponsors staan erop. Maar ik heb geleerd dat ik meer kan doen door minder te werken.'Beeld Geert Van de Velde

Als je nu 5 miljoen euro krijgt, wie van de twee neem je dan?

Lefevere: “Joker. Momenteel passen ze toch niet in onze ploeg. We hebben al genoeg kopmannen en Julian is minstens even goed als die mannen. Hun doorbraak laat ons wel toe om anders te koersen. Vroeger moesten wij altijd het gewicht van de koers dragen, nu kunnen wij al eens naar hen kijken om een vroege vlucht onder controle te houden. Al spelen ze zeker bij Alpecin-Fenix (de ploeg van Van der Poel, red.) graag de underdog.”

HAPPY CAV

Hoe gaat het met Mark Cavendish?

Lefevere: “Op het eerste trainingskamp gooide hij zich op het bed van ploegdokter Yvan Vanmol, met zijn armen open: ‘Yvan, I’m so happy! Ik heb eindelijk weer de fiets én de ploeg van mijn dromen.’ ‘Bon, dan zijn er geen excuses meer’, zei ik (lacht). Jammer dat hij in zijn eerste koers, de Clásica de Almería, lek reed. De bedoeling was dat Sénéchal de sprint zou aantrekken voor Alvaro Hodeg, met Cavendish in het wiel. Daar was ik echt benieuwd naar.”

Jullie zien hem nog altijd als sprinter, niet als wegkapitein?

Lefevere: “Uiteraard! We moeten hem toch minstens de kans geven om te sprinten? Ik heb hem niet gehaald om op kop te rijden. Maar als hij echt op is, zal ik dat snel zien. Mark heeft het epstein-barrvirus (klierkoorts, red.) gehad, maar bij zijn vorige ploegen geloofden ze hem niet. Dan wordt zo’n jongen doodongelukkig.”

Klopt het dat hij zelfs gratis wilde komen? 

Lefevere: “Ja, maar dat wilde ik niet. Na Gent-Wevelgem stond hij voor de microfoon van Sporza te wenen dat het misschien zijn laatste koers was geweest. Mijn hart brak – in tegenstelling tot wat jullie denken heb ik er dus één, hè.

“De weken voordien had hij al gevraagd of er bij ons geen plaats meer was. Vlak na het seizoen nodigde ik hem uit. Opnieuw weende hij. Ik had met hem te doen, maar kon niets beloven: er was geen budget meer. Hij is dan zelf beginnen rondbellen en bracht een sponsor aan die hem zou betalen. Zo kwamen we tot een deal, al krijgt hij een loon dat ver onder zijn waarde ligt. Hij heeft me wel duizend keer bedankt. ‘Jij kunt mij alleen bedanken met je pedalen’, zei ik.”

Evenepoel moest deze winter de fietstraining twee maanden onderbreken, omdat de breuk in zijn schaambeen nog niet volledig geheeld was. Ben je kwaad geweest op hem, omdat hij te overhaast wilde terugkeren? 

Lefevere: “Je kunt toch niet alles op een ventje van 20 steken? Op de eerste ploegstage in december zag Tom Steels (ploegleider, red.) dat hij verkrampt op zijn fiets zat. Bleek dat hij al weken met pijn reed, maar dat hij dacht dat dat bij zijn revalidatie hoorde. Ik wil geen ‘schuldige’ aanwijzen, maar de medische wereld heeft het licht op groen gezet. Dan moet je hem ook een programma geven met wat hij wel en niet mag doen, en dat opvolgen. Daar is het misgelopen.”

Door zijn trainingsachterstand trekt hij straks niet naar de Giro om te winnen maar om te leren. Geloven jullie dat zelf?

Lefevere: “We willen hem niet met druk opzadelen. Almeida gaat voor het klassement, met Remco zien we wel. Hij heeft het voordeel dat het zwaartepunt van de Giro in de derde week ligt. Maar we weten niet eens hoe hij zal reageren op drie weken koers. Hij is nog maar net terug beginnen te fietsen. Vanmorgen stuurde hij dat alles goed gaat: geen last meer, zijn conditie verbetert elke dag. ‘Het komt goed, ik beloof het.’ Ik heb geantwoord met een Engelse spreuk – dat heeft hij graag: ‘Stay quiet about your goals, soon your results will do the talking.’ Daar- na stuurde hij een foto van de aders die op zijn benen liggen. (Toont de foto) Daar kicken ze allemaal op.”

Waarom sturen jullie hem niet met een topvoorbereiding naar de Tour? Pogacar en Bernal waren ook maar 22 toen ze hem wonnen. 

Lefevere: “Maar ze hadden toen al wel een andere grote ronde gereden. We willen geen stappen overslaan.”

‘Cavendish krijgt nu een loon dat ver onder zijn waarde ligt, maar heeft me wel duizend keer bedankt. ‘Jij kunt mij alleen bedanken met je pedalen,’ zei ik.’Beeld Geert Van de Velde

DE KILO’S VAN REMCO 

Hoe groot is het psychologische trauma na zijn valpartij?

Lefevere: “Remco zegt dat hij geen daalangst heeft. We hebben alles in huis om hem en Fabio Jakobsen (die zwaar crashte in een sprint in de Ronde van Polen, red.) psychologisch te begeleiden. In de aanloop naar de Giro wilden we iemand inhuren om hem beter te leren dalen, maar zijn val heeft dat doorkruist. Jumbo-Visma werkt met een Spaanse mountainbiker die hun renners leert om de juiste lijnen te kiezen, ook op natte wegen.”

Twee jaar geleden zei je in Humo dat Remco vier kilo te dik stond.

Lefevere: “Hij zal dat niet graag gelezen hebben, maar ik had gelijk. De zomer nadien waren die kilo’s eraf en sindsdien won hij bijna elke koers waarin hij startte. Na zijn revalidatie in december stond hij zó scherp dat ik ervan schrok. Dat heb je met kampioenen: soms overdrijven ze. Maar hij is op twee jaar tijd een andere coureur geworden, en als hij de Giro rijdt, gaat het laatste babyvet eraf.”

Kan hij als mager klimmertje dan nog een krachtpatser als Filippo Ganna verslaan in de olympische tijdrit?

Lefevere: “Het gabarit van een renner zegt niet alles. De motor is het belangrijkste, en die is niet weg. Bijna niemand zit zo aerodynamisch op zijn fiets als Remco. Op een lastig parcours als dat van Tokio is hij niet kansloos tegen Ganna.”

Wat is zijn grootste valkuil?

Lefevere: “Dat hij de pedalen zou verliezen. Maar voorlopig blijft hij heel rustig en bescheiden.”

Mathieu van der Poel zei in Humo dat zijn uitspraken soms op het randje zijn.

Lefevere: “Mathieu zei dat Remco’s uitspraken arrogant kunnen overkomen voor de maatschappíj, en dat hij ze rechtvaardigt met de pedalen. Vroeger konden Vlaamse coureurs amper praten – zeker de West-Vlamingen werden uitgelachen. Nu praten die jonge gasten allemaal vlot, in drie talen, en in plaats van altijd de bescheiden underdog te spelen, zeggen ze wat ze denken. Dat is toch mooi? Waarom genieten we niet van die kampioenenspirit, in plaats van er arrogante klootzakjes van te maken?” 

Je hebt ook gewied in de omgeving van Remco. 

Lefevere: “Met de grove borstel zelfs. Zijn trainer Fred Vandervennet was 70 jaar en had nog nooit met wattages gewerkt. Er was ook een manager die zijn Facebook-account beheerde, aparte sponsordeals regelde en een beetje contactpersoon speelde: ook buitengegooid. Ik heb respect voor wat die mensen voor hem hebben gedaan, maar ooit moet je afscheid nemen. Sommigen deden het ook niet voor zijn mooie ogen. Het is mijn job om de mee-eters weg te houden.

“Met Stefanie Clerckx heeft hij nu een aparte woordvoerder die zijn sociale media verzorgt. Zijn ouders hebben ook een jurist onder de arm genomen die alle extrasportieve voorstellen naleest, zoals van de kledingketen ZEB (waarvan Evenepoel uithangbord is, red.). Van de honderd aanvragen weiger ik er vijfennegentig. Iedereen wil iets van hem, hè. Je kunt je niet voorstellen hoeveel gehandicapte mensen er zijn in België. ‘Ik heb een tegenslag gehad en zit financieel in de shit, kun je geen geld opsturen, of een fiets geven?’ Een petje is niet meer genoeg. Elke fanclub wil dat hij eens afkomt. Doet hij dat niet, dan is hij een dikkenek. En de verre buurman klaagt omdat hij één keer geen goeiedag heeft gezegd, terwijl hij hem tien jaar geleden toch een fles limonade heeft gegeven. Ga daar maar mee om, als 20-jarige.”

MOORDAANSLAG

Heb je spijt van je stevige uitspraken na de val van Fabio Jakobsen, die in de Ronde van Polen door Dylan Groenewegen in de nadars werd gekwakt?

Lefevere: “Ik blijf erbij dat dat een moordaanslag was. Hij sprint in het midden van de baan, voelt hem komen, wijkt uit naar de zijkant, zet twee keer zijn elleboog, en gaat er nog tegen leunen ook. Je moet ook de omstandigheden zien waarin ik dat heb gezegd. Yvan Vanmol belde me al wenend op: ‘Patrick, ik vrees dat hij het niet haalt.’ Wat zou jij dan zeggen?” 

In de Sporza-podcast zei je dat de boosheid van Jakobsen groeit.

Lefevere: “Hij is nu bozer dan in het begin, omdat het allemaal te lang duurt. Vorige week had hij een nieuwe operatie: ze hebben zijn littekens losgemaakt, zijn tandvlees goed gezet en vijzen in zijn kaakbeen geplaatst voor implantaten. Wéér een ingreep onder totale verdoving, wéér een trainingsweek kwijt. Hij beseft stilaan wat hij allemaal kwijt is. En dan heeft hij nog geluk dat ik een goeie baas ben. Volgens het UCI-reglement mocht ik hem na drie maanden op 50 procent van zijn loon zetten, na zes maanden op 0. Ik betaal hem nog altijd de volle pot, en dat gaat niet om 50.000 euro per jaar, hè.

“Fabio was op weg om de rapste van de wereld te worden en vraagt zich af of hij nog kan terugkomen op dat niveau. Zal hij nog durven sprinten en risico’s nemen? Ik zou graag hebben dat hij in april kan koersen. En ik denk dat hij dit seizoen nog zal winnen. Met of zonder tanden. Dat wordt een zeer emotioneel moment, net als bij Remco.” 

Begin februari maakte de UCI een nieuw pakket maatregelen bekend om de koers veiliger te maken: elke organisatie moet een veiligheidsmanager hebben, de hekwerken worden strenger doorgelicht en hindernissen beter aangeduid. Tevreden? 

Lefevere: “Het is duidelijk dat de valpartijen van Fabio, Remco en Steven Kruijswijk de hele wielerwereld hebben wakkergeschud. Iedereen beseft dat er iets moet gebeuren. Voor de Tour heb ik samen met Richard Plugge van Jumbo-Visma de ploegen, renners, organisatoren en de UCI samen gekregen voor een vergadering. Dat was heel lang geleden. Maar ik moet nog zien of er echt iets zal veranderen. De organisator maakt het parcours en moet over de veiligheid waken. Daarna moet een UCI-commissaris dat komen goedkeuren. Vroeger werd die getrakteerd op een etentje in een goed restaurant en kwam alles in orde. Dat is nu wel gedaan. Anders komen er claims. Ik had de organisator van de Ronde van Polen nu al moeten dagvaarden. Die sprint bergaf was de gevaarlijkste aankomst van het hele seizoen.”

Waarom heb je dat dan niet gedaan?

Lefevere: “Staat er ‘ZOT’ op mijn voorhoofd? Die organisator, Czeslaw Lang, is onaantastbaar. Zijn dochter is vice-voorzitter bij de Europese tak van de UCI. Hij woont in een kasteel en belt naar de president zoals jij naar mij belt. Op het Poolse sportgala werd de Ronde van Polen uitgeroepen tot beste organisatie van 2020. Moet ik nog meer zeggen?” 

Dus die schandalige aankomst zit volgend jaar opnieuw in het parcours? 

Lefevere: “Dat zullen ze niet meer durven. Maar wij hadden via e-mail al twee keer gevraagd om die eruit te halen. Helaas moest er eerst bijna een dode vallen. Dat heeft ook te maken met de onmacht van de rennersvak- bond. Als Matteo Trentin, de vertegenwoordiger daarvan, zeshonderd mails stuurt naar zijn collega’s voor een vergadering over veiligheid, krijgt hij acht reacties. Typisch. In de Ronde van Polen hadden de renners één keer de kloten moeten hebben om te zeggen: ‘We starten niet’, en het was gedaan met die finish.”

De Franse klimmer Thibaut Pinot sprak zich in een interview met L’Equipe uit tegen ketonen. Sommige ploegen gebruiken ze niet, Jumbo-Visma en Deceuninck- Quickstep wel. De UCI zou ze mogelijk binnenkort verbieden. 

Lefevere: “Allez, dat is een voedingssupplement: gaan ze dan ook vitaminepilletjes of suikers verbieden? Ketonen zijn uitgevonden aan de universiteit van Oxford om ervoor te zorgen dat soldaten tijdens een oorlog urenlang kunnen doorgaan zonder te eten. Dat sommige ploegen en renners ze niet nemen, komt vooral door de prijs.”

Eén dosis kost 30 euro. 

Lefevere: “Ik zou het niet weten. De renners moeten dat betalen, wij niet. Ik weet niet eens wie ze neemt. Maar wie zegt dat wij enkel winnen dankzij ketonen, moet zich eens afvragen wat dan de verklaring was voor al die jaren voordien.”

Thomas De Gendt schrijft in zijn boek Solo dat hij in de Giro van 2014 bij jullie elke dag een zakje pillen kreeg waar niks op stond. ‘Dat zullen allemaal Etixx-supplementen zijn geweest, maar als coureur kun je niet zomaar blanco pillen innemen. Ik nam die dus niet uit principe. Op het einde van de Giro had ik twee kilo pillen verzameld.’ 

Lefevere: “Dat waren voedingssupplementen. Er zaten zelfs gummibeertjes bij, maar dat heeft hij er niet bij gezegd, zeker? Thomas is bij ons gekomen onder een slecht gesternte. Hij was einde contract en ik heb hem gered. Jan Bakelants zat in dezelfde situatie en die is wél nog altijd dankbaar. Ik had die mannen kunnen uitkleden, maar ze kregen van mij nog een degelijk contract. De Gendt moest in die Giro knechten omdat we voor de eindzege gingen met Rigoberto Urán. Maar Thomas is een ongeleid projectiel: hij warmt niet op, hij wil geen massages en doet alles omgekeerd dan de rest. Bij Lotto kan hij doen wat hij wil – en dat is hem gegund – maar het is spijtig dat hij zo blijft natrappen.”

© Humo