De zogeheten omgevingsdiensten, die de verantwoordelijkheid dragen voor de handhaving en het verlenen van vergunningen op milieugebied, kunnen hun werk onvoldoende onafhankelijk doen van gemeente- en provinciebesturen. Dit leidt tot schade aan het milieu, de economie en het bestuur, aldus de commissie-Van Aartsen in een donderdag gepubliceerd rapport.
Toenmalig staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Milieu en Wonen, D66) gaf Jozias van Aartsen en diens commissie in juni 2020 de opdracht onderzoek te doen naar de effectiviteit van het huidige stelsel van vergunningverlening en toezicht op milieugebied. Die commissie concludeert nu dat sprake is van „aanzienlijke” schade doordat de omgevingsdiensten „hun werk niet goed kunnen doen”.
Structurele oorzaken
Hoe groot de schade aan het milieu is, „is niet goed te onderbouwen”, aldus Van Aartsen, omdat dat niet systematisch is onderzocht. Volgens de commissie worden de problemen louter zichtbaar door incidenten, terwijl de onderliggende oorzaken structureel zijn. Zo zou onvoldoende toezicht worden gehouden op hoe de omgevingsdiensten functioneren.
De commissie-Van Aartsen doet meerdere aanbevelingen. Zo moeten de omgevingsdiensten meer personeel en een landelijk vastgesteld budget krijgen en als uitvoerder een gelijkwaardige partner worden van beleidsmakers. Ook moet volgens de commissie het toezicht vanuit het Rijk worden verbeterd.